Week 9 Flashcards

1
Q

Consument-geïnduceerd moreel risico

A

je gaat dingen doen met meer gevaar, omdat je toch weet dat je verzekerd bent. Je gaat je risicovoller gedragen omdat
je zelf niet hoeft op te draaien voor de consequenties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aanbod-geïnduceerd moreel risico

A

als de zorgaanbieder weet dat de patiënt niet voor de kosten opdraait, dan is het voor de aanbieder makkelijker om meer te
behandelen. Tandarts die extra foto’s maakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Twee soorten moreel risico te onderscheiden binnen consument-geinduceerd moreel risico

A

Ex-ante moreel risico (gedragseffect)
Ex-post moreel risico (prijseffect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ex ante moreel risico

A

Verschuiving van de vraagcurve (omhoog of omlaag)

Je zult je als consument minder inspanning doen om gezondheidsrisico’s te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ex post moreel risico

A

Verschuiving langs de vraagcurve. langs de lijn, goedkopere zorg meer afnemen

o Wanneer je zorg gebruiken/nodig hebben dan ervaren ze bij een volledige dekking geen prijs. Gratis shoppen. Als de prijs lager is wordt er meergevraagd. Dat treedt op als men zorg nodig heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Drie kenmerken bij zorgverzekering die bijdragen aan moreel risico

A

Schade moeilijk te taxeren door verzekeraar; principaal agent probleem

Moeilijk om de premie te relateren aan preventieve activiteiten

Verzekeraar kan geen beroep doen op de schadebeperkingsplicht; moeten altijd uitkeren

Mogelijkheden voor verzekeraars om de schade te beperken kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ONgewenst moreel risico - welvaartsverlies conclusie

A

Toename van zorggebruik en zorgkosten die niet opweegt tegen de kosten

Het nut van extra zorgconsumptie weegt niet op tegen de extra kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welvaartswinst zorgverzekeringen

A
  • Toegankelijk onbetaalbare zorg
  • risicooverdracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welvaartsverlies zorgverzekeringen

A

Ongewenst moreel risico

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Methodologische problemen naar moreel risico

A
  • Selectie effecten; verschil VER en zorgkosten
  • Ontbreken relevante informatie groepen; achtergrondinformatie
  • Simultane veranderingen; twee jaren vergelijken, pakketwijzigingen
  • Latente vraag; Vraag sluit niet aan op de doelgroep ( vb obamacare kan het bestaande aanbod niet aan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

RAND experiment

A
  • Verschillende polissen
  • Meer zorguitgaven bij mensen met volledige dekkening

Conclusies
- Moreel risico treedt op
-eigen betalingen leiden tot;
- Minder ziekte episodes waarvoor medische hulp nodig is
- Als ze eenmaal bij de dokter zijn maar eigen betaling weinig uit

Eigen betalingen leiden tot consument geïnduceerde moral hazard, maar aanbod geïnduceerde moral hazard wordt dus niet tegengaan door eigen
betalingen.

  • Extra zorgvraag leidt niet tot betere gezondheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oregon experiment

A

35% hogere zorgkosten in de groep die de verzekering kreeg.

  • Verzekering via loterij, goede vergelijkbare groepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Doelmatigheid om moreel risico terug te dwingen strategien aan welke kanten

A
  • Aanbodzijde
  • Vraagzijde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Doelmatigheid om moreel risico terug te dwingen strategieën; aanbodzijde

A
  • Bekostiging
  • Selectief contracteren
  • Utalization mangement (second opinion); zorgproces te sturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Doelmatigheid om moreel risico terug te dwingen strategieën; vraagzijde

A
  • Eigen betalingen
  • Bewustmaking collectieve uitgaven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

eigen betalingen vormen

A
  • Eigen bijdrage per behandeling
  • Eigen risico
  • Procentuele betaling
  • Combinatie (eigen risico en procentuele betaling in NL)
14
Q

managed care

A

inkopen van zorg door verzekeraars om de kosten te dekken

  • Zorggebruik beheersen
  • Was indemnity (schade verzekeringen ) waarbij je alles kon declareren en terug kreeg
  • Geen prikkel om kosten te beheersen
15
Q

Indemnity care

A

Schadeverzekering
- geen beheersing kwaliteit en kosten

  • Wel veel keuzevrijheid voor verzekerden
15
Q

PPO

A

Prefered provider organisation
- Allemaal gecontracteerd, maar verzekeraar heeft een duidelijke voorkeur voor een aanbieder

16
Q

HMO

A

Health maintance organisation
- Gesloten netwerk van aanbieders, niet gecontracteerd niks verboed

Meer beheersing kosten en kwaliteit
Minder keuzevrijheid

17
Q

Pos

A

point of service

  • Deel betaald bij niet gecontracteerde zorgverzekeraar
18
Q

MAnaged care vormen

A
  • HMO
  • PPO
  • POS

Idemnity niet

19
Q

Instrumenten binnen managed care vormen

A
  • Selectie prikkel zorgaanbieders
  • Financiele prikkels (bekostiging)
  • Zorggebruik management; passende zorg leveren, zorgtraject allen met doorverwijzing van HA
20
Q

Effecten managed care experimenten

A
  • Rand; lagere kosten zonder vermindering van kwaliteit
  • Luft; Totale zorgkosten lager en geen indicaties lagere kwaliteit
21
Q

Blacklash ‘90

A

Minder positief tegen minder keuzevrijheid patient

  • Media
  • Vooral uit hoek; zorgaanbieders; ze moesten letten op de kosten en werden bekeken; vormen een stand tegen de HMO
22
Q

Gevolgen backlash

A
  • Managed care beperkend
    Any willing provider; iedere aanbieder contracteren
    Freedom of choice; hogere vergoeding bij niet-gecontracteerd
  • Hogere premies
  • Minder utalization management
  • Minder prikkels doelmatigheid

PPO neemt toe en HMO neemt af

23
Q

Lessen vs (van de ven en Duijnerlick)

A
  • Selectieve zorginkoop effectief doelmatigheid
  • backlash weerstand zorgaanbieders
  • Consumenten bereid lagere keuzevrijheid voor lagere premie
  • Geef ze een keuze tussen polissen
  • informeer over gecontracteerde aanbieders
24
Q

VBHC

A
  • Transformatie naar een doel; meer waarde in ze zorg
  • Innovatie en zorgverbetering
  • Aanbodgedreven en patientgericht

Kwaliteit uitkomst beter maken
Veel ondoelmatigheid
meer aandacht prevenetie

25
Q

ACO

A

Accountabele care organization

  • Door artsen geleide geïntegreerde zorgorganisaties
  • Samenwerkende groep van verschillende typen aanbieders
  • Gezamenlijk verantwoordelijk voor kosten en kwaliteit
  • Realiseren ‘triple aim’ voor afgebakende populatie
  • Nadruk op IT en performance meting/vergelijking

Verzekeraar is niet belangrijk zoals bij HMO

26
Q

Overeenkomst HMO en ACO

A

groepen zorgaanbieders die gezamelijk fiancieel en zorginhoudelijke verantwoordelijkheid dragen voor een populatie

27
Q

verschillen HMO en ACO

A
  • ACO alleen zorgaanbieder
  • ACO meer aandacht kwaliteit
  • ACO risico zorginkoper / betaler
  • ACO meer keuzevrijheid van HMo
28
Q

ACO effect

A

Kosten dalen maar nog geen effecten op kwaliteit gevoden

29
Q
A