PEDIATRIE Flashcards

1
Q

neonaat 3d oud, suf, niet reactief, drinkt slecht: anamnese

A

ICE

VALTIS
- hoe lang al suf? plots of geleidelijk?evolutie?
- hangerig/ slaperig? prikkelbaar? actief/speelt nog? reactief?
- koorts (hoe gemeten, hoeveel, beter na medicatie)? intake (drinken verminderd, type voeding, BV)?
- piepende AH, hoest, rhinitis, grijpt nr oortjes
- braken? diarree?
- mictie: plast nog goed? aantal pampers?
- huidafw?
- stuipen gehad?

WAMPLE: creche? anderen ziek? vaccinatie ok? reis? GM? immuundef?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alarmsignalen bij koorts (kind)

A

< 3m: > 38°C
3-6m: > 39°C

//

  • < 3m
  • ernstig ziek
  • huid: bleke huid, gebloemd
  • CZS: bwz verlies, nekstijf, stuipe, focale neurol tekens, opgezette fontanel
  • AH: tachypnee, AH-distress (roken van ouders navragen)
  • galbraken
  • CRT: dehydratatie / shock (fontanel ingezakt)

=> denk aan meningitis / sepsis !!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

meningitis S/
- jonge kinderen
- oudere kinderen

sepsis S/

A

meningitis jong kind
- koorts, minder bwz, irritabel, slechte intake
- hypotoon, stuipen (dd CZS infectie en koortsstuipen), braken

meningitis ouder kind (specifieker)
- koorts, slaperigheid
- hoofdpijn, fotofobie, nekpijn, braken

sepsis:
- koorts, tachycard, tachypnee, lage BD, shock, MOF, purpura/petechieën)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

KO suf kind / koorts

A

PM: koorts? pols …

inspectie: KIND UITKLEDEN
- BWZ verminderd? prikkelbaar? huilerig? speelt nog?
- < 1j: opgezette fontanel? (dd meningitis) // nekstijfheid (> 1j, meningitis niet uitgesloten als afwezig), kernig, brudzinski
- petechiën / purpura (niet wegdrukbaar (glass test); dd bact meningitis: niet uitgesloten als afwezig)
- CRT
- opistotonus
- andere: respirat distress? geel? kijk in pamper, kijk of snot, …

hart en longauscultatie

NKO (blwi?)

pulsaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DD koorts bij kind < 3m

A

sepsis of meningitis tot tegendeel bewezen!
- bacteriële meningitis
- virale meningitis
- encefalitis (HSV, varicella, …)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

meningitis TO

A

transfer naar ZH bij meningeale tekenen

sepsis/meningitis screening
- labo: cofo, crp
- HC
- urine (zakje / sondage / suprapub punctie): nitriet (UTI), leucocytenesterase, UC
- LP voor start AB, zeker < 1j, tenzij CI

RX thx als tachypnee
winter: bv RSV sneltest
(evt huidbiopsie petechie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

CI LP

A

instabiele pt
focale neurol tekenen (vb sunset sign ogen)
verhoogde IC druk (risico inklemming)
trombocytopenie
coagulopathie
lokale infectie
vertraging in beh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meningtitis R/

A
  • IV 3e gen cefalosporine: cefotaxime (< 3 m: + ampicilline voor listeria) ZO SNEL MOG
  • dexamethasone (minder sequellen / verwikkelingen vb gehoorschade)

//

  • profylaxis aan contacten: rifampicine
  • antipyretica enkel indien pt (> 6m) oncomfortabel dr koorts
  • supportieve beh (bij shock)
  • cave hersenoedeem
  • meningokokkenmeningitis = meldingsplichtige ziekte (overheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

encefalitis R/

A

na LP start je meteen AB (ikv bact meningitis - cave sterfte), bij vermoedenvirale encefalitis start je ook aciclovir

-> behandel dus voor beide (moeilijke dd)
-> therapie kan aangepast worden bij resultaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kind met koorts ZONDER focus
(geen meningeale tekens, geen petechiën)
-> aanpak?

A

Gerichte systeemanamnese om focus te achterhalen! (opm constipatie kan passen bij UWI)
- incl: vaccinatiestatus

KO
- PM
- systeem (incl otoscopie en keel)
- meningeale prikkeling? NEKSTIJFHEID
- vergeet genitaliën niet!! (fimosis, testikel niet ingedaald ~ ipsilat nierprobl, …)
- (wervelkolom defect -> evt neurogene blaas)

TO:
- urine
- labo: COFO, nierfunctie, CRP, leverfunctie
- evt RX thorax
- evt LP en HC

//
stap 1: urinestaal, incl urinecultuur
-> pos -> wss pyelonefritis
-> neg: evt RX thorax
- lft > 1j en niet toxisch: RX thx bij verhoogde AHferq / kuchhoest / steunende AH; anders afwachten
- lft < 1j (want vaak aspecifiek beeld, auscultatie kan nl z): RX thx doen => RX nl en toxisch/hoge koorts en WBC telling abnl -> LP + HC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk vaccin is verplicht bij kinderen?

A

polio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mazelen S/

A

-[bifasisch verloop: infectie via resp epitheel -> viremie]
- koorts, rhinorree, faryngitis, conjunctivitis
- Koplik spots (witte vlekjes op rode achtergrond) op wangmucosa = pathognomisch
- gevold dr gegeneraliseerd grofvlekkig exantheem (maculopapuleuze rash, gelaat en romp)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mazelen R/

A

opm: niet frequent wegens vaccin (-> asympt), doormaken geeft levenslange bescherming

meestal zelflimiterend na 10d (sympt beh)

verwikkelingen: pneumonie, encefalitis!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bof S/

A

asympt (30% van nt-gevacc, 80% van gevacc)

parotitis (unilat -> bilat), pijn bij kauwen
koorts, malaise, braken

man: teelbalontsteking
vrouw: ovaria ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

bof R/

A

opm: vaccinatie

behandeling = sympt (pcm, drinken)

verwikkeling: virale meningitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

rubella S/

A

< rubellavirus: mild ziektebeeld
koorts, nt-jeukende maculopapulaire rash (gelaat -> lich)

LK +++ (occipitaal, auriculair, cervicaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

rubella R/

A

symptomatische beh

CAVE: hervaccinatie bij vrouw met kinderwens indien titer rubella niet hoog genoeg -> zwangeren moeten immuun zijn want TERATOGEEN => congenitaal rubella syndroom: kan vss organen aantasten ~ ontwikkelingsfase (later in zws -> ernst minder)
- vb doof, oogschade, hartaantasting, microcefalie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Varicella (VZV) = waterpokken/windpokken

A

[onschuldige kinderziekte, bij volw/zwangeren hevigere ziekteverschijnselen]

vlek > papel > vesikel > korst
- jeuk
- vss stadia gelijktijdig aanwezig
- start thv hoofd/romp

koorts, onwel
evt conjunctiva of slijmvliezen mond/keel aangedaan

opm: reactivatie = zona (gordelroos, herpes zoster -> volgens dermatoom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

varicella R/

A

sympt beh: evt anti-jeuk

wnr IV aciclovir (of PO valaciclovir)?
- bij verhoogd risico
- zwangeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

mongolian spot =

A

bleek-grijsblauwe verkleuring in de sacrale of lumbo-sacrale regio.
- soms is er ook wat lokale overbeharing.
- Laesies varieren in grootte van enkele centimeters tot 20 cm.
- Mongolian spots kunnen ook op andere plaatsen voorkomen, bijvoorbeeld op een arm of een been.
De mongolenvlek komt vaak voor bij kinderen die ergens in hun stamboom Aziatische roots hebben

R/ Geen. De meeste verdwijnen vanzelf na een paar jaar of in de puberteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

seborrheische dermatitis

A

zie dermato

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

roodvonk (scarlet fever, scarlatina) S/

A

plots koorts en keelpijn

kleinvlekkig exantheem (evt confluerend)
in oksels en liezen -> romp en ledematen

rode wangen

tong eerst wit beslag -> dan vuurrond: aarbeientong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

roodvonk (scarlet fever): oorz

A

streptococcen (S pyogenes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

roodvonk (scarlet fever) R/

A

zelflimiterend tss 7-10d
(besmettelijk!)
(evt amoxicilline bij epidemisch voorkomen in klas)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

DD petechieën, purpura

A

meningococcensepsis (R/ AB)

henoch schönlein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

henoch schönlein S/

A

petechieën op benen
buikpijn (massief bloedverlies in SG)
gewrichten
soms nieraantasting (meer bij volw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

meningokokken vaccin

A

Bexsero: tegen groep B meningokok (geen basisvaccinatie)

geconjugeerd vaccin tgn groep A en C meningococcen (preventie meningokokkenmeningitis: kan kind doden in paar uur tijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

otitis media verwekker

A

meest voorkomende bact verwekkers:
- Streptococcus pneumoniae, Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis

Aan een episode van otitis media acuta gaat regelmatig een bovensteluchtweginfectie vooraf. De daarvoor verantwoordelijke virussen kunnen zelf otitis media acuta veroorzaken, maar een bacteriële infectie ontstaat waarschijnlijk vaak na ‘virale voorbereiding’ van de slijmvliezen (vb RSV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

otitis media kliniek

A
  • Koorts, huilen, meer pijn bij neerliggen, (trekken aan oor,) braken, diarree
  • KO: rood welvend trommelvlies, lichtreflex afwezig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

AB bij otitis media kind

A

wnr AB?
- < 18m (NHG: < 6m)
- hoge koorts en ernstig ziek
- andere: immuungecompromiteerd, anatomische afwijkingen in nko-gebied (syndroom van Down, palatoschisis)

In meeste gevallen verloopt OMA ongecompliceerd –> R/ koort- en pijnbestrijding, decongestieve neusdruppels
–> na 2-3d niet beter: start AB PO

keuze AB (~ NHG):
- Amoxicilline is het middel van 1e keus
- Overweeg cotrimoxazol bij een contra-indicatie voor amoxicilline
- Overweeg amoxicilline/clavulaanzuur of verwijs naar een kno-arts als 48 uur na het starten van amoxicilline geen verbetering is opgetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

verloop otitis media

A

bij ruim 80% van de kinderen zijn de ergste klachten zonder antibiotica na 2-3 dagen over.
- Kinderen < 2 jaar met een dubbelzijdige otitis media acuta hebben een grotere kans dat de pijn en koorts langer aanhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

otitis media complicaties

A

= zeldzaam !

mastoiditis
meningitis
- oor en mastoïd zijn heel dicht bij hersenen gelegen, slechts een kleine botinvasie is genoeg om te leiden tot een zware complicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

mastoiditis S/

A

het klassiek beeld bestaat uit otitis media met oedeem vh periost en de huid vd GG

roodheid en zwelling huid (tgv oedeem achter oor; afstaand oor)
drukpijn achter oor / mastoidpunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

mastoiditis R/

A

mastoidectomie (luchtcellen w verbonden en zieke deel verwijderd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

impetigo (krentenbaard)

A

lokale huidinfectie, heel besmettelijk
vooral gelaat (rond neus)

honingkortsen < streptokok (S pyogenes)
bullae < stafylokok (S aureus)

R/lokaal fusidine zalf of PO flucloxacilline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

SSSS kliniek

A

staphylococcal scalded skin syndrome
< S Aureus (toxines, ook bij TSS)

koorts, onwel
lokale infectie rond neus/mond/ogen -> dan diffuus erytheem

Nicholsky +: huid komt los bij wrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

SSSS R/

A

IV AB
vocht
pijnstilling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

(gingivo)stomatitis kliniek

A

bv door HSV (1 > 2)

hoge koorts 4-5d -> dan vesikels op tong / wang / gingivae / verhemelte

39
Q

(gingivo)stomatitis R/

A

spoelen met mondwater (vb met waterstofperoxide of xylocaïne), tanden voorzichtig poetsen

pijnstilling

40
Q

hand-voet-mond ziekte kliniek
(hand-foot-mouth disease)

A

< cocksackie virus, enterovirus

koorts, malaise, anorexie
hoesten, keelpijn, neusverkoudheid
misselijkheid, braken

na 1-2d orale kleine laesies (pijnlijk) (dd herpangina: enkel in de mond)
dan ook thv handen en voeten (vesikels iets groter dan bij HSV)

opm: na doorgemaakt ku de nagels groeistoornissen vertonen en zelfs loslaten

41
Q

hand-voet-mondziekte R/

A

zelflimiterend na 5-10d

symptomatisch, pijnstilling zo nodig

42
Q

luierdermatitis kliniek

A

< huidirritatie dr urine

roodheid, soms schilfers
pijn en/of jeuk
NIET in de plooien (itt verwikkeling met candida: plooien ook aangetast)

43
Q

luierdermatitis R/

A

gebruik wegwerpluiers

protectieve zalf / vette creme (vb zinkolie, zinkoxidevaselinecreme)
topisch CS bij ernstig

44
Q

preseptale/periorbitale cellulitis

A

= infectieuze ontsteking vh ooglid en de huid rondom het oog - aan de VOORZIJDE vh orbitale septum
–> weefsels id oogkas + oog zelf zijn NIET aangedaan (iit ORBITALE CELLULITIS)
- nle visus, oogbewegingen intact, gn proptosis

S/ plots ontstaan zwelling/roodh/warmte/gevoeligh vh ooglid (unilat), soms koorts en alg malaise, ptosis

oorz: wondje/beet, verspreiding lokale ontsteking (vb dacrocystitis), verspreiding ontsteking op afstand (pneumonie, otitis media)
-> infectie vaak veroorz dr bact (vb. S pyogenes, pneumokok)

R/ AB

opm: het orbitale septum voorkomt dat de inf zich nr achteren (richting oogkas en hersenen) uitbreidt!

45
Q

orbitale cellulitis

A

erstige infectie vd dieper gelegen weefsels in de oogkas (rondom het oog), gelegen ACHTER het orbitale septum

komt minder voor dan preseptale cellulitis, maar ernstiger

plots begin: unilat zwelling en roodheid vh ooglid, omliggende weefsels en het slijmvlies (conjunctiva, chemosis)
- pijn, proptosis, pijn bij oogbew + beperking oogbew, wazig/verminderd zicht, dubbelbeeld, abnle pupilreactie (aantasting oorzenuw), vaak koorts, ernstige malaise
- evt klachten die horen bij primaire infectiebron

oorz: dezelfde als van preseptale cellulitis, ook uitbreiding presept cell mogelijk (bedacht op z bij jonge kinderen waarbij orbitale septum nog nt volgroeid)

oogcomplicaties of uitbreiding infectie nr hersenen mogelijk (sinus cavernosus trombose, meningitis, hersenabces
(hoofdpijn slap, neurol klachten)

R/ ZH, aanvullende onderzoeken, AB iV, evt HK (drainage abces)

46
Q

herpetische witvinger

A

HSV (1> 2)

pijnlijk, rood, oedeem
witte papels!

47
Q

erythema infectiosum

A

< parvo B19

griepachtig
1w later slapped cheek appearance (perinaso-oraal vrij)

48
Q

roseola infantum / exanthema subitum

A

< HHV 6/7

bij peuters

3d hoge koorts
meteen erna diffuse maculopapulaire rash

49
Q

milia

A

= gerstekorrel
= kleine subepidermale cyste gevuld met keratine

Milia komen heel vaak (40-50%) voor bij pasgeborenen (neonatale milia), meestal op of rond de neus, soms bovenop het hoofd of op de romp. Deze neonatale of primaire milia, die ontstaan uit nog niet goed ontwikkelde vellushaar follikels gaan vanzelf weer over binnen een paar weken.

50
Q

erythema toxicorum neonatorum

A

pustuleuze eruptie neonaten (< 2w)
eosinofiele granulocyten

verdwijnt vanzelf

51
Q

wijnvlek

A

naevus flammeus

= capillaire malformatie

vanaf de geboorte

vooral gelaat (eerst teleangiectasie -> wijrood)
plat
niet wegdrukbaar

R/ laser

52
Q

hemangioom

A

goedaardig gezwel van bloedvaatjes
meestal enkele dagen na geboorte
groeit verder en w verheven
niet wegdrukbaar

R/ propranolol om groei tegen te gaan
(als er kans is op functiestoornissen, tijdelijke of blijvende misvormingen of psychosociaal leed op latere leeftijd door de littekens die kunnen ontstaan. Liefst starten vóór de leeftijd van 4-6 maanden. Maar ook later, tot 1 jaar is er nog enige effectiviteit.)

//

huidziekten.nl:
Een hemangioom is een benigne proliferatie van endotheliale cellen, die een vasculaire plaque of tumor vormen met een afwijkende vasculaire architectuur. Infantiele hemangiomen zijn de meest voorkomende tumoren op de kinderleeftijd (incidentie 5-10%). Circa de helft is gelokaliseerd in het hoofd-halsgebied. Infantiele hemangiomen worden gekarakteriseerd door een snelle groei in de eerste levensweken/maanden, gevolgd door langzame involutie, vaak leidend tot volledige regressie na jaren. De pathogenese is nog niet volledig duidelijk. Hemangiomen zijn vaak afwezig of nog klein bij de geboorte en groeien snel de eerste maanden. Microscopisch wordt er een proliferatie gezien van plompe endotheelcellen. Daarentegen zijn vasculaire malformaties aanwezig bij de geboorte, groeien in proportie met het kind mee en histologisch worden er vlakke endotheelcellen gezien. Hemangiomen kunnen ook op oudere leeftijd ontstaan, bij volwassenen (angioma senilis, verkregen hemangiomen). Infantiele hemangiomen zijn meestal onschuldig en verdwijnen vanzelf weer, maar bij 5-10% van de kinderen veroorzaken ze problemen en moeten behandeld worden om korte- en langetermijnschade te voorkomen.

53
Q

ooievaarsbeet

A

= naevus van Unna

vanaf geboorte
typisch achteraan nek
plat, wel wegdrukbaar

R/ afwachten

54
Q

OME

A

Otitis media met effusie: ophoping vocht in middenoor zonder tekenen van acute infectie zoals pijn en koorts.
< Bovenste luchtweginfecties (rhinitis, adenoiditis) + disfunctie van buis van Eustachius.

Anamnese: S/
- Gehoorverlies
- Drukgevoel (geen echte pijn)
- Geen koorts
- (BLWI)

D: Trommelvliesbeeld:
- ingetrokken TV
- lichtreflex verplaatst of afwezig
- kleur varieert van grijs tot rood of geelbruin. (Zelfdzaam: blauw)

R: In eerste instantie conservatief (goedaardig karakter, neiging tot spontaan herstel)
- afwachten en behandelen bovenste LWI, liefst geen AB!
- Wanneer minimum 3 maanden geen verbetering: buisjes (gehoorverlies direct opgeheven) of adenotomie (indien vergroot adenoid)

55
Q

OMA

A

.otitis media acuta
< Tijdens bovenste LWI of kinderziekte
< Meestal H.Influenzae, Moraxella catarrhalis, Strepto-, pneumo- of staflylococcus.
< Soms ontstaat OMA uit OME, soms omgekeerd.

Anamnese: S/
- vnl ’s avonds last van vol of drukkend gevoel in oren, soms met hevige pijn.
- Kleine kinderen: grijpen naar de oren of rollen met hoofd.
- Meestal ziek, hoofdpijn
- Soms hoge koorts.

KO:
a) Otoscopisch:
- welving van het achter-boven kwadrant (bomberen)
- rode tot rood-blauwe, later meer gelige kleur
- normale hamersteel en lichtreflex verdwijnen
- vaak spontane perforatie

b) algemeen KO: NKO, longen, abdomen, inspectie huid, nekstijfheid,
temperatuur nemen, BD en pols als minder alert en vermoeden shock….
- Sluit meningitis uit adhv KO en anamnese : alert, niet nekstijf, geen petechiën, niet hypotoon = geruststellend.
- kijk of mastoiditis

R/
- In beginstadium: pijn bestrijding, koortsdemping, evt decongestieve neusdruppels
- ANTIBIOTICA? < 18maanden OF als hoge koorts EN ernstig ziek
- Een enkele keer verdient paracentese de voorkeur: druk ontlasting waardoor vermindering vd pijn.

Complicaties:
- Acute mastoiditis (oedeem periost en huid gehoorgang -> achterwand naar voor: afstaand oor)
- Zeldzaam: Trombose sinus sigmoideus, MENINGITIS, Labyrinititis

Recidief?
- Spontaan gunstige evolutie, goede neusverzorging (zo nodig adenotomie) ofwel trommelvliesbuisjes (vnl igv OME tss verschillende episodes)

Diagnose: OMA

56
Q

OMA: moeder geruststellen geen meningitis

A

ICE
wrm denk je aan meningitis?

uitleg over typische kliniek OMA en meningitis
-> aantal gelijkaardige S/ maar ook vss: klinisch uitgesloten

normaal zie je vaak ook eerst mastoiditis (rode zwelling achter oor, met laagstand oor) -> en dan pas uitbreiding nr hersenvliezen

beleid OMA + alarmtekens uitleggen

57
Q

kind 14m loopt nog niet, ongeruste moeder
-> anamnese en KO

A

Ontwikkelingsachterstand? -> Belangrijk om de ontwikkeling op verschillende gebieden na te gaan:

Ruwe motoriek
- (6w: heft hoofdje op buiklig)
- Kan het kind reeds kruipen? Zo ja, hoe zal het kind kruipen: op handen en knieën [max 13m], commandostijl (abnl op 13m) of schuift het kind over zijn poep?
- zit stevig alleen zonder steun [9m / max12m]
- Kan het kind zich al rechttrekken tot stand aan de rand van de zetel en staan met steun? [12m]
- Stappen zonder steun vanaf 12m. Op 18m moeten ze echt kunnen stappen !!

Fijne motoriek / visus
- Spelen met blokjes, kleuren, toren stapelen: blokjes in een uit een doosje doen? [6m blokje overnemen]
- Pincetgreep? [12m] (5m: grijpen met volle hand)
- Visus: volgen met de ogen? Visustest van K&G? (volgen met hoofd 6w - 3m: draait ogen nr stemgeluid)

Spraak- en taal ontwikkeling
- Kan het kind al enkele woordjes zeggen? Zo ja, welke? [Mama en dada = 12 maanden, eerste woordjes zeker tgn 18m] (30m: eerste zinnen)
- Gehoortest bij de geboorte normaal? Gevoel dat het kind niet goed hoort?

Sociale, emotionele en gedragsontwikkeling
- (glimlach 6w, oogcontact 3m)
- Speelt graag kiekeboe? [9m] Kan het kind al dag zwaaien? [12m]
- Kan het kindje al zelfstandig drinken en een beter met twee handen vasthouden? = 12m [18m: alleen eten]
(opm: vast voedsel vanaf 6m starten, melkvoeding tot 8m nog de belangrijkste bron van voedingsstoffen)

Andere:
- Zijn er abnormale dingen opgevallen? Maakt het kind soms eigenaardige bewegingen, of zijn er andere problemen aanwezig? Zijn er opmerkingen vanuit de crèche?
- Kon het kind vroeger wel stappen en heeft het het vermogen om te stappen verloren (= REGRESSIE: verlies aangeleerde capaciteiten)?
- Wanneer kon de mama en de papa, broertjes en zusjes stappen? ontwikkelingsST of relevante ziekten in fam?
- Zijn er bepaalde spieraandoeningen of andere aandoeningen die voorkomen in de familie?

Verloop van de zwangerschap en bevalling?
- Zijn er problemen geweest tijdens de zwangerschap? Zo ja, welke problemen? (vb. TORCHES)
- Is het kindje a term geboren? (of prematuur) Zijn er problemen geweest tijdens de bevalling?
- Verloop van de eerste dagen/maanden na de geboorte? Problemen of moeilijkheden geweest?

intake, normale stoelgang?
medicatie
pers VG
ouders gerelateerd (consanguiniteit)

//
KO: biometrie (hoofdomtrek, lengte, gewicht) -> uitzetten op p50 curves + volledig KO kind (p85-86 doc Mathilde) + test mijlpalen (van wiechen onderzoek)

58
Q

ontwikkeling kind: Nood aan verder diagnostisch onderzoek bij:

A

Ontwikkelingsvertraging op verschillende domeinen.

Klinisch neurologische aanknopingspunten:
- Micro- of macrocefalie
- Visuele of auditieve problemen.
- Familiale mentale achterstand.

59
Q

geruststelling moeder bij kind 14m dat nog niet stapt

A

Geruststelling van de moeder:
- Op de andere vlakken van ontwikkeling = geen achterstand.
- De ontwikkeling van de grove motoriek is licht vertraagd, maar is nog niet abnormaal vertraagd. Het is normaal dat kinderen tot de leeftijd van 18 maanden nodig hebben om te leren stappen. K&G mijlpaal om te stappen op 18 maanden.
- Biometrie is normaal
- Er zijn geen aanknopingspunten voor afwijkingen binnen het klinisch onderzoek.

Afwachtende houding met een follow-up binnen de 3 tot 6 maanden.

60
Q

niet kruipen op 13m

A

Uiterlijke leeftijd = 15m

ga ook andere ontwikkelingsmijlpalen na (op vss vlakken van ontw)
doorverwijzing pediater indien afwijkingen uit anamnese en KO

61
Q

kind 7m respiratoire distress anamnese

A
  • Aard: Kan u mij iets meer vertellen over de kortademigheid?
  • Tijdsverloop: Hoe lang heeft het kind al last van kortademigheid? Plots of geleidelijk
    opgekomen? Evolutie van de kortademigheid? Beter of slechter? Voorgaande episodes?
  • Context: waardoor wordt de kortademigheid beter of slechter? Indien pijn, waardoor wordt
    de pijn erger en beter? Voorkeurshouding?
  • Geassocieerde klachten:
    o Hoesten? Karakter van de hoest: droge hoest, natte hoest, blafhoest (bij kroep)?
    Hoestbuien gevolgd door braken? Gierende inademhaling op het einde van de
    hoest? Niezen? Neusloop? Verstopte neus? Piepende ademhaling? Zo ja, bij
    inademen of uitademen? Wheezing of stridor? Slijmen? Zo ja, welke kleur: geel,
    groen, wil, doorzichtig?
    o Apnee’s? Plots stoppen met ademen?
    o Verandering van de stem van het kind? Heesheid?
    o Pijn? Grijpen naar oor?
    o Koorts? Temperatuur gemeten?
    o Braken, diarree?
    o Eten? Drinken? Biometrie?
    o Sliklast? Speekselvloed?
    o Huidafwijkingen?
    o Urinaire klachten? Pijn bij plassen? Veel plassen?

Bijkomende vragen
- Medicatie, allergieën?
- Persoonlijke voorgeschiedenis?
- Familiale voorgeschiedenis?
o Voorkomen van respiratoire problemen: mucoviscidose, astma?
- Sociofamiliale omkadering?
o Rookt 1 van de ouders in huis? Slechte behuizing?

62
Q

Kind in respiratoire distress
KO

A

PM monitoren: hartritme (tachycardie? < hypoxie)?, BD, temp, sat

inspectie
- geagiteerd? verward?
- bleek? cyanose?
- AH arbeid:
° AH freq?
° gebruik hulpAH spieren (m SCM -> head bobbing)? retracties intercostaal / subcostaal / sternaal? neusvleugelen
° geluid: stridor (obstructie extrathoracaal vb thv larynx), wheezing (obstruct intrathorac), kreunen

  • hypotonie?

auscultatie
- longen: wheezing? crepitaties? verminderd ademgeruis?
- hart: geruis? (denk ook aan coarctatio aortae bij grauw en shockerig kind / respirat collaps -> afwezige a femoralispulsaties, CRT > 3 sec sternaal, tacycard, cyanose, BD armen > benen, …)

NKO: nazicht van oren, neus en keel (tonsillitis, acute otitis media)
neurol: fontanel - nekstijf - pupilreflex

//
CAVE: maak onderscheid met shock / sepsis
- resp distress: tirages, tachypnee, cyanose
- shock: atoon, snelle AH, tachycardie, verminder huidturgor, ingevallen ogen/fontanel, CRT > 3sec, huid bleek/gemotteld, minder urine (R/ vocht bijgeven 0,9% NaCl -> bij geen verbetering: tracheale intubatie en mech ventilatie)

//
info merel bij grauw shockerig kind van bv 2d:
DD infectieus, cardiaal, metabool –> ga tekens van infectie na, pulsaties voelen
Als infectieus –> urine, RX thorax, LP en AB breedspectrum geven + supportief!!!
Als geen/verminderde liespulsaties = cardiaal (denken aan coarctatio aorta, onderbroken aortaboog, linkerhart hypoplasie) –> hier direct PG IV geven om ductus arteriosus open te houden + transfer naar universitair centrum
D/ echocor, R/ chirurgie

63
Q

Kind in respiratoire distress
TO

A

sat
labo (cofo, crp, ionogram, nierfunctien leverfunctie)
RSV sneltest
RX thorax

64
Q

resp distress DD en R/

A

Respiratoir:
- vreemd VW aspiratie: plots begin, hoestbui, dyspnee, tachypnee, wheeze, asymm auscultatie -> RX -> R/ scopie
- vreemd VW laryngeaal: kan volledige obstructie geven (dodelijk), heesheid, kroepachtige hoest, stridor, hemoptie, wheezing, dystonie
- Acute epiglottitis: IV AB (amoxiclav). Evt hospitalisatie en/of intubatie. Vermijden van keelonderzoek ambulant..
- Bronchiolitis: RSV infectie: enkele dagen LWI, plots heel ziek, neusvleugelen, dyspnee, tachypnee, hyperinflatie, wheezing, retracties, evt crepitaties, typische hoest -> RX (hyperinfl, geen infiltraat), O2dat, labo, cave apnee -> R/ ondersteunende behandeling: zuurstof, iv vocht, neus vrijmaken, beademing zo nodig. Evt adrenaline aerosol of trial met bronchodilatatoren (ventolin). Geen effect van systemische corticosteroïden.
- Acute astma aanval: vermijden van allergenen. Inhalatiecorticosteroïden en kortwerkende
bronchodilatatoren
- Pneumonie: hoest, koorts, sputa, geen wheezing, creptitaties, tachypnee, minder alert, evt braken/diarree/atyp sympt -> RX (infiltraat, niet altijd), O2sat, labo met leukocytose -> R/ amoxicilline! (IV), O2
- Kroep (valse -): blafhoest, stridor en heesheid in combinatie met koorts en neusloop. -> Behandeling
door inhalatie van warme vochtige lucht = weinig effectief gebleken. Orale dexamethasone
of prednisolone verminderen duur en ernst van de kroep. Bij ernstige obstructie: verdampte
adrenaline met zuurstof via een masker. Nood aan opname = afhankelijk van de ernst van de
luchtwegobstructie, het moment van de dag, de bereikbaarheid van het ziekenhuis en de
leeftijd van het kind.

//
circulatoir falen -> shock: coarctatio aortae? 4H’s / 4 T’S?
CZS falen: meningitis, subduraal hematoom, intoxicatie?
acuut abdomen …. ?

65
Q

algemeen: shock soorten

A

Hypovolemische shock: tekort aan effectief circulerend volume
- Haemorrhagisch: traumatisch, non-traumatisch
- Vochtverlies: gastro-intestinaal verlies (braken, diarree), overmatige diurese (diabetes insipidus, diuretica), excessieve diaforese (hyperthermie-gerelateerde ziekte), diabetische keto-acidose of hyperosmolaire non-ketotische ontregeling, brandwonden, derde ruimteverlies (pancreatitis, ileus), iatrogeen (post-dialyse).

Distributieve shock: verlaagde systeemweerstand (vasodilatatie)
- Sepsis, (2 SIRS + infectie) SIRS (HR > 90, RR > 20 of pCO2 < 32 mmHg, temp > 38°C of < 36°C, WBC > 12000 of < 4000/mm3 of > 10% immature neutrofielen)
=> opm septische shock = ersnstige sepsis (sepsis + orgaanfalen, hypotensie SBD < 90, lactaal > 4mmol) + persistente hypotensie ondanks vochtresuscitatie
- anafylaxie, bijnierschorsinsufficiëntie, neurogene shock, leverfalen, intoxicatie.

Cardiogene shock.
- hartfalen

Obstructieve shock
- bloedklonter (dr de verstopping vd bloedbaan kan het bloed niet voldoende rondgepompt worden)

66
Q

icterus neonaat onderscheid

A

fysiologisch
- 50% vd pasgeborenen (hoge turnover RBC bij geboorte -> lever kan soms nog niet volgen met bili metabol -> opstapeling vetopl bili in SC vet -> geel zien)
- ontst tss d2 en d7 na geboorte (verdwijnt na enkele dagen)
- versterkend: borstvoeding, polycythemie

pathologisch
- ongeconjugeerd bilirubine dr BBB -> neurotoxisch (neerslaan in basale ganglia)
- cave hypoalbuminemie: hoger risico
- grens bili = 20 (> 20 -> kernicterus)

//

< 24 na geboorte
- hemolyt ST: Rh incomp, ABO incomp, G6PD def (snellere afbraak RBC dr defect anti-oxidat werking), sferocytose

24u-2w:
- fysiologische icterus, borstvoeding icterus
- infectie (UWI)
- hemolyse (ABO)
- polycythemie

na 2w:
ONGECONJ
- fysiologisch (of BV)
- infectie
- hypothyroidie
- hemolyse

GECONJUG
- galwegobstr
- neonatale hepatitis

67
Q

icterus neonaat anamnese

A

Neonatale icterus:

  • Lokalisatie: Plaatselijke gele kleur of geel over het volledige lichaam?
    => Fysiologische icterus start meestal ter hoogte van het hoofd en breidt dan uit naar romp en ledematen.
    => Biliaire atresie: kind ziet niet geel bij de geboorte, maar zal progressief steeds geler worden.
  • Tijdsverloop: Sinds wanneer heeft het kindje een gele kleur? Hoeveel dagen na de
    geboorte is de gele kleur opgevallen?
    => Normale fysiologische icterus mag niet verschijnen in de eerste 24u na de geboorte.
    => Congenitale hypothyroïdie: geelzucht treedt op vanaf 14 dagen na de geboorte.
  • Geassocieerde symptomen:
    KOORTS? infectietekens?
    (Best gwn systeemanamnese doen: mentale status, koorts, intake, nko, resp, mictie, SG, huid, spieren)

Kernicterus uitsluiten: gekenmerkt door lethargie en voedingsproblemen.
- INTAKE : Drinkt het kindje nog goed? Welke voeding krijgt het kindje?
=> Fysiologische icterus komt frequenter voor bij kinderen met borstvoeding.
=> Moeilijke voeding = meer kans op fysiologische icterus.
- REACTIVITEIT: Slaapt het kind meer dan gewoonlijk? Reageert het minder goed? Huilt het
kindje nog goed of is het kind zeer stil geworden?
- Ophistotonus? Ligt het kindje zeer gespannen in een boog?

Geconjungeerd of ongeconjugeerd bilirubune:
- Plast het kindje nog goed? Hoeveel pampers per dag? Welke kleur heeft de urine van het kindje? Is de urine zeer donker?
- Heeft het kindje diarree? Welke kleur heeft de stoelgang van het kindje?

Andere:
- Toename van het lichaamsgewicht? Gewicht bij de geboorte? Recent gewogen? (belangrijk gewichtsverlies = alarmteken icterus)
- Zijn er problemen geweest tijdens de zwangerschap? Zo ja, welke problemen?
- Is het kindje a term geboren? Zijn er problemen geweest tijdens de bevalling?
- Verloop van de eerste dagen na de geboorte? Problemen of moeilijkheden
geweest?
- Heeft het kindje na de geboorte een hielprik gekregen na de geboorte (tussen 3e en 5e levensdag)?
- Immuungemedieerde hemolyse bij rhesusincompatibiliteit:
rhesusnegatieve moeder en rhesuspositief kind?

W of sociaal

A

M
- Medicatie? Vitamine D en vitamine K supplementen bij borstvoeding?

P
- Voorouders afkomstig uit het Middellandse Zee gebied? Bloedarmoede crisissen? Favisme, G6PD voorkomende in de familie?

L

E

68
Q

neonatale icterus: TO

A

Bloedname
- totale bilirubine, geconjugeerde en ongeconjugeerde bilirubine
- cofo, hb, reticulocyten, CRP
- stollingsfactoren, albuminemie

urinestaal

evt coombs test

69
Q

icterus neonaat -> Beleid

A

In geval van fysiologische neonatale icterus: geruststelling van de moeder:
50-60% van de neonaten ziet geel vanaf 2-3 dagen na de geboorte:
- Zeer veel RBC aanwezig bij de geboorte, gaat dalen -> afvalstof veroorzaakt gele kleur
- RBC leven korter: meer aanmaak maar ook meer afbraak, hoge turn-over van RBC
- Minder efficiënte levermetabolisme.

Pathologisch:
- Fototherapie (UV licht): ongeconjugeerd bilirubine omzetten in onschuldig wateroplosbaar pigment dat verder verwerkt kan worden en uitgeplast.
- Wisseltransfusie indien nodig.

70
Q

8d oud, tachypnee, tirages, hepatomegalie, geen liespulsaties ->
anamnese coarctatio aortae

A
  • Tijdsverloop: Hoe lang bestaat de kortademigheid al? Aanwezig van bij de geboorte? Is er
    een continue kortademigheid? Hoe is de kortademigheid geëvolueerd over verloop van
    tijd?
  • Geassocieerde symptomen:
    o Huidafwijkingen opgemerkt?
    o Hoesten, fluimen, lopende neus, wheezing?
    o Koorts, zweten,?
    o Gewichtsevolutie? Verloop van de voedingen?
  • standaardvragen (zws, geboorte, …)
71
Q

coarctatio aortae KO

A

Vanaf diagnose van coarctatio aorta wordt vermoed: nood aan intensieve ondersteuning van het
kind wegens groot risico op cardiogene shock. -> Ondersteunen van de ABC:
- Airway: look, listen, feel.
- Breathing
- Circulation: pols, bloeddruk, capillaire refill

& standaard onderzoek neonaat

=> bevindingen:
niet alert, bleke grauwe huid (cyanose centraal, of vn thv OL), ingevallen fontanel, CRT > 3 sec, atonie, pupilreflex nl
BD armen > benen, hoge pols (180/min), sat < 92%, geruis, afwezige a femoralispulsaties
RR > 40/min, AH arbeid abnl, geen bijgeluiden

72
Q

standaard onderzoek neonaat

A

Inspectie:
o Kind steeds volledig uitkleden.
o Gele kleur: kijken naar lichaam, kijken naar de ogen (sclerae), wegdrukbaarheid
(andere kleur aanwezig: blauw, grauw, bleek).
o Volledige inspectie van de huid: mongolian spot, ooievaarsbeet, hemangioom,
café au lait vlekken, petechiae.
o Ogen: sunsetting, symmetrie, stand?
o Tong: macroglossie?
o Hydratatietoestand: fontanel, staande huidplooit, mondmucosa, diepliggende
ogen.
o Ademhalingsarbeid: tachypneu, tirage, neusvleugelen?
o Vorm van de thorax: pectus excavatum?
o Abdomen: opgezet.
o Symmetrische bewegingen van de ledematen.
o Inspectie van de anus
o Status: alert? Huilen, lachen, bewegen, geluidjes maken.

Auscultatie:
o Hart: tachycardie (nl tss 90-180/min!), geruis?
o Longen: tachypneu (nl 30-40/min, maar kan bv bij prematuur tot 60/min), wheezing, crepitaties, stridor.–> Steeds op borst en op rug.

Palpatie:
o Fontanel
o Palpatie van de clavicula
o Abdomen: hepatosplenomegalie opzoeken, navelstompje? (afvallen na max 14d, navelgranuloom beh met zilvernitraat)
o Pamper openen: inspectie (min 6 micties /d) en palpatie van de genitalia. (testes volume en positie, voorhuid, hypospadias, hydrocoele?)
o Palpatie van de femoralis pols bilateraal (uitsluiten coarctatio aortae). -> 1 kant = genoeg :)
o Heuptesten
o OL: vormafwijkingen OL, ongelijke lengte? klompvoetjes?
o Moro reflex (schrikreflex, moet symmetrisch z), stapreflex, grijpreflex, zuigreflex, galant reflex
o Tonus? (trek kindje op aan armpjes -> tonus nek?) floppy/ slappe baby wnr het kind met buik op je hand ligt?
o rug: lumbosacraal haarplukjes? dermale sinus? spina bifida occulta? normale bilspleet

Bijkomend onderzoek: PM
o Biometrie: lengte, gewicht en hoofdomtrek. Persoonlijke evolutie en vergelijken
met normale populatiewaarden (welk percentiel)?

zie p 168-170 in doc 185p

73
Q

sluiten fontanel?

A

GROTE = voorste = ruit = 1-2j

KLEINE = achterste = driehoek = 2-3m

74
Q

heuptesten neonaat

A

1) Barlow
- heupadductie + kracht nr post op knie -> dislocatie

2) Ortolani
- heupabductie terwijl anterior kracht op femur -> reductie heupgewricht

click -> heupdysplasie?

75
Q

coarctatio aortae TO

A
  • Meting van de bloeddruk in de armen en de benen. (armen > benen)
  • RX thorax
  • ECG
  • Echocardiografie
  • Bloedgas: bepaling van pH -> coarctatio aorta = ernstige metabole acidose
    • bloedcontrole: pre-op.
76
Q

coarctatio aortae beleid

A
  • Intensieve monitoring: invasieve ondersteuning zo nodig.
  • Bij neonaat: enkele dagen na de geboorte: initeel zijn kinderen vaak gezond na de geboorte,
    maar enkele dagen nadien onstaat cardiogene shock ten gevolge van sluiting van de ductus
    van Botalli -> Opnieuw openen van de ductus arteriosus door middel van prostaglandine
  • Chirurgische behandeling zo snel mogelijk na diagnose.
77
Q

RDS (respiratoir distress syndroom) bij pasgeborene
-> Oorzaken?

A

● Transiënte tachypnee: heel frequent, > 60/min, R/ O2
● Meconium aspiratie: beeld van chemische pneumonitis met kreunen,
hoog risico op pneumothorax, R/ soms aspiratie, ventilatie
● Melk aspiratie: kan door tracheo-oesofagale fistel bij frequent
● Pneumonie
● Pneumothorax

78
Q

Open ductus van Botalli

A

= ductus tss AO en a. pulmonalis –> Sluit normaal enkele uren tot 3d na de geboorte
- <-> persisterende ductus arteriosus

Fysiologisch souflle: < 3d na geboorte na souffle hoorbaar zijn van open ductus

79
Q

Coarctatio aortae:

A

= Aangeboren vernauwing van aorta

Vaak diagnose enkele dagen na de geboorte, bij sluiting van ductus van Botalli -> dan is de aorta (bijna) volledig
afgesloten.
- Onvoldoende bloed rondpompen door hart, enkel hoofd en armen zijn goed doorbloed, géén aa. Femorales
pulsaties!
- Overvulling van bloed in de longen
- Symptomen: weinig plassen, dyspnoe, sloom, slecht drinken, koude benen, maag-darmproblemen, afwezige liespulsaties, verhoogde bloeddruk

80
Q

Patent foramen ovale (PFO)

A

Elke baby heeft voor de geboorte een open foramen ovale, maar na de geboorte hoort dit te sluiten.
- Bij zo’n 25% is de sluiting niet volledig en blijft een R-L shunt.

R/ niet behandelen, tenzij vb. CVA gedaan => plaatsing paraplu via de lies

81
Q

anamnese bij kind dat al week braakt + diarree

A

ICE

Vraag naar hoofdklacht en hoofdprobleem
o VALTIS braken
- Wat braken (aspect): voedsel, maagvocht, slijmen, gal, bloed, fecaloid materiaal
- hoe vaak? wnr? tijdstip (ochtend, maaltijden, bij medicatie)
- hoeveel?
- Hoe: met kracht of regurgitatie
- Gulzige eter?

o VALTIS diarree
- geur, kleur, bloed/slijm
- wnr; hoe vaak
- acuut of chron (> 10d)
- krampen, RBPA

Geass sympt / syst
- Gedrag, tics
- Intake: voeding, dorst
- Koorts (hoe hoog, effect koortsremmer)
- Gewichtsverlies (DD/pyloorstenose)
§
- hoesten met/zonder slijmen? neusloop? (DD/ otitis, pneumonie)
- cave kleine kinderen soms zelfs pneumonie à diarree
§
- regurgitaties (DD/ gerd)
- Krampen, abdominale felle pijn (DD/volvulus)
- Diarree
- urine: hoeveel natte pampers?
§
- Hoofdpijn
- hangerig, reactievermogen, irritabel?
- stuipen?
§
- Rash (DD/ KMEA)
- Virale BLWI met hoesten en daarna braken (DD/pertussis)
- Bij tiener: seksueel actief, maandstonden,… (DD/ ZS, boulemie)

specifieke vragen bij GAEitis:
- Vaccinatie tegen rotavirus?
- Gewicht? Gewichtsverlies? = goede indicatie voor hydratatietoestand.
- Bloed of slijmen in de stoelgang?

alg bij kind:
- lft kind
- probl zws
- biometrie
- vaccinaties

WAMPLE
○ Neemt de patiënt medicatie? (AB, laxativa)
○ Huidige ziektegeschiedenis
○ Familale voorgeschiedenis

82
Q

braken en diarree: KO

A

PM: temp, BD, …

inspectie
- alert, suf, stil, onrustig
- ademnood, tirage, dyspnee, cheyne-stokes AH
- tekens van dehydratatie checken!! => cap refill, mucosae, huilen met traantjes, ingevallen fontanel
- huid: kleur (roze, anemisch, geel ikv icterus, blauw ikv cyanose), uitslag, purpura, eczeem, …
- tonus, opistotonus (onwillek aanspannen rug en nekspieren)

Fontanel < 1j, > 1j nekstijfheid kernig brudzinski (infectie hersenen?)

Abdominaal (ingevallen buik (DD/ dehydratatie), opzetting, perist, periton prikkeling > spierverzet / loslaatpijn, palpatie, soms PPA)

Cor, longen (auscult, tachypnee > 40/min bij zuigeling/peuter, > 20 bij schoolgaand kind)

NKO -> mond: beslag op tong (dd gerd), blaasjes; klieren palperen

evt genitalia

[bij acuut abdomen / chron constipatie / rectaal bloedverlies: PPA -> pink bij jonge kinderen]

83
Q

gastro-enteritis beleid

A

diarree, dehydratatie

  • Geruststelling moeder: buikgriep, meestal zelflimiteren.
  • (Continueren van normale voeding: geen maagsparend dieet -> sneller herstel maagdarmslijmvlies.)
  • Belangrijk om dehydratatie te voorkomen: aanmoedigen van vochtintake. Eventueel ORS indien risico op dehydratatie. Als dehydratatie of heel hoge koorts –> opnemen met IV vocht en ORS
  • Geen anti-diarree medicatie of anti-emetica: ineffectief, ze leggen de motiliteit van de darm stil, darminhoud stapelt zich op.
  • Geen antibiotica, meestal verooraakt door een virus.
  • doorverwijzen bij alarmS
84
Q

gastro-enteritis verwekkers

A
  • Viraal: rotavirus, adenov, corona, norwalk
  • Bacterieel: salmonella, campylobacter, shigella, e coli (CAVE EHEC met TTP)
85
Q

DD braken / diarree

A

○ GERD: PPI’s, voedsel indikken, eventueel Nissen
○ Pyloorstenose (geassocieerd met projectiel braken) - R/ pyloromyotomie
○ Gastro-enteritis (diarree, dehydratie) - R/ IV vocht of ORS, overig symptomatisch
○ Appendicitis (migratiepijn)
○ Meckel divertikel (microsc bloedverlies, uitstulping dunne darm ongv 5cm, verb met navel via BW streng, zz) - diverticulitis / ileus < invaginatie of volvulus / evt deels maagslijmvlies -> bloeding dr zweertjes < zuur) - R/ HK
○ Invaginatie (bloed in stoelgang) - R/ IV vocht, rectale lucht insufflatie of HK
○ Coeliakie (abnle stoelgang, mindere groei, abdominale distentie) - R/glutenvrij dieet
○ Crohn (abdominale pijn, gewichtsverlies, diarree) - R/ Immuunsuppresiva vb. Azithromycine
○ Colitis: diarree, RBPA - R/ Aminosalicylaten ??

86
Q

dd braken + alarmS

A

Zuigelingen: GER, voedselallergie- of intolerantie (vb. KMEA), oesofagitis, obstructies
(vb. Pyloorstenose, malroatie met volvulus), metabole stoornissen, renaal falen

Peuters: gastro-enteritis, appendicitis, obstructies, intracraniële overdruk, coeliakie,
metabole stoornissen, torsio testis, renaal falen

Schoolgaand: gastro-enteritis, gastrititis, obstructies, migraine, intracraniële overdruk,
coeliakie, IBD, GM, alcohol, boulemie/anorexie, appendicitis, torsio testis, renaal falen

Rode vlaggen:
■ Abdominale opzetting
■ Bloed in stoelgang
■ Hepatosplenomegalie
■ Volle fontanel
■ Na proxysmaal hoesten (DD/ pertussis)
■ Ochtend-nachtbraken
■ Bloedbraken, galbraken, projectiel braken

87
Q

Kind (7j) met vermagering, vermoeidheid, pollakisurie
-> anamnese

A

Vertelt u maar eens rustig uw verhaal (kalmeren) -> Vermoeid en vaak naar toilet…
ICE: Is er zelf iets waaraan u denkt?

VALTIS
o Ivm vermoeidheid:
- V
- A: Oververmoeid door te weinig slapen? (Hoe laat naar bed, hoe vroeg eruit, ‘s nachts wakker) Moeilijk wekbaar?
- L
- T: Sinds wanneer zijn de klachten? evolutie klachten?
- I: Welke activiteiten kan hij niet aan? (Trappen lopen, fietsen, van zitten naar rechtstaan,…)
- S: Lusteloos (cave depressie)? Spierzwakte (neuromusculaire aandoening)? Nog actief? BWZ? Relatie met maaltijden? Verbeterende/verergerende S?

○ Ivm vaak naar toilet: kan u mij daar iets meer over vertellen?
- V
- A: Om te plassen of om stoelgang te maken? kleur, aspect
- L
- T: Sinds wanneer zijn de klachten? Hoe frequent? Ook ‘s nachts?
- I
- S: mictalgie, frequentie, dysurie; hoeveel drink je?

Andere klachten
o intake (kan nog goed eten en drinken?)
o koorts, nachtzweten, vermageren (hoeveel over welke tijdsperiode?)
- hier sowieso ook B-symptomen navragen!! Botpijnen –> denk aan leukemie

o Hart: palpitaties, pijn op de borst
o Longen: dyspnoe, tirage, hoesten, hyperventilatie (Kussmaul AH tgv ketoacidose)
o Abdomen: braken, nausea, diarree, eetlust, buikpijn, krampen
o Locomotorisch: spierpijn, overig?

WAMPLE: verhoogde vatbaarheid infectie? DM1 in fam?

ook sowieso DM1 uitsluiten!!!

88
Q

vermoeden DM: TO

A

Urine: glucose en ketonen

Labo
o Glycemiebepaling (nuchtere bloedname of willekeurige bloedname.
- nuchtere glycemie >126 mg/dl
- nt nuchter > 200 mg/dl

o Bepaling HbA1c.
o Bepaling van ketonen.
o andere: CRP, TSH, COFO met WBC differentiatie (blasten!!!)

evt bloedgas

89
Q

kliniek DM1

A

S/ polydipsie, polyurie, gewichtsverlies!!!

Bij late diagnose: diabetische ketoacidose
- Acetongeur, braken, dehydratie, buikpijn, hyperventilatie, shock, bwz daling

90
Q

kind met magere billen, opgezette buik, diarree

A

nakijken voor coeliakie
- duodenum biopsie (villusatrofie)

91
Q

kind dat huilt, braakt, diarree, rhinitis, eczeem

A

denk aan koemelkeiwit allergie (gaat over na 1-2j)
- eiwit hydrolysaat geven

DD met lactose intolerantie
- krampen
- slechte vertering
- diarree
- vaak familiaal

92
Q

DM1 beleid

A

Vraag om de pt tot hier te brengen (bv in de namiddag)

DM -> Meestal tijdelijke opname in het ziekenhuis: onmiddellijke verwijzing naar de endocrinoloog voor opstarten van insulinetherapie en
diabeteseductie vanwege het risico op shock ten gevolge van diabetische keto-acidose. (opnemen en IV vocht, zuur-base correctie, insuline // oppassen voor hypoK bij geven van insuline !!)

Educatie:
● Suikerhuishouding, insuline toedienen, dieet met verminderen van snelle suikers, monitoren van glycemie, herken en behandel hypoglycemie
● Regelmatig sporten
● Leren leven met chronische ziekte

93
Q

lees p 43 van doc 68p

A

/