NKO: zie afb Flashcards
cerumenprop R/
gehoorgang uispuiten met water (lichaamstemp)
- indien hard cerumen: eerst aantal dagen met (sla)olie of water in GG druppelen om cerumen zacht te maken
- tenzij infectie of TV perforatie -> dan bv haakje/oogje/lepeltje gebruiken
corpus alienum R/
verwijderen dr uitspuiten vh oor
of verwijderen met cerumenhaakje
GEEN PINCET (dan duw je het dieper)
exostose R/
vrijwel nooit beh nodig
- exostosen ku operatief verwijderd w igv recidiverende otitis externa (want ku soms aanl geven tot ophoping detritus tss TV en deze benige uitsteeksels in de GG)
furunkel vd GG R/
infectie haarzakje (S. Aureus) = zelflimiterend
- pijnstilling
- ontsmettende oordruppels/suspensie/zalf
- evt tampon met bv aluminiumacetotartraat
GEEN AB
otitis externa sicca R/
[=> droge schilferende jeukende huid GG]
zorgvuldige reiniging
evt lokaal zwak CS
natte otitis externa R/
[=> huidinfectie vd externe GG (pijnlijk / vaak jeukend, zwelling GG met soms volledige afsluiting, oorloop) - soms uitbreiding tot oorschelp]
zorgvuldig reinigen vd gehoorgang
bij lichtere vormen:
- kuur met antibiotische of antiseptische oordruppels
- vaak gecombineerd met een lokaal corticosteroid
ernstige vormen (met dichtzwellen vd GG + meestal hevige pijn):
- systemische AB
otomycosis R/
[schimmel externe GG, jeuk]
R/ Antifungale druppels
herpes zoster oticus R/
[=> pijn -> vesikels helder vocht thv GG/oorschelp -> dan honinggele korst; meestal unilat]
antivirale medicatie (valaciclovir) -> binnen 48u na het optreden ervan
en/of CS
syndroom van Ramsay Hunt =
als er functieverlies vd n. VII en n. VIII optreedt tgv herpes zoster oticus (gordelroos)
- perifere facialisparese: in ongv ¾ vd gevallen (herstel f° in 50%)
- n. VIII aantasting: in ongv 40% (zelden herstel gehoorverlies)
myringitis bullosa R/
[= virale infectie vh TV, treedt vaak op ih verloop ve BLWI, hevige pijn vr enkele uren]
blaar op TV gevuld met helder of bloederig vocht = zelf-limiterend
- pijnstilling (lokaal / systemisch)
- DOORPRIKKEN NIET NODIG
preauriculaire sinus of aanhangsel R/
= klein putje of kleine verhevenheid boven-voor de tragus -> indien sinus geïnfecteerd: in toto verwijderen
branchio-oto-renale syndroom (BOR-syndroom, AD) =
combinatie
- halsfistels
- pre-auriculaire sinus, gemengd gehoorverlies
- en nierafwijkingen
oor: microtie en agenesie =
microtie: uitwendige oor misvormd
agenesie: uitwendige oor totaal afwezig
othematoom R/
traumatische bloeduitstorting tss perichondrium en kraakbeen -> gevolg: kraakbeennecrose
- verwijdering vh hematoom: via punctie of incisie
- fixatie vh perichondrium op het kraakbeen,
waarna een drukverband w aangelegd
<-> zonder behandeling: ontstaat een frommel-, bloemkool- of bokseroor
tumoren vd oorschelp en gehoorgang
komen weinig voor
- SCC en BCC:
vd oorschelp: RF: veel blootgesteld aan zon en wind (UV stralen) //
vd gehoorgang: RF: lang bestaande otorrhoea dr otitis externa of chronische otitis media
- ceruminoom (zz, uitgaande vd cerumenklieren)
D/ biopsie
R/ plaatselijke resectie of radicale excisie vd oorschelp en/of de gehoorgang
- bij diepe uitbreiding zal radiotherapie moeten volgen
prognose: tumoren in de GG ku zich uitbreiden nr het middenoor of mastoïd -> in dat geval: slechte prognose
normaal TV
parelgrijs, doorschijnend (hamersteel) en niet-ingetrokken trommelvlies met normale lichtreflex
Otitis media -> onderscheid
= middenoorontsteking (komen veel voor)
- otitis media met effusie (OME)
- otitis media acuta (OMA)
- otitis media chronica (met/zonder cholesteatoom)
OME =
otitis media met effusie (otitis media serosa)
= ophoping van vocht ih middenoor, zonder tekenen van acute infectie (zoals pijn en koorts)
OME leeftijd
komt bij jonge kinderen veel voor (neemt sterk toe tijdens eerste 2 levensjaren en blijft hoog tot 6j), komt ook voor op volw leeftijd
OME ontstaan
BLWI en disfunctie vd buis van Eustachius spelen belangrijke rol
OME S/
- middenoorvocht
- gehoorverlies ( = het belste klinische verschijnsel)
- soms drukgevoel ih oor
OME D/
op trommelvliesbeeld
- vaak ingetrokken
- lichtreflex: verplaatst of soms afwezig
- kleur: varieert v grijs (met soms enige vaatinjectie vanuit annulus) tot rood of geelbruin -> zelden: donkerblauw (< ophoping ijzerpigment dr bloeding)
OME R/ en prognose
geneest vaak spontaan (1/2 vd gevallen binnen 3m)
- sterke neiging tot recidiveren
- gehoorverlies bij OME is meestal gering en reversibel
OME: CAVE
CAVE:
- een langbestaande of vaak recidiverende OME kan afwijkingen ih TV achterlaten (myringosclerose, atrofie, atelectase, otitis media adhesiva, combinaties)
- gehoorverlies door otitis media met effusie w bij jonge kinderen vaak niet opgemerkt -> langdurige OME k schadelijk z voor de spraak- en taalontwikkeling
OMA leeftijd
meestal kinderen
OMA ontstaan
zelfstandig
of tijdens BLWI / kinderziekte
soms ontstaan OMA uit OME, soms omgekeerd
OMA verwekker
meestal bacterieel
(meestal H. influenzae, Moraxella catarrhalis, Strepto-, Pneumo- of Staphylococcus)
OMA S/
- vol of drukkend gevoel in de oren (vaak ‘s avonds)
- soms met hevige pijn (kleine kinderen: grijpen nr oren of rollen met hoofd)
- meestal zijn de kinderen ziek, hebben hoofdpijn en soms hoge koorts
- vaak perforeert het trommelvlies spontaan -> sereus tot seropurulent secreet
OMA D/
otoscopie
- welving vh achter-bovenkwadrant TV (bomberen)
- kleur TV: rode tot rood-blauwe, later vaak meer gelig
- de normale anatomische kenmerken vd hamersteel en de lichtreflex verdwijnen
OMA R/
ih beginstadium:
- pijnbestrijding, koortsdemping
- evt decongestieve neusdruppels
als kind < 18 m of als het hoge koorts h en ernstig ziek is:
- AB (amoxicilline)
soms paracentese (trommelvliessnede)
OMA prognose
meestal otitis media ongecompliceerd verloop
(enkel pijnbestrijding nodig)
- meeste OMA-episodes genezen vlot
- toch soms voortdurend recidiveren vd aandoening
nu en dan uitbreiding tot acute mastoiditis
zeldzamere complicaties:
- trombose vd sinus sigmoideus
- meningitis
- labyrintitis
recidiverende OMA R/
opties:
- rekenen op de spontane gunstige evolutie met het ouder worden
- goede neusverzorging (+ zo nodig adenotomie),
- trommelvliesbuisjes plaatsen (dit is vnl te overwegen wnr tss de acute episodes een persisterende OME w vastgesteld)
cholesteatoom =
goedaardig gezwel (parelgezwel) dat ontstaat door ingroei van GG-huid of trommelvliesepitheel in het middenoor of de mastoïdholte -> ikv otitis media chronica
chronische otitis media ZONDER cholesteatoom =
= chronische ontsteking vh slijmvlies v middenoor en mastoïd
chronische otitis media ZONDER cholesteatoom: oorzaak
- tgv niet-genezen OMA (> 3 weken)
- geïsoleerde aandoening -> waarbij otorrhoea ontstaat door infectie van buiten via een reeds aanwezig TV-defect
chronische otitis media ZONDER cholesteatoom: S/
otorrhoea
(via een centraal trommelvliesdefect)
chronische otitis media ZONDER cholesteatoom: R/
in eerste instantie: conservatief
- oordruppels met AB en CS
(→ meestal snel stop otorrhoea)
als conservatieve middelen niet helpen
- mastoïdectomie (infectiehaarden ih mastoïd door operatie verwijderen)
- myringoplastiek (trommelvliesperforatie sluiten -> herinfectie van buitenaf te voorkomen)
chronische otitis media ZONDER cholesteatoom: prognose
neigt tot recidiveren
chronische otitis media MET cholesteatoom: oorzaak
dr ingroei van gehoorganghuid of trommelvliesepitheel ih middenoor of mastoïd
-> progressieve opstapeling v afgestorven epitheel in retractie-pocket
-> prop gt druk uitoefenen op zijn (benige) omgeving -> w geërodeerd
chronische otitis media MET cholesteatoom: S/
soms symptoomloos
vaak secundaire infectie, met klachten:
- foetide otorrhoea
- gehoorverlies
- complicaties door destructie van n. facialis of labyrint
opm: duizeligheid geprovoceerd door druk met een vinger op de uitwendige meatus is een teken ve open verbinding naar het labyrint (booggangfistel): ‘positief fistelsymptoom’