Zenuwletsels Flashcards
anatomie van zenuwen
- onderdelen
- cellichaam met kern
- axon mogelijk omgeven door Schwanncellen
- dendrieten - perifere zenuw omgeven door perineum
- opgebouwd uit zenuwbundels = fasciculi
- die zijn opgebouwd uit zenuwvezels = axonen
–> omgeven door endoneurium - motorische zenuw
- impuls geleiden naar spieren
- vertrakken aan spieren
- overdracht & contractie door chemische stof - sensibel = impulsen naar zenuwknoop brengen
- perifere zenuwen kunnen zuiver motorisch/sensibel of gemengd zijn
- meestal gemengd
clasificatie van zenuwletsels
- gradatie
- volgens Seddon = 3 types
- volgens Sunderland = 5 types - etiologie
- door druk = inwendig of uitwendig
- door trauma = tractie, compressie, sectie
- door ziekte = polyneuropathie - localisatie
- radiculair
- plexulair
- perifeer
ernst van zenuwletsel
- ernst bepaald door
- lokalisatie = proximaal vs distaal
- gradatie - complicatie
- zenuwletsel kan deel uitmaken van double crush syndroom
- zenuwletsel kan gecompliceerd worden door CPRS
classificatie volgens localisatie
- radiculair
- meestal door wortelcompressie
- meestal door discus patologie = protrusie, herniatie of ruptuur
- kan ook door degeneratief letsel = spinaal kanaal stenose
–> vooral 50+j
- zeldzame oorzaken = infectie, tumor, … - plexulair
- plexus brachialis frequenter dar plexus lumbosacralis
- complexe structuur - perifeer
- iatrogeen of trauma
- zwakte van 1 of meerdre spieren
- doofheid & tinelingen in duidelijk gebied
gradatie classificatie algemeen
- Seddon
- neuropraxie
- axonotmese
- neurotomese
- gebaseerd op functionele status & histologisch beeld - Sunderland
- 5 types toenemend in erst
- gebaseerd op invloed & trauma axon/omliggend weefsel - Sunderland types tov seddon
- type 1 = neuropraxie
- type 2-4 = axonotmese
- type 5 = neurotmese
neuropraxie
= stadium 1
- schade
- axon is niet aangetast
- myelineschede kan aangetast zijn
- meestal compressie of contusie als oorzaak
- vooral aantasting motore & proprioceptieve vezels - gevolgen
- focale conductieblok
- bewaarde geleiding boven & onder niveau compressie - schade aan myeline schede
- geen walleriaanse degeneratie
- reversibel & goede prognose
- na weken/maanden hersteld - geen schade aan myeline schede
- ischemie
- binnen minuten/uren recuperatie
axontmesis
- schade
- door langdurige compressie of tractie
- axon onderbroken
- onderbreking kan pratieel, subtotaal of totaal zijn
- endo-, peri- & epineurium intact
- reïnnervatie in 2 fasen: - walleriaanse degernatie
- distaal van letsel = desintegratie
- degeneratie distaal van letsel
- meer proximaal = meer degerneatie
- ook proximale degernatie = retrograde degeneratie = axonale reactie degeneratie
- functieherstel pas mogelijk na regeneratie = 3-6m - regeneratie
- start na 1-3w
- axonale sprouting = vertakkingen vanuit proximale deel axon
- 1mm/dag
- opvolgen met teken van Tinel = elektriciteit bij percussie - prognose
- proximaler = moeilijker herstel
- endo of perineum onderbroeken = moeilijker herstel
–> heelkunde noodzakelijk
neurontmesis
- type 5
- volledige transectie
- uitgesproken walleriaanse degeneratie
- axonen vinden weg niet door litteken weefsel - therapie
- zenuwuiteinden uit elkaar = zenuwent
- zelf na heelkunde slechte prognose
symptomen van zenuwletsel
- negatieve fenomenen = functie verlies
- hypo/analgesie
- hypo/anesthesie
- hypo/areflexie
- hypo/anhydrose = minder zweten
- parese/paralyse met atrofie op termijn - spontane positieve fenomenen = overmatige activiteit
- pijn door dysfunctie
- par/dysesthesie
- onwillekeurige bewegingen = dystonie & myokmie (trillende ogen) - uitgelokte positieve -
- tinel
- allodynie (pijn wat geen pijn deed) = warmte, koude & mechanisch
- hyperalgesie = warmte, koude & mechanisch
vermoeden van zenuwletsel
- anamnese
- etiologie
- locatie - klinisch onderzoek
- kracht
- sensibiliteit
- reflexen
- aanwezigheid van atrofie - elektromyografisch onderzoek
algemeen cervicale radiculopathie
- oorzaken
- klassieke oorzaken radiculopathie
- whiplash - symptomen
- pijn cervicaal en/of uitstralend naar arm
- bewegingsbeperking cervicaal
- vermijderde of afwezige reflexen - krachtverlies
- in myotoom
- veel spieren geïnnerveerd vanuit meerdere wortels
–> geen volledige uitval - sensibiliteit stoornissen
- paresthesie
- hypo-esthesie
- anesthesie
C5-radix
- sensibel = lateraal over schouder
- spieren
- supraspinatus
- deltoideus
- biceps - bewegingen
- schouder abductie
- elleboog flexie - reflex = brachioradialis
C6-radix
- sensibel
- radiaal voorarm
- duim & wijsvinger - spieren
- biceps
- brachioradialis
- extensor carpi radialis longus & brevis - bewegingen
- elleboog flexie
- polsextensie - reflex = brachioradialis
C7-radix
- sensibel = middenvinger
- spieren
- triceps
- extensor carpi radialis(?)
- extensor indicis - bewegingen
- elleboog extensie
- polsflexie
- vingerextensie - reflex = tricepspees
C8 & T1 radix
- C8
- sensibel = ulnaire voorarm & hand
- motorisch = moeilijkere vingerflexie
- reflex = / - T1
- sensibel = ulnaire voorarm & hand
- motorisch = moeilijkere abductie door intrinsieke handspieren
- reflex = /
anatomie van plexus brachialis
- ventrale radices C5-T1
- truncus
- C5-6 -> truncus superior
- C7 -> truncus intermedius
- C8-T1 -> truncus inferior
- supraclaviculair - divisies
- elke truncus splitst in anterior & posterior divisie
- achter clavicula - cords
- laterale
- mediale
- posterior
- infraclaviculair
- bovenste & laterale = meer stress/tractie
–> kwetsbaarder
proximale zenuwen van plexus brachialis
- n. thoracicus longus C5-7
- serratus anterior -> winging/alata
- lange zenuw over thorax
- plexus brachialis letsel of geïsoleerd - geïsoleerde pathologie van n. thoracicus longus
- zware last rugzak
- stomp trauma = klap op schouder
- plotseling rekken - n. dorsalis scapulae C5
- romboidei & levator scapulae -> uitzakken van scapula
- zeldzaam
- oorzaak scapulaire, costoverbrale & craniale zuil pijn
- plexus brachialis letsel = slechte prognose
- geïsoleerd = trauma vb: bodybuilder
algemeen beeld plexus brachialis letsel
- oorzaak
- vooral door trauma = geboorte, verkeer & sport
- soms ziekte - spieren
- innervatie vanuit verschillende radices = niet afh van 1
- altijd van overgewicht van 1 radix - prognose
- proximaler = slechter
- ook voor proximale zenuwen die aftakken
plexus brachialis letsel na verkeersongeval
- algemeen
- letsels kunnen proximaal & distaal voorkomen
- prognose afh van locatie
- uitrukken van radix aan medulla is irreversibel - motorongeval
- tractie, crush & fracturen
- val op arm in abductie-extensie + hoogd in contralaterale rotatiie
- elongatie-tractie van plexus vooral C5-6
–> aantasting alle radices mogelijk - andere oorzaken
- fracturen/callusvorming of luxaties van clavicula of humerus
- schot- en steekwonden
plexus brachialis letsel na geboorte trauma
- algemeen
- door gyneacoloog tractie op de arm
- elongatie-tractie op plexus - types
- Erb = hoog C5-C6
- Klumpke = laag C8-T1
plexus letsel type Erb
- C5-6
- schouderfunctie gestoord
- handfunctie gespaard = positioneren wel door schouder
- houding = adductie & extensie
- meest frequent
- betere prognose - spieren
- abductie = deltoideus, supraspinatus & thoracoscapulair
- exorotatie = infraspinatus & teres minor
- flexie elleboog = n. musculocutaneus & C6 van n. radialis
- supinatie = supinator
plexus letsel type Klumpke
- C8-T1
- paralyse van kleine handspieren & atrofie
- verzwakking lange flexoren vingers & hand
- klauwhand
- sensibel = ulnair hand & onderarm - Horner syndroom
- onderbreking sympatische baan naar oog & aangezicht via T1
- ptose & miose
- enopthalmie = diep liggend oog
- anhidrose - verschil lengte van bovenste lidmaat
- verminderde functie
- verminderd gebruik
plexitis brachilitis
- algemeen
- vooral C5-6, soms C7
- meestal unilateraal maar kan bilateraal
- pijn eerst op voorgrond
- gevolgd oor progressief afnemen & overnemen door atrofie - oorzaak
- ontsteking van zenuwen
- onduidelijke oorzaak = auto-immuun factoren spelen rol
- Parsonage Turner syndroom = neuralgische amyotrofie - therapie
- spontaan 3-6m
- mobilisatie
- elektrostimulatie
- spierversterkende oefeningen
carcinomen in plexus brachialis
- algemeen
- vooral C8-T1
- pijn neemt progressief toe
- gevoelsstoornissen van pink
- zwakte van handspieren
- teken van Horner - pancoast
- uitbreiding van tumor uit de longtop
- van mediaal naar lateraal = C8-T1 eerst - iatrogene aandoeningen
- radiotherapie
- soms pas na jaren met myokymieën = onwillekeurige spiercontracties
- verschillende bundels aangetast
- vaak ook a., v. & lymfe = oedeem
–> trofische stoornissen
- prognose is slecht
TOS
- thoracic outlet syndrome
- hal-ribsyndroom
- eerste rib syndroom
- sclaneus anterior syndroom
- naffziger syndroom
- costoclaviculair syndroom
- pectoralis minor syndroom - definitie
- elk ziekte process of anatomische variatie van thorac outlet
- waarbij compressie van van neurovasculaire bundel - symptomen
- pijn
- paresthesien & voosheid
- vermoeidheid & spierzwakte
structurele indeling van TOS
- beenderig
- te grote processus transversus C7
- 1e rib abnormaal dik of gebogen = congentiaal of verworven
- clavicula = callus of non-union - halsrib
- 0,2-0,5% van normale bevolking
- 50% bilateraal
- 10-20% geopereerde TOS - fibreus = abnormale banden
- costocostaal
- costovertebraal
- costopleuraal
- scalenopleuraal
- geassocieerd met halsrib - musculair
- variaties scaleni = dikte, insertie & tonus
- abnromale subclavius, pectoralis minor of omohyoideus
indeling van TOS
- lokalisatie
- scalneus driehoek = clavicula, scalenus anterior & - posterior
- costoclaviculaire driehoek
- subpectoralis minor ruimte = pectoralis minor & ribben - structuur
- beenderig
- fibreus
- musculair - ontstaan
- congenitaal
- verworven
- functioneel
etiologische indeling van TOS
- congenitaal
- abnromale processus transversus C7
- halsrib
- abnromale 1e rib
- musculaire afwijkingen
- fibreuze banden
- verloop van neurovasculaire bundel prefixatie-postfixatie bundel - verworven
- beenderige traumata
- verwikkelingen = vallus, non-union & exostose - functioneel
- afzakken van schouder = dragen zware laste, leeftijd & sporten
- musculaire hypertonie
neurologische symptomen van TOS
- algemeen
- vooral onderste plexus
- frequentie > 90 %
- =an/vrouw = 1/2 - pijn
- vooral nek en schouder
- vaak uitstralend naar de ulnaire zijde = voorarm en digit 4 en 5
- vaak toename van pijn na inspanning en bepaalde
–> elevatie van de arm
- nachtelijke pijn - sensibel = digit 4 en 5
- vaak paresthesiën
- zelden hypo-esthesie - andere
- zelden spierzwakte en atrofie ulnarismusculatuur
- frequent symptomatische stoornissen = Raynaudachtige fenomenen
–> klamme hand & verkleuren van de vingers
cardiovasculaire symptomen van TOS
- veneus = pijn < zwelling < obstructie
- vermoeidheid, zwelling en cyanose
- chronische veneuze obstructie = collateralen die zichtbaar ter hoogte van de schoudergordel en thorax - Paget-Schroettersyndroom
- acute occlusie van de vena brachialis
- na zware inspanning
- dringen heelkundig ingrijpen is noodzakelijk - arterieel = koude < claudicatio < gangreen
- pijn bij inspanning
- vermoeidheid, zwakte en koude gevoel
- door een verminderde flow
- lokale beschadiging -> atheroma, thrombose, occlusie of aneurysma
- zelden ulceraties en gangreen door occlusie - associatie van arteriële problemen
- botanomalieën = cervicale rib & abnormale 1e rib
- sequelen = doodbot na fracturen van de 1e rib of clavicula.
functioneel thoracic outlet syndroom
- oorzaken
- droopy shoulder
- ziekte van Scheuermann = hyperkyfose
- chonrisch nek/schouder pijn bij langdurig zitten - syndromen
- scalenus anterior syndroom
- costo claviculair syndroom
- pectoralis minor syndroom
- scapulocostaal syndroom
syndromen van functionele TOS 1
- scalenus anterior syndroom
- hypertonie scaleni = na ongewoon zware inspanning
- hematoom in sclaneus anterior met littekenfibrose = verkorting
- facettaire dysfunctie
- hyperextensie trauma
- cervicale rib
- te grote proxessus transversus - costo claviculair syndroom
- houdingsveranderingen = afhangende schouders
- vermoeidheid
- trauma
- sporten
syndromen functionele TOS 2
- pectoralis minor syndroom
- hyperabductie bewegingen
- gelijkaardige symptomen als costoclaviculair - scapulocostaal syndroom
- pijn rond schouderbladen = musculair
- overmatige inspanning
- langdurige stress
- vermoeidheid
- hyperkyfose = meer klachten
- TOS is secundair
klinisch onderzoek van TOS
- algemeen
- schouder, cervicale & thoracale wervelzuil
- provocatie maneouvers
- evaluatie sensibiliteit & sympatische functie BL
–> monofilamantentest & tweepuntdiscriminatietest
- spierkracht
- veneuze & arteriële obstructie - uitlokkingstesten
- teken van Tinel
- posturale testen - teken van tinel
- percussie met vinger of reflex hamer
- of directe druk = thumbpressure
- over verloop van plexus
- irradiërend of elektriciteitsgevoel
posturale testen
- algemeen
- specifieke houdingen van arm
- veranderingen van radialispols en neurologische symtomen monitoren
- positief indien wegvallen van pols - Adsontest
- stretch scaleni = diep inademen, kin opheffen & hoofd naar aangetaste zijde draaien
- 50% van gezonde populatie positief
- negatief bij veel TOS patiënten - schoulder bracing test of militaire houding
- schouder naar omlaag & naar achter
- kleinere costoclaviculaire ruimte = eerder voor costoclaviculair syndroom - test van Roos = 90° abductie-exorotatie test
- houding voor 3min
- ellebogen in lijn met de schouders
- rug & armen tegen muur
- mogelijkheid pijn, paresthesie & spierzwakte
- 5-10% positief bij gezonden
- 90% negatief bij TOS
n. ulnaris anatomie
- verloop
- volledig mediale zijde van arm
- elleboog door sulcus ulnaris & bedekt met fascia = goed palpeerbaar
- door kanaal van Guyon - eindtakken
- ramus superficialis = sensibel dorsaal digiti 4-5
- ramus profundus = hypothenar & intrinsieke handspieren - spieren
- flexor carpi ulnaris
- flexor digitorum profundus 4-5
- thenar = flexor pollicis brevis & adductor pollicis
- hypothenar = adductor, flexor & opponens digiti minimi
- intrinsieke handspieren = interossei & lumbricales 3-4
oorzaken van n. ulnaris pathologie
- aan schouder = TOS
- aan elleboog = insicura ulnaris aan humeri
- meest frequent
- fracturen van ulna
- (sub)luxaties uit insicura
- peroperationel positionering = kussen indien aantal uren liggen
- arhtrosis deformans = compressie van osteofyten
- NHO - aan pols = kanaal van Guyon
- snijwonde bij suïcide pogingen
- fracturen van ulna of os pissiforme
- recidiverende microtraumata = beroepsgebonden
–> hamer of computer werk
specifieke symptomen voor n. ulnaris pathologie
- sensibele uitval
- letsel aan hand = geen sensibele uitval
- vertakking gebeurt proximaal = pols - teken van Froment
- kracht intrinsieke handspieren & adductor pollicis
- blad papier tussen duim & wijsvinger vasthouden
- proberen wegtrekken als tester
- positief teken = flexie van duim voor te houden - bijkomende test interossei
- middenvinger opheffen & hieruit ab & adductie ringvinger
- aantasting = moeilijk/onmogleijk
klauwhand bij n. ulnaris
- atrofie hypothenar & interosseus
- uitval lumbricalen
- overgewicht van extensoren
- MCP hyperextensie 30° van 4-5e vinger - uitval interossei
- overgewicht van flexoren
- PIP & DIP flexie
- bij proximaal letsel = ook flexor digitorum profundis dus geen flexie 4-5e vinger - uitval adductor pollicis
- overgewicht flexor & extensor pollicis longus
- flexie IP & hyperextensie MCP
therapie van n. ulnaris letsel
- etiologisch
- zo goed mogelijke reductie bij trauma
- artrose = chirurgisch verwijderen van osteofyten
- NHO = medicatie of chirurgie - uitval
- mobilisatie
- elektrostimulatie
- spierversterkende oefenignen
- orthesen voor functionele stand van hand & vingers te bekomen
n. medianus anatomie
- verloop
- mediaan in bovenarm & parallel met n. ulnaris
- ventraal in onderarm
- midden-ventraal bij pols
- door carpale tunnel - motoriek
- pronator teres
- flexor carpi radialis
- palmaris longus
- flexor digitorum superficialis
- thernar = opponens, abductor brevis & flexor brevis
- lumbricales 1-2 - n. interosseus anterior
- flexor pollicis longus
- flexor digitorum profundus 2 & 3
- pronator quadratus
pathologie van n. medianus
- lig. van Struthers
- zeldzaam
- net proximaal van elleboog
- verbenen van lig. - n. interosseus anterior syndroom = Kiloh-Nevin syndroom
- enkel motorische aantasting van specifieke zenuw
- test = OK-teken met vingers
–> afgeplatte O & verdwijning van pinching - andere
- pronator syndroom
- TOS thoracic oulet syndroom
pronator syndroom
- pronator syndroom
- compressie tussen koppen pronator teres
- compressie tussen knoopsgat = boord van flexor digitorum superficialis
- niveau bepalen door spiertesting + elektromyografisch onderzoek - oorzaken van pronator syndroom
- anatomische variant van spier
- hypertrofie van spieren = beroepsgebonden
- onzorgvuldige infuus plaatsing of verkeerd prikken van bloed = raken zenuw
–> iatrogeen
oorzaken carpaal tunnel syndroom
- geslacht
- zwangere vrouwen of menopauze
- hormonale veranderingen = vochthuishouding ontregeld
- meer vochtopgehouden = bilateraal last
- vooral nachts - onderliggende ziekte = bilateraal
- onderdeel van polyneuropathie
–> repititieve flexie/extensie = extra druk op reeds onstoken zenuw
- diabetes
- RA
- nierinsufficiëntie - andere
- extrinsieke druk = polsfractuur & tenosynovitis
- microtraumata = beroep of repitieve strain-injuires
specifieke symptomen voor carpaal tunnel syndroom
- pijn
- vooral nachterlijke pijn
- permanente paresthesie evolueert naar hypo- & anesthesie
- gezwollen & gespannen gevoel vingers
- brachialgie = uitstraling van pijn
- recuperatie is afh van duur klachten - predikershand
- atrofie van thernar
- lumbricales uitval = overgewicht extensor digitorum communis
–> hyperextensie MCP II & III
- uitval opponens & abductor pollicis brevis = overgewicht van extensor & adductor pollicis
–> duim in extensie & adductie
onderzoek van carpaal tunnel syndroom
- uitlokkingstesten
- teken van Phalen = handen met handrug tegen elkaar gedrukt & 1min aanhouden
- omgekeerde Phalen = handpalmen tegen elkaar duwen
- teken van Tinel = percussie - sensibel
- palmair van 1-4e vinger
- dorsaal van 1 & top 2-3e vinger
- minder 2 punt-discriminatie
- ramus palmaris is proximale aftakking & zal gespaard blijven
therapie van carpaal tunnel syndroom
- conservatief = geen axonale schade
- medicatie = diuretica maar geen bewezen effect
- infiltratie = corticoïden voor inflammatie te vermindeen
- nachtspalk = overdreven palmairflexie of hyperextensie te verhinderen
- kine = nerve gliding oefening
- elektrotherapie = weinig gebruikt - operatie
- axonale schade
- klieving van lig. transversum
anatomie van n. radialis
- verloop
- humerus = radiale goot dorsaal
- elleboog = lateraal
- mogelijk adhesies aan radio-humeraal gewricht
- splitsen aan voorzijde elleboog - spieren
- triceps
- brachioradialis
- extensor carpus radialis longus & brevis = drophand - interosseus posterior = ramus profundus
- supinator
- extensor digitorum communis = dorpvingers
- extensor digitorum ulnaris
- abductor pollicis longus
- extensor pollicus brevis & longus - zijtakken
- cutneaus antebrachii posterior
- ramus superficialis
oorzaken van n. radialis pathologie
- radiale goot
- middiafysaire hymerus fracturen = axontmese
- saturdag night palsy = honeymoon palsy = reversibele neurpraxie - posterior interosseus syndroom
- minder frequent
- arcade van Fröhse = waar zenuw m. supinator doorboort
- door trauma of hypertonie = beroepsgebonden
- zuivere motorische uitval waarbij proximale spieren niet aangetast zijn
- supinator wel/niet aangestast indien voor of na arcade - supinator syndroom
- radiaal tunnel syndroom
- compressie tussen 2 koppen - Wartenbergsyndroom
- compressie aan pols van sensibele ramus superficialis
- minder frequent
- spannend bandje of trauma = slag voorarm
- uitval rond duim
n. axillaris anatomie
- verloop
- uit fasciculus posterior C5-6
- door spatium quadrangulare
- samen met a/v circumflexa humeri posterior - spieren
- deltoideus
- teres minor - sensibel
- schouder gewricht
- onderste deel deltoideus
- n. cutaneus brachii lateralis superior = aftakking
oorzaken van n. axillaris pathologie
- traumatisch
- schouder luxatie
- fractuur humerusnek
- direct trauma deltoideus = contact sporten
- verkeerd gebruk van okselkrukken = ook schade n. radialis - quadrangulaire ruimte
- fibreuze banden
- spierhypertrofie
- repetitieve trauma - kliniek
- acuut = afhangen van arm
- latere fase = abductie overgenomen door supraspinatus - therapie
- spontaan herstel in meeste gevallen
- axonaal verlies = gereserveerde prognose