ziektebeelden cardio Flashcards
hartfalen S/
dyspnee rust/inspanning
vermoeidheid
anorexie
abnormale gewichtstoename
enkelzwelling
gestegen CVD
tachycardie
tachypnee, basale longreutels, pleura-uitstorting
(opm acuut harfalen: snel begin of snelle toename vd klachten, angstig, transpireren, klamme koude handen, reutelende/versnelde AH, verlaagde saturatie, zittende houding, pols meestal snel en zwak, BD in ernstige situaties soms verlaagd, hartgeruis/aritmie/extra toon, longcrepitatie/ronchi/soms wheezing, oedeem)
hartfalen D/
ECG
Labo
(exclusie anemie, hyper/hypothyroidie, infectie - elektrolyten + nierfunctie - NT-proBNP)
RX thorax
TTE
hartfalen R/
(onderhoud)
ACE-I of ARB (sartaan)
BB
MRA: spironolactone (K-sparend diuretica, aldosteron antagonist)
SGLT2i
+ lisdiuretica naar nood
NT-proBNP -> hartfalen?
Er zijn twee verschillende testvarianten (BNP en NT-proBNP), met vergelijkbare diagnostische waarde. –> In huisartsdiagnostiek prefereert men NT-proBNP, gezien de langere halfwaardetijd.
De sensitiviteit van de NT-pro BNP-bepaling is veel groter dan de specificiteit; de test is dus beter in het uitsluiten dan in het aantonen van hartfalen.
De test is weinig specifiek omdat allerlei aandoeningen, zoals anemie, diabetes mellitus, COPD en longembolie, eveneens tot een verhoogd BNP leiden.
Additioneel zijn BNP en NT-proBNP sterk afhankelijk van de nierfunctie, en vooral NT-proBNP is sterk leeftijdsafhankelijk, zodat leeftijdsafhankelijke referentiewaarden noodzakelijk zijn.
(acuut) longoedeem S/
dyspnee
hypoxie
acuut longoedeem: mogelijke oorzaken
myocard ischemie
arritmie (bv VKF)
acute klepdysfunctie
vocht overload
longembool
anemie
a. renalis stenose
longoedeem R/ doel
betere oxygenatie
voldoende BD voor orgaanperfusie
reductie overvloedig extracellulair vocht
beh onderliggende oorzaak
(acuut) longoedeem R/
nitraten (IV nitroglycerine) = 1e lijn
=> VD -> preload daling + arteriodilatatie -> BD daling -> afterload daling
(opm: geen nitraten bij AOklepstenose want ze hebben preload nodig)
evt diuretica (IV furosemide = lis-)
=> preload reductie, reductie dyspnee
evt niet-invasieve ventilatie (NIV) = 1e lijn
(opm: altijd eerst pt rechtop zetten)
O2 therapie enkel bij hypoxie
morfine
=> kan dyspnee reduceren, minder angst/stress
MAAR hoger risico mechanische ventilatie en opname ICU
(depressie CZS en respiratoir systeem)
opvolging longoedeem na acuut moment
opvolgen gewicht
labo: elektrolieten, nierfunctie
echocardio: LV functie?
- nl: behandeling geassocieerde probl (AHT, pulm en perifeer oedeem, VKF)
- gedaald: beh hartfalen
stabiele angor S/
pijn op de borst (RSP, drukkend)
-> provocatie door inspanning, koud/warmte, emoties, zware maaltijd
= voorbijgaand
(SL nitraten, rust, staken van de inspanning)
uitlokkende factoren stabiele angina pectoris
hyperthyroidie (toename zuurstofnood)
anemie (verminderd zuurstofaanbod)
ritmeST (verminderd zuurstofaanbod)
…
stabiele angor D/
ECG: in rust nl -> inpanning: ST-depressie, T-inversie
verder onderzoek:
- ischemie objectiveren (inspanningsproef + ECG of scintigrafie)
- 24u holter
- echocardio
- MRI met adenosine (drug induces VD = farmac stress test)
- coronarografie
stabiele angor R/
voorlichting
levensstijladviezen (hart en vaat)
anti-plaque therapie: aspirine (sec preventie)
- als nt verdragen of nieuw ACS onder aspirine: thienopyridine
BB (1e lijn), Ca-antagonist
aanvalsbeh: nitraten SL (nitroglycerine spray of isosorbidedinitraat tablet)
instabiele angor S/
thoracale pijn in rust
instabiele angor D/
ECG: ST depressie en T-inversie
Labo: enzymes negatief (troponines)
instabiele angor R/
cfr non-stemi
=> beh ~ risicoprofiel
hoog risico: semi-urgentie PCI (< 72u)
laag risico: inspanningsproef, echocardio, angiografie (< 72u)
VKF S/
! kan asymptomatisch !
palpitaties (onregelmatig)
angor
dyspnee
vermoeidheid
duizeligheid
trombo-embolisch risico (CVA/TIA)
opm: VKF meestal bij onderliggend hartlijden
(HT, kleplijden, coronair lijden, HF, HCM)
VKF D/
auscultatie: onregelmatige snelle pols
ECG: onregelmatig, smal QRS, golvende basislijn, geen P-toppen
TTE
Labo (CRP, cofo, nierf en ionogram, TSH)
verdere TO ifv anamnese en kliniek
VKF R/
- HD stabiel?
niet HD verdragen: cardioversie
hemodynamisch verdragen: neem je tijd - wrm VKF?
modificeerbare factn? onderliggend hartlijden? -> substraat modific - trombo-emobisch risico?
acuut: eenmalig clexane => DOAC (> vit K anta)
CHA2DS2-VASc 1 of meer = antico aangewezen (vaak levenslang)
HASBLED 3 of meer: overweeg of antico wel wenselijk of dosisreductie - klachten? invloed op ADL?
evt cardioversie (medicamenteus / elektrisch = synchroon, let op antistol (4w DOAC))
ritme controle (initiëren door HA ontraden: cardioloog -> antiaritmica)
[vb. preventie bij paroxysmale VKF, vb. belangrijke klachten]
vs
rate controle (1e k: BB, 2e k: Ca-anta, evt digoxine toevoegen)
[vb. persisterende VKF, vb. onderliggend hartlijden]
(P91 internistische leidraad)
Evt ablatie
arteriële hypertensie
SBD > 140 en/of DBD > 90
(graad 1 - 2 - 3, geïsoleerde systolische HT)
arteriële hypertensie S/
malaise
perifeer oedeem
thoracale pijn
palpitaties
hoofdpijn
wazig zicht
arteriële hypertensie onderzoek
ANAMNESE
- klachten
- persoonlijke VG
- fam VG
- leef- en eetgewoonten (voeding, roken, alcohol, fys act)
- medicatie (+ BD verhogende substanties)
KO
- BD
- gewicht, lengte, BMI
- buikomtrek
- KO hart, longen, BV, …
ROUTINE TO
- bloedonderzoek (Hb, hct, nierf, lipiden, nuchtere glycemie)
- urine-onderzoek (microscop + dipstick -> proteïnurie, microalbuminurie)
- ECG
AANBEVOLEN TO
- echocardio, echo carotiden, enkel-arm BDindex, pulse wave velocity
- kwantitatieve proteïnurie igv pos dipstick
- oogfundusonderzoek (igv ernstige HT)
- glucosetolerantietest (igv nuchtere plasmaglucose > 102 mg/dl)
- zelfmeting BD, 24u BD monitoring
+ specialistisch onderzoek igv: gecompiceerde HT, vermoeden sec HT
gevolgen aHT
nier (nierinsuff, proteinurie)
hart (LVH, ischemie, HF)
CVA/ TIA
perifere vaten (atheromatose, claudicatio intermittens, aneurysma)
ogen (papiloedeem)
aHT R/
levensstijl (G reductie, sport, alcoholbeperking, dieet)
farmacologisch: thiazide(-like) diuretica, BB, CCB, ACEi, ARB
-> als monotherapie initieel zonder specifieke indicatie voor bepaalde klasse: kies ACEi (of ARB) of CCB
-> vaak combinatietherapie nodig (zie andere flashcard)
arteriële hypertensie combinatietherapie
bij ongecompliceerde HT
(<-> coronair lijden, CNI: zie internistische leidraad)
————————————-
Initiële therapie: dual combination (1 pil)
- ACEi of ARB + CCB of diureticum
- opm: overweeg monotherapie in laag risico graad 1 hypertensie (SBD < 150 mmHg), of bij zeer oude (>80j) / fraile pt’en
Stap 2: triple combination (1 pil)
- ACEi of ARB + CCB + diureticum
Stap 3: triple combination + spironolactone or other drug (2 pillen)
- RESISTENTE HYPERTENSIE: ACEi of ARB + CCB + diureticum + spironolactone of ander GM (ander diureticum/alfa-blokker/beta-blokker)
& overweeg doorverwijzing vr verdere investigatie
Opm: overweeg BB bij elke behandelingsstap wnr daar een specifieke indicatie voor is
acuut myocardinfarct S/
thoraxpijn (> 20 min):
- substernale druk, beklemmend, zwaartegevoel, brandend
- uitstraling naar schouders/armen/rug/nek/kaak
- typische houding = vuist op borstkas
geassocieerd:
- hartkloppingen
- dyspnee
- vermoeidheid
- syncope
-sympathisch: hypertensie, tachycardie
-vagaal: hypotensie, bradycardie, zweten, nausea, braken
AMI ecg
STEMI: transmuraal infarct
- Q golven
- ST elevatie
non-STEMI: geen transmuraal infarct
- ST depressie of elevatie
- T inversie
AMI D/
ecg
labo (troponine, LDH, CK, CK-MB, SGOT (=AST), myoglobine)
RX thorax (tekens longoedeem, andere oorzaken thoraxpijn)
echocardio (LV functie, wandmotiliteit)
AMI - DD troponines niet obv ischemie
longembolie
AO dissectie
cardiaal trauma/chirurgie
pericarditis
myocarditis
hartfalen
apical ballooning
rhabdomyolysis
sepsis
nierinsuff
AMI acute R/
STEMI: dringend PCI
non-STEMI
- hoog risico pt: semi urgentie PCI (<72u)
- laag risico pt: bijkomende investigaties
+ anti-aggregatie
+ anti-coagulatie
+ pijnbestrijding en comfort + vasodilatatie
+ BB (indien tachycard en hypertens)
AMI R/ bij ontslag
kine
statine + ezetemibe levenslang
aspirine levenslang
thienopyridine 1 jaar
BB + ACE-I (indien hartfalen of LV schade)
colchicine
hyperlipidemie beleid
bepaal risicoprofiel ~ SCORE
Target LDL ~ CV risicocategorie
start statine monotherapie
-> zo onvoldoende: ophogen dosis OF combinatie statine+ezetemibe
opm: hoge TG behandelen heeft geen effect op preventie hartaandoeningen!
NE statine
rhabdomyolyse
(zz, potentieel fataal)
veneuze trombose presentatie
2/3 DVT (vnl OL)
1/3 longembool
longembool ontstaan
trombose kan losschieten -> retour nr hart -> arteriële circulatie long
DVT / longembool etiologie
immobilisatie
verhoogde stollilngsneiging
milde RF: zws, OAC, postmenopausale hormonen, obesitas, lange vliegreizen
DVT kliniek
Pijn en zwelling extremiteit
(benen = meest frequent)
KO: Warm, Rood
longembool kliniek
Thoracale pijn, verergerd bij diepe inspiratie (verband met AH!!)
Benauwdheid, Dyspnee
Zelden: hemoptoë en hoesten
Indien ernstig:
-HD instabiliteit -> collaps
-Respiratoire insufficiëntie
KO:
- Tachycardie
- ↑ CVD (< pulmonale R ↑)
- Hypotensie (< pulmonale R ↑)
- Pleurawrijven
- Luide S2, Soms S3
- GEEN oedeem
opm: vaak geen symptomen DVT + negatieve echo benen
DVT DD
cellulitis
erisypelas
spierscheur
tromboflebitis
longembool DD
pneumonie
pleuritis
AMI
angina pectoris
pericarditis
DVT/longembool D/
Wells score: klinisch (on)waarschijnlijk?
-> volg schema voor verder beleid
D-dimeren: normaal = trombose uitgesloten
verdenking DVT:
- duplex-echografie
verdenking longembool (indien bewezen DVT + milde kliniek):
- ventilatie-perfusie scintigrafie = screening
- pulmonalis angiografie catheterisatie = referentie
- spiraal CT (klonter?)
- echocardiografie (vnl bij ernstige symptomen)
DVT/longembool R/
profylactische antistolling in risicosituaties: LMWH subcutaan
behandeling = antistolling
(LMWH, K-antagonist, DOAC)
aorta aneurysma =
diameter 50% of meer toegenomen
echt aneurysma
alle lagen van slagaderwand
vals aneurysma
gedekte bloeding
abdominaal AO aneurysma S/
typisch asymptomatisch (toevallige vondst)
hart in buik voelen kloppen
ruptuur: hevige rugpijn of acuut abdomen
thoracaal / thoraco-abdominaal AO aneurysma S/
meestal asymptomatisch
soms pijn precordiaal of in rug
druksymptomen
(vb. heesheid, dysfagie, stridor en dyspnee, VCS syndroom)
abdominaal AO aneurysma D/
echografie (diameterbepaling) = diagnose
[CT met IV contrast = bepalen therapie]
thoracaal/thoraco-abdominaal AO aneurysma D/
RX thorax -> verbreding AO schaduw -> CT scan
AO aneurysma spontane evolutie
neemt toe in diameter tot het barst
abdominaal AO aneurysma R/
rookstop!!! -> vermindert groei
< 5cm: risico ruptuur AAA = klein
preventieve behandeling (cave risico behandeling)
=> wnr groter (man: > 5,5 cm // vrouw: > 5cm)
=> wnr snelgroeiend (> 1cm/jaar)
= HK (vervangen door kunststof) + FU (endoleak -> heringreep)
thoracaal/thoraco-abdominaal AO aneurysma R/
rookstop!!! -> vermindert groei
+ chirurgie
endocarditis =
ontsteking endocardium (door infectie):
meestal thv de klepbladen
(meest frequente bacteriën: zie internistische leidraad: enterococcen - streptococces - stafylococcen)
endocarditis kliniek
infectie: malaise, koorts, leukocytose, soms nachtelijk zweten / anorexia / splenomegalie, abcessen
weerslag op hart: tekenen hartfalen
rechter hart endocarditis -> septische embolen naar longen
embolen of vasculitis: huidverschijnselen (…), mogelijks neurologische verschijnselen tgv embolen, perifere embolen
immuuncomplexvorming mogelijk -> depositie
(immuuncomplex glomerulopathie, RA, oslernoduli huid)
endocarditis D/
kliniek
TEE (verdikking endocard)
labo (CRP, leukocytose, trombocytose)
2 hemoculturen afnemen -> dan pas empirische AB
evt extra onderzoeken
endocarditis R/
EERST 2 hemoculturen, 30 min uiteen
ernstige gevallen: empirisch AB -> aanpassen obv antibiogram (ESC guideline)
//
opm: als culturen neg blijven + onvoldoende klinische respons -> denken aan schimmels, q-fever, chlamydia …
opm: indien respons aan ingesteld AB (of antimycotica) = na enkele dagen klinisch duidelijk (alg toestand, bloedbeeld)
wnr endocarditis profylaxe?
enkel aangewezen bij pt met verhoogd risico op infectieuze endocarditis (IE) en risico op slechte prognose indien IE
vb. klepchirurgie, voorafgaande IE, congenitale hartafwijkingen
myocarditis =
ontsteking hartspier
etiologie acute myocarditis
meestal virale infectie (enterovirus, coxsackie A en B, Lyme)
zelden bacterieel
alcoholische myocarditis
acuut gewrichtsreuma -> subacute carditis
onbekende etiologie: reuscelmyocarditis (snel, shock, transplant nodig)
myocarditis S/
weinig symptomen (vaak gemist)
tachycardie
ECG: repolarisatieSTn
Ernstig: infectieus syndroom, koorts, L- en R-hartfalen, shock, ritmeSTn, geassocieerde pericarditis
myocarditis D/
DENK ERAAN (igv infectieus syndroom + stoornissen pompfunctie)
ECG: tachycardie, repolarisatieSTn, ritmeSTn
(opm: Lyme -> typisch AV-geleidingsSTn)
RX thorax: cardiomegalie, stuwing
echocardiografie
myocardbiopsie
MRI
myocarditis R/
symptomatische behandeling (HF, ritmeST)
soms cortisonen
harttransplant
acute pericarditis etiologie
meestal viraal (coxsakie A en B, echovirus, adenovirus)
pericarditis S/
(voorbije) symptomen virale infectie (gastro-enteritis, viraal syndroom)
thoracale pijn (AH- en houdingsgebonden)
meestal geen stuwing
pericarditis D/
auscultatie: pericardwrijven
RX: pericardvochtuitstorting
ECG: diffuse ST elevatie en PR depressie, bij toename vocht diffuus lage voltages
echografie: kleine hoeveelheid pericardvocht, geen grote effusie
labo: CRP, leukocytose, troponines indien zware ontsteking
(evt extra onderzoeken)
pericarditis R/
rust
anti-inflammatoir
- acetylsalicylzuur (aspegic volgens afbouwschema)
- NSAID (minder freq dan ASA)
- colchicine (3m, bij recidief 6m)
- corticoïden in bep indicaties (vb systeemziekte)
rechter ventrikelinfarct
arteriële bloedvoorziening van de rechterhartkamer = gecompromitteerd
=> door een afsluiting vd rechterventrikeltak vd rechtercoronairarterie (RCA)
=> of door een afsluiting van de RCA proximaal van die zijtak
ECG afwijkingen (vb. ST elevatie)
rechter vs linker HF
Bij linkszijdig hartfalen hoopt zich vocht op in de longen. De patiënt is eerst alleen bij inspanning kortademig, maar later heeft hij ook bij platliggen last van kortademigheid en prikkelhoest.
Bij rechtszijdig hartfalen hoopt zich vooral vocht op in de voeten, enkels, benen, lever en buik.
opm hartdecompensatie: rechter HF meestal veroorzaakt door linker HF
harttamponade =
een klinisch beeld waarbij het hart door aanwezigheid van vloeistof in het hartzakje zich niet meer vol kan zuigen met bloed in de ontspanningsfase (diastole)
harttamponade S/
vooral tekens van rechter hartfalen!
systemische hypotensie –> perifere vasocontrictie en reflextachycardie (ter compensatie)
dyspnee, tachypnee < pulmonale congestie
harttamponade D/
auscultatie: stil hart
pulsus paradoxus +++ (DD: constrictieve pericarditis: +)
teken van Kussmaul - (DD: constrictieve pericarditis: +++)
ecg: sinustachycardie, verminderde voltages
echocardio: diastolische collaps (compressie RV en RA bij diastole)
pulsus paradoxus
daling SBD 10 mmHg of meer bij diepe inspiratie
teken van Kussmaul
= jugulaire veneuze druk (de vulling vd halsader) die stijgt met inspiratie
(inspiratie -> bloed kan niet naar RV -> blijft in jugulaire venen => toename CVD bij insp)
harttamponade R/
dringend pericardpunctie
+ vaak hierna urgente chirurgie nodig
+ onderzoek pericardvocht ( -> etiologie)
CI pericardiocentese
INR > 1.3
trombopenie < 50.000
ziekte van Buerger (thromboangiitis obliterans)
= chronische ontsteking van de bloedvaten (vasculitis)
-> verminderde bloedtoevoer: vooral in benen en armen
De aandoening ontstaat zeer waarschijnlijk door een combinatie van erfelijke aanleg en roken.
=> vnl bij rokers < 45 jaar, vnl mannen.
Pijn tenen/voeten en vingers/handen
Raynaud
Claudicatio intermittens (etalagebenen)
Door de ontsteking ontstaat trombose en uiteindelijk weefselschade (necrose). Dit kan leiden tot amputaties van tenen of vingers.
KO/ perifere pulsatie vaak verminderd
D/ angiografie, doppler-echo, biopt (betreffende slagader), bloedtest, …??
R/ STOPPEN MET ROKEN
Medicatie (anti-stolling, ontstekingsremmers, vasodilatatie)
Operatie (soms bypassoperatie of een sympathectomie: doorsnijden van een zenuwstreng met vaatverwijdend effect)
perifere vasculaire ziekte
–> 2 condities
perifeer vasculaire/veneuze insufficiëntie (PVD)
perifeer arterieel vaatlijden (PAD)
(chronisch) veneuze insufficiëntie: algemeen
venen (aders) transporteren bloed terug naar het hart –> zuurstofarm bloed (uitzondering: vena pulmonalis)
igv probleem (verminderde werking):
- bloed begint zich te verzamelen in de aders (= pooling), meestal vd onderste ledematen (-> varices)
perifeer arterieel vaatlijden: algemeen
arteries (slagaders) transporteren bloed van het hart naar de rest van het lichaam –> zuurstofrijk bloed (uitzondering: longslagader)
igv probleem:
- ischemie (zuurstoftekort)
- necrose (afsterven weefsel)
PAV wordt vnl veroorzaakt door atherosclerose (slagaderverkalking) in de OL.
perifere vasculaire ziekte =
een toestand veroorzaakt door een vernauwd of verstopt perifeer bloedvat
–> de bloedvaten worden vernauwd/stijf
–> verminderde bloedcirculatie
(oa naar en van de extremiteiten)
Organen die door deze vaten worden aangevoerd, krijgen mogelijks niet genoeg bloedstroom voor een goede werking. De benen en voeten worden echter het vaakst aangetast.
veneuze insufficiëntie: symptomen
varices
oedeem
ulcus cruris (open wond of zweer aan het onderbeen)
hyperpigmentatie (bruine verkleuring aan de onderbenen, veroorzaakt door hemosiderine)
kan volledig pijnloos zijn, of kan verschijnselen als zware/vermoeide benen of een diffuus/plaatselijk warm gevoel aan de benen veroorzaken
(eerder doffe pijn ipv scherpe pijn)
…
Hemosiderine pigmentatie onderbenen =
bruinige hyperpigmentatie aan de onderbenen, bestaande uit een ijzerhoudend pigment.
Hemosiderine = een geoxydeerd afbraakproduct van hemoglobine, afkomstig uit erytrocyten.
Meestal wordt dit gezien bij chronische veneuze insufficiëntie, waarbij de erytrocyten buiten het vat zijn geraakt omdat de capillairen lekken tgv de verhoogde druk in het veneuze systeem.
In het begin zijn deze microbloedingen rood of paars, later wordt het bruin. Soms heeft het een gelige tint, dit wordt ook wel purpura jaune d’ocre genoemd.
De erytrocyten worden afgebroken, waarbij het ijzerpigment uiteindelijk in macrofagen terechtkomt (siderofagen). Het aanbod aan extravasale erytrocyten is zo groot en zo chronisch dat het niet lukt om het pigment af te breken en af te voeren. De hemosiderine pigmentatie blijft als een soort tatoeage bestaan, verdwijnt niet meer.
perifeer arterieel vaatlijden: symptomen
A) Acute ischemie van het (onder)been:
klachten die wijzen op ACUTE ISCHEMIE:
- rustpijn
- snel progressieve gevoelsstoornissen vh been (doof gevoel)
- spierzwakte van been/voet
- bleekheid;
B) Chronisch obstructief arterieel vaatlijden:
klachten die wijzen op CLAUDICATIO INTERMITTENS:
- pijn en vervelende sensaties (moe, stijf, krampen, temperatuurverschillen) in been/bilregio bij inspanning die verminderen in rust
klachten die wijzen op KRITIEKE ISCHEMIE:
- rustpijn en/of nachtelijke pijn (vooral in voorvoet of tenen), die afneemt als patiënt opstaat of aangedane been laat hangen
- afwijkingen huid of nagels aan voeten (wondjes of zweertjes);
perifeer arterieel vaatlijden: KO
A) Beoordeel tekenen die wijzen op ACUTE ISCHEMIE vh been:
=> arterieel:
ontbrekende pulsaties bij palpatie van a. tibialis posterior, a. dorsalis pedis en/of a. femoralis;
souffle over a. femoralis;
lagere huidtemperatuur van voet/onderbeen bij palpatie met handrug;
bleekheid vh been;
=> neurologisch:
gevoelsstoornissen vh been (vaak interdigitale ruimte en voetrug tussen eerste en tweede straal);
spierzwakte van been/voet (vaak zwakte/motorische uitval van intrinsieke voetspieren).
//
B) Beoordeel tekenen die wijzen op CHRONISH OBSTRUCTIEF ARTERIEEL VAATLIJDEN:
=> arterieel:
verzwakte pulsaties bij palpatie van a. tibialis posterior, a. dorsalis pedis en/of a. femoralis;
souffle over a. femoralis;
lagere huidtemperatuur van voet/onderbeen bij palpatie met handrug.
=> trofische stoornissen: wondjes aan tenen/voet/enkel; verminderde beharing; nagelafwijkingen.
Bepaal met een dopplerapparaat de enkel-armindex (EAI) bij een vermoeden van chronisch obstructief arterieel vaatlijden.