ziektebeelden endocrieno Flashcards
BMI formule
lichaamsgewicht (kg) / lengte^2 (m^2)
BMI ondergewicht
< 18,5
BMI normaal gewicht
18,5 - 24,9
BMI overgewicht
25 - 29,9
BMI obesitas
30 of meer
BMI morbide obesitas
40 of meer
Doel behandeling obesitas
1e doel: stabilisatie gewicht
≥5% gewichtsdaling –> metabool effect
10% gewichtsdaling op 6-12 maanden
= realistisch
(BMI > 25 –> preventie toename gewicht)
Behandeling obesitas: mogelijke opties
dieet
gedragstherapie
fysieke activiteit
farmacotherapie
heelkunde
behandeling obesitas: dieet
caloriereductie
behoud eiwitten, vitamines, mineralen
behandeling obesitas: gedragstherapie
systematisch gedachten rond voedsel veranderen
behandeling obesitas: fysieke activiteit
Fysieke training + spontane activiteit
Doel ≠ niet enkel gewichtsreductie!
(CV risicoprofiel, functionaliteit, lichaamsbeeld, welzijnsgevoel)
behandeling obesitas: farmacotherapie
! altijd in combinatie met dieet + fysieke activiteit + gedragsveranderingen
Gewichtsreductie beperkt + vaak korte duur
//
Orlistat
Liraglutide
= Glucagon-like peptide 1 (GLP1 agonist)
behandeling obesitas: indicatie farmacotherapie
BMI ≥ 30
BMI ≥ 27 + ≥ 1 co-morbiditeit
(diabetes, hypertensie, dyslipidemie, slaapapnee)
Orlistat werking
Inhibitie intestinaal lipase -> ↓vetabsorptie
Orlistat nevenwerkingen
steatorree
↓ vet-oplosbare vitamines
Liraglutide werking
= Glucagon-like peptide 1 (GLP1 agonist)
-> vertraagt maaglediging + versterkt verzadigingsgevoel
- Antidiabeticum
- subcutaan
Liraglutide nevenwerkingen
nausea
pancreatitis
Behandeling obesitas: heelkunde -> aangrijpingspunt
malabsorptie
-> RYGB
of maagvolume reductie
-> sleeve gastrectomie
(CAVE: niet automatisch succesvol)
Diabetes mellitus types
Type I –> insuline-deficiëntie
Type II –> insuline-resistentie
DM 1 diagnose
Glycemie (IV bloedname)
- Klachtenvrij: 2 afwijkende metingen nodig
- Klachten: 1 afwijkende meting voldoende
Glucosurie = indicatief maar GEEN bewijs
HbA1c
HbA1c is indicatief voor …
indicatief voor chronische gemiddelde glycemie
=> +/- 120 dagen = gem levensduur RBC
Plasma glycemie normaal
(nuchter + 2 uur na OGTT)
nuchter: < 100 mg/dL
2 uur na OGTT: < 140
Plasma glycemie IGT
(nuchter + 2 uur na OGTT)
nuchter: < 126 mg/dL
2 uur na OGTT: 140 < glyc < 200
Plasma glycemie diabetes
(nuchter + 2 uur na OGTT)
nuchter: > 126 mg/dL
2 uur na OGTT: > 200
HbA1c: normaal vs diabetes
normaal: 4-6%
diabetes: > 6,5 %
DM1 ziektebeeld
Langdurig proces destructie β-cellen
—> plotse metabole decompensatie
- Meestal jonge leeftijd (~ puber)
- Hyperglycemie
- Glucosurie -> osmotische diurese + meer infecties (bv. candida urogenitaal)
- Lipolyse -> dyslipidemie
- Eiwit afbraak -> meer infecties
DM1 S/
Klassieke DM klachten
- Polyurie
- Polydipsie
- Onverklaard gewichtsverlies
Algemene klachten
- vermoeidheid
- Vermagering
DM1 spontaan verloop zonder insuline
keto-acidose
DM1 labo
Hyperglycemie
Dyslipidemie
DM1 en DM2: chronische verwikkelingen
microangiopathie
macroangiopathie (atheromatose)
diabetische neuropathie
diabetische voet
DM voorbeelden microangiopathie
retinopathie (retina)
nefropathie (glomerulus)
vasa nervorum (zenuwcelbeschadiging -> diabetische neuropathie)
diabetische retinopathie kliniek
ischemie retinina, neovascularisatie
–> bloedingen
fibrosering, tractie
–> retina loslating
meer cataract
diabetische retinopathie R/
lasertherapie
vitrectomie
AHT vermijden
! jaarlijks oftalmologisch nazicht !
stadia diabetische nefropathie
[glomerulaire hyalinisatie + fibrose]
Stadia:
- latente fase: glomerulaire hyperfiltratie + nefromegalie
- micro-albuminerie (30-300 mg/dag)
- macro-albuminerie (> 300 mg/dag)
+- hypertensie
+- diabetische retinopathie (bij DM1 goede correlatie retinopathie en nierlijden <-> niet bij type 2) - nefrotische range proteïnurie
——> terminale nierinsufficiëntie
diabetische nefropathie behandeling
goede glycemiecontrole
proteïnurie aanwezig: ACE-I of sartanen
(ook indien nle BD!)
strikte BD controle
statine (ter correctie lipiden)
diabetische neuropathie oorzaak
hyperglycemie
en aantasting vasa nervorum
diabetische neuropathie soorten
symmetrische polyneuropathie
* sensibel: vnl OL, paresthesie + pijn -> gevoelloosheid
* motorisch: reflex ↓, spieratrofie -> krachtverlies / standafwijkingen
autonome neuropathie
* GI stelsel
* CV stelsel
* UG stelsel
* zweetstoornissen
* orthosympathicus bij lang bestaande diabetes
symmetrische polyneuropathie (DM)
sensibel:
- vnl OL
- paresthesie + pijn -> gevoelloosheid
motorisch
- reflex ↓
- spieratrofie -> krachtverlies / standafwijkingen
autonome neuropathie (DM)
- GI stelsel
(slokdarmST, gastroparese, diaree, …) - CV stelsel
(orthostat hypotensie, cardiale denervatie, verlies pijnsensatie -> cave silentieus MI) - UG stelsel
(impotentie, abnl blaaslediging) - zweetstoornissen
(afwezig in OL -> compensatie elders) - orthosympathicus bij lang bestaande diabetes
(hypo-unawareness)
hypo-unawareness =
als je hypo’s (lage glucosewaarden) niet tijdig voelt aankomen
diabetische voet: vss factoren
neuropathie
- sensibel (trauma ongemerk)
- motorisch (verzwakking intrinsieke voetspieren -> verandering voetstatiek -> eelten en druknecrose)
- autonoom (gedaalde zweetsecretie -> kloven dr droge huid)
macroangiopathie
(pulsaties en flow gedaald -> claudicatio, dystrofie huid/nagels, ischemie, gangreen, slechte wondheling)
veneuze insufficiëntie
(ulceraties, pijnloze ulcer +- surinfecties, gangreen, amputatierisico x 15)
DM1 acute verwikkelingen
hypoglycemie -> metabole coma
keto-acidose -> metabole coma
hypoglycemie S/
o Plots ontstaan
o Zweten
o Beven
o Bleekheid
o Wazig zicht, hoofdpijn
o Bizar gedrag
o Uiteindelijk: coma
hypoglycemie KO
o Huid = warm en vochtig
o Ademhaling = oppervlakkig
hypoglycemie labo
bloed: glycemie < 50
hypoglycemie R/
Glucose 15 g PO of IV
OF
Glucagon 1 mg IV/IM/SC
Keto-acidose wnr hospitalisatie?
indien braken of dreigend coma
ketonen =
Glucose is onze voornaamste energiebron. Als er geen glucose beschikbaar is (zoals in geval van insulinetekort bij diabetes) zal ons lichaam op zoek gaan andere energiebronnen. Het gaat dan voornamelijk vetten afbreken en verbranden. Bij dit proces komen afbraakproducten in het bloed terecht, dat zijn de ketonen.
Keto-acidose etiologie
< Insuline tekort bij type 1 diabetes
(opm: DM2 -> doorgaans geen ketoacidotisch coma want voldoende residuele insulinsecretie -> ernst lipolyse beperkt)
//
- Relatief insulinetekort
(infectie, pancreatitis, alcoholgebruik, AMI, CVA, heelkunde) - Nieuwe diagnose
- Onvoldoende insuline toediening
(vb. defecte insulinepomp) - Non-compliance
Keto-acidose S/
symptomen ontstaan relatief snel < 24 uur
o Polyurie, dorst
o Nausea, braken, abdominale pijn
o BWZ daling (10% coma)
o Dyspnee - Kussmaul ademen
Keto-acidose KO
o Kussmaul ademhaling: diep en snel
< respiratoire compensatie metabole acidose
o acetongeur adem
o huid = droog en gedeshydrateerd
o BD meestal nl
(cave tachycardie of hypotensie)
Keto-acidose D/
Bloed:
- Glycemie vaak > 250 mg/dL
- HypoNa < ↑ osmolaliteit
- Hyper-K of normaal K < acidose
- Ketonen serum +
- Metabole acidose
Urine: KETONEN en glucose ++
Diabetische keto-acidose R/
Insuline
(je wil van ketonen af: NOOIT insuline stoppen, indien te snel zakkende glycemie -> glucose infuus opdrijven)
Vocht !!
(NaCl 0,9%, later glucose)
Ionen substitutie zo nodig
oa Kalium (= vals nl door acidose MAAR totaal deficit + gt cellen in gedreven worden door insuline toediening)
Monitoring
(aBG, BD, pols, AH freq, urinedebiet/vochtbalans, ketonurie)
DM1 streefdoel behandeling
- HbA1c 7%
- Nuchter: 100
- Overdag: 130-140
DM1: jaarlijkse algemene controle verwikkelingen
- Nefropathie: micro albuminurie (24h)
- Oftalmopathie: oogfundoscopie
- Klinisch nazicht voeten
DM1 R/
INSULINE
- Meeste insulines 100 eenheden/mL = U100
- Vooral gebruik insuline-analogen
-> Snelwerkend (Humalog®)
-> Traagwerkend (Glargine®) - Meestal SC, snellere werking: IV/IM
(Afwisselen injectieplaats: lipodystrofie vermijden) - Basaal bolus syteem
-> 3x1 snelle (voor ontbijt, middag, avondeten)
-> 1x1 trage (voor slapengaan) - Onvoldoende glycemiecontrole ondanks intensieve zelfcontrole -> SCII
(SC continuous insulin infusion)
kenmerken insuline bij DM2
falende insulinesecretie
+ verminderde insuline gevoeligheid
(de B-cel functie zal minderen ondanks therapie)
DM2 D/
- Glycemie (IV bloedname)
- Glucosurie (= indicatief maar GEEN bewijs)
- HbA1c (indicatief vr chronische gemiddelde glycemie)
Opmerkingen:
* Meestal asymptomatisch -> toevallige vondst
* Soms pas diagnose bij verwikkelingen (oogletsel, coronair lijden)
IGT: impaired glucose tolerance
(screening DM2)
hoge glycemie, maar onder diabetes grens
(storing na orale glucosetolerantietest (OGTT))
-> vlakbij ontwikkelen diabetes
-> hoger risico op macro- en microangiopathie
Impaired glucose tolerance R/
obesitas vermijden
CV hygiëne
DM2 ziektebeeld
Meestal asymptomatisch
Soms geleidelijke ontwikkeling typische DM klachten
- Polyurie, polydipsie, nycturie, dehydratatie
- Onverklaard gewichtsverlies
- Moeheid
- Urogenitale infecties
DM2 acute verwikkelingen
hypoglycemie
niet-ketotisch hyperosmolair, hyperglycemisch coma
niet-ketotisch hyperosmolair, hyperglycemisch coma -> etiologie
Type 2 diabetes met onvoldoende hydratatie
Etiologie: meestal stressfactor
- Infectie
- Medicatie (CS, Diuretica, Beta-blokker, …)
- AMI
- CVA
- Nierinsufficiëntie
- Obstructie
- Pancreatitis
- Heelkunde
- …
niet-ketotisch hyperosmolair, hyperglycemisch coma -> kliniek
(langzaam optredend over dagen – weken)
Symptomen
- Polyurie, dorst
- ± nausea/braken
- ± bizar gedrag
- Neurologische symptomen
(lethargie, focale uitval)
KO
- Huid: droog
- Ademhaling: normaal
niet-ketotisch hyperosmolair, hyperglycemisch coma -> D/
Labo
- Urine: glucose ↑
- Bloed: glycemie ↑↑, geen ketonen (of weinig), pH nl + HCO3 nl of slechts licht ↓
hyperosmolaire hyperglycemische toestand -> R/
Insuline (doel: nle glycemie < 24u)
Vocht (NaCl 0,9% -> glucose 5%)
Ionen (K subsitutie indien K < 5,5 mEq/L)
Ontstolling: Clexane profylactisch
Behandeling onderliggende oorzaak