HC.3.5 - Heupfracturen Flashcards

1
Q

op welke leeftijd komen de meeste heupfractuern voor?

A

> 65 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar kijk je naar met een fractuur?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

waar let je bij een röntgen foto op bij fracturen?

A
  • de onderste nek bogen van de femur
  • de hoogte van de trochanter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het probleem bij een collum fractuur?

A

avn / heup kop necrose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welk bloedvat blijft het voorzien van bloed? waarom helpt dit amper?

A

a. lig teres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan je kopnecrose voorkomen?

A

door binnen 6 uur te opereren bij < 75 jaar. ieder uur telt. normaal staat er 24 uur voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de normaalwaarde van de inclinatiehoek?

A

120-135
> 135 is het een valgus
< 120 is het een varus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke soort heupfracturen zijn er?

A

intracapsulair (collum femoris), extracapsulair (pertrochanter en subtrochanter)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe heet de classificatie van heupfracturen? wat kan je inschatten?

A

garden classificatie dit is een mate van dislocatie van 1-4. hierbij schat je de kans op AVN in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de andere classificatie? wat kan je inschatten?

A

pauwels classiicatie dit kijkt naar de hoek van de fractuur en gaat van I-30, 2- 50 en 3-70 graden. je schat de instabiliteit hiermee in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een dynamische heupschroef?

A

hierbij kan de schroef uitschuiven je doet dit bij intracapsulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een gecannuleerde schroef?

A

intracapsulair de schroef schuift meer naar binnen bij gewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe heet het als je alleen de heup kop vervangt?

A

hemi arthroplastiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe heet het als je een pen inbrengt?

A

intramedullaire osteosynthese (extracapsulair)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doe je als het zo instabiel is dat de pen breekt?

A

plaatosteosynthese (extracapsulair)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn de complicaties van een operatieve behandeling?

A
  • nabloeding
  • infectie
  • luxatie
  • overlijden
  • mal-union/non-union
  • delier/congenitef achteruir
17
Q

waar is de keuze voor behandeling van afhankelijk?

A
  • leeftijd
  • comorbiditeit
  • mate van dislocatie
  • hoe snel je hem nodig hebt
  • vasculaire status
18
Q

wat zijn de prognostische factoren van een oepratie?

A
  • leeftijd
  • medicatie
  • roken
  • co-morbiditeit
  • mate dislocatie en instabiliteit