Techniek filosofie week 2 Flashcards

1
Q

Centrale vraag

A

Hoe kan het dat technologische innovaties steevast gepaard gaan met torenhoge beloftes, terwijl er in de praktijk vaak weinig van terecht blijkt te komen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Twee soorten verwachtingen

A
  • Informele; smartphone moet steeds slimmer worden
  • Formele verwachtingen; CBG geneesmiddel moet voldoen aan de wetgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Formele verwachtingen en formele toekomstvoorspellingen

A

Beleidsmakers moeten zich bezig houden met toekomstscenario’s en roadmaps

–> helpen overheid om besluiten te nemen

Toekomstplanning:

  • Instrument voor bedrijven en beleidsmakers
  • Geïnstitutionaliseerd (vaste instrumenten, routes en opties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorbeelden formele verwachtingen macro en micro niveau

A
  • Toekomstverkenningen
  • Scenario’s
  • Roadmaps
  • HTA (health technology assesment)
  • KEA

Micro niveau; service blueprint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 hoofdkenmerken sociale verwachtingen als vakgebied

A
  • Nadruk informele productie en circulatie van verwachtingen
  • Beroep op actoren
  • Actoren moeten uit een reportoir beelden, statements en voorspellingen verwachtingen halen (collectief beeld)
  • Verwachtingen doen iets en leiden tot dynamiek (niet neutraal, maar zetten iets in gang)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verwachtingen mobiliseren op drie niveaus

A
  • Micro; onderzoeksgroepen, ind onderzoekers
    (laten zich leiden door thema’s en ontwikkelingen relevantie)
  • Meso; innovatienetwerken
    (cutting edge themes)
  • Macro; nationaal beleid, regulering en financiering

(toekomstplannen die gaan spelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vragen bij verwachtingen en sociale groepen

A
  • Hoe zijn verwachtingen in wetenschap gestructureerd?
  • Wat is de dynamiek van verwachtingen (opkomst, groei, krimp?)
  • Hoe beinvloeden verwachtingen de keuzes die we maken?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kenmerken van verwachtingen

A
  • Performativiteit
  • Temporele variabiliteit
  • Sociaal ruimtelijke variabiliteit

-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

I. Performativiteit

A

Verwachtingen of statements zetten iets in werking

  • Belofte wordt verplichting
  • Verwachtingen zijn vormgevend voor een nieuwe realiteit

VB; wet van more
–> wordt een richtlijn of doelstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Constitutive force

A

Verwachtingen zijn niet beschrijvend maar zetten aan tot een nieuwe realiteit

  • Aantrekken bondgenoten; gebruikers en bedrijven
  • Definiëren rollen
  • Bouwen bindende agenda
  • Belofte wordt verplichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

self fulfilling proficy (onderdeel performativiteit)

A

Foute inschatting en verwachting van de situatie die nieuw gedrag oproept en waardoor dit alsnog werkelijkheid wordt

Oorspronkelijke belofte wordt met terugwerkende kracht werkelijkheid

  • Voorspeller gaat geloven dat de verwachting waar is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

II. Temporele variabiliteit

A

Verwachtingen hebben een temporeel patroon (hoop - teleurstelling)

  • Verwachtingen nodig voor interesse
  • Afwisselende cirkel hoop-teleurstelling
  • Teleurstelling ingebouwd
  • Historische dementie
  • Nadruk breuk met verleden ipv continuiteit (eerdere mislukkingen weggelegd)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verwachtingen zijn nodig voor?

A

Interesse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Historische dementie

A

Hype gaat altijd over toekomst en niet over t verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hype circle

A
  • Ups and downs technologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Problemen hype circle

A
  • Te algemeen (weinig aandacht voor de sociale verwachtingen)
  • Te lineair perspectief (te padafhankelijk)
    –> maatschappij heeft ook invloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

III. Sociaal ruimtelijke variabiliteit

A

Verwachtingen verschillen per groep (betrokkenen en minder betrokkenen)

  • Groepen op meer afstand hebben vaak geen oog voor onzekerheden en risico’s
  • Direct betrokkenen en ontwikkelaars meer bewust van onzekerheden en beperkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

3 functies van verwachtingen

A
  1. Legitimering
  2. Sturing
  3. Coördinatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat doen verwachtingen (legitimering)!! Belangrijk ook uit TG

A

Verwachtingen kunnen leiden tot aandacht en interesse

    Kunnen investeringen trekken
    Claim van verwachtingen kan kosten legitimeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat doen verwachtingen? (sturing)

A

Verwachtingen geven richting aan de zoektocht naar technologie

Verwachtingen nemen deel onzekerheid weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat doen verwachtingen ( Coordinatie)

A

Technologie ontwikkelen in netwerken

  • Verwachtingen geven rollen aan en taakverdeling van actoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Belangrijk !!! Verwachtingen zijn niet neutraal, maar….

A

Hebben een normatief en politiek karakter

  • Expliciete en impliciete waarde oordelen en rolverdeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke vragen bij kritische analyse verwachtingen politiek en normatief karakter? 4

A
  • Welke verwachtingen circuleren er ?
  • Welke stemmen worden er gehoord en welke niet?
  • Welke aannames worden er gedaan?
  • Wat blijft buiten beeld?
24
Q

Idee taalkundig perspectief verwachtingen

A

Kern; Samenleving in de greep van verwachtingen die samenleving en de cultuur verandert door technologie

25
Q

3 literaire genres en twijfelachtige redeneerpatronen

A
  • Idee totale revolutie
  • Idee van sociale continuiteit
  • Idee van technologische fix
26
Q

Redeneerpatroon; totale revolutie

A

Technologie zal ons leven radicaal veranderen

27
Q

Redeneerpatroon; sociale continuiteit

A

Nieuwe technologie zal (oude) problemen oplossen

Maar nieuwe technologie kan ook zorgen voor nieuwe problemen, te veel nadruk oplossingen

28
Q

Redeneerpatroon; technologische fix

A

Technologie als panacee voor sociale en politieke problemen

29
Q

Twee soorten “fix”

A
  • Als oplossing (‘fixing something’); technologie lost problemen op waar politiek of religie dit niet kan
  • ‘Fix’ als vaststaand (‘fixed meaning’); technologie heeft niet een effect of vaststaande betekenis

VB; SCOT theorie (mens heeft invloed op betekenis en effect in maatschappij en praktijk)

30
Q

Twee soorten symbolische voorspellingen

A
  • De wekende toekomst
  • Aanstormende toekomst
31
Q

De wekende toekomst

A
  • Toekomst als nieuwe start
  • Altijd positief qua toon
  • Belofte van meer autonomie (vb e-health)
  • Sterke tegenstelling tussen heden en toekomst
  • Metafoor: de weg die voor ons ligt, het gebied dat ontdekt moet worden

“Het gebonden verleden en de ongebonden vrije toekomst”

32
Q

De aanstormende toekomst

A
  • Toekomst nadert in snel tempo
  • Retoriek van haast
  • Bereid je voor of het gaat aan je voorbij
  • Metafoor van de beweging die op ons afkomt
33
Q

Verschillen aanstormend en wekende toekomst 2

A
  • Metaforen;

Bewegen naar de toekomst (wekend)

Toekomst beweegt van ons af ( aanstormend)

  • Vragen;

Bij aanstormend geen tijd voor vragen en het is winnen of verliezen

Bij wekend meer tijd voor vragen

34
Q

Technologische voorspelling paradoxen

A
  • Kennisparadox
  • Gemaksparadox
  • Interactieparadox
  • Expansieparadox
35
Q

Kennisparadox

A

Hoe slimmer hoe minder we ervan begrijpen

  • Tegenstelling; tussen toegenomen technologie en begrip daarvan
36
Q

Gemaksparadox

A

Belofte van minder werk, terwijl werkeisen juist toenemen

Zorgt ook dat de sociale norm opschuift; denk aan schoon door stofzuiger

  • Technologie belooft minder arbeidsbesparende mogelijkheden, maar creëert ook werk

VB; email of juist meer interactie

37
Q

Interactieparadox

A

hoe intelligenter het apparaat, hoe onverschilliger we worden en hoe minder we ermee interacteren

ls een apparaat bijvoorbeeld intuïtief te gebruiken is, zullen we het sneller en gemakkelijker kunnen gebruiken en dit vormt geen uitdaging

Vb; smartphones, zelfrijdende auto’s

38
Q

Expansieparadox

A

Hoe meer een techniek uitbreidt, hoe moeilijker de beheersing en controle

het overwinnen van natuurlijke beperkingen terwijl het belang van grenzen wordt vergeten

Grenzen stellen net zoals bij transhumanisme

Vb; denk aan cybercriminaliteit

39
Q

Hoe kan je de wilde toepassen op een casus?

A
  • Redeneerpatronen
  • Culturele genres
  • paradoxen
40
Q

Bedenkelijke redeneerpatronen bij E-health

A
  • Totale revolutie; zorgpratijk veranderen door applicaties
  • Technologische fix; ehealth kan bestaande problemen oplossen
    Passieve patienten verbeteren
    Communicatie verbeteren
41
Q

Culturele genres E-health

A

o De wenkende toekomst: belofte van meer autonomie voor patiënten, meer controle van zorgverleners, positieve toon

o De aanstormende toekomst: belangrijkste publiek; organisaties en beleidsmakers; investeer nu in E-Health of blijf achter

42
Q

Paradoxen ehealth

A

o Kennisparadox: E-Health applicaties beloven grote hoeveelheid aan informatie maar kunnen zorgverlening ook juist minder transparant maken

Telemonitoring; wat wordt er gedaan met deze informatie

o Gemaksparadox: E-Health applicaties beloven meer efficiency maar vergen juist veel aanvullend werk

Nieuwe informatie allemaal managen en meer vragen van patiënt

o Interactieparadox: E-Health applicaties beloven toename van contact maar kunnen ook de kwaliteit van dat contact reduceren

o Expansieparadox: E-Health belooft om ruimtelijke beperkingen te overwinnen (overal kan zorg verleend worden) maar is afhankelijk van specifieke locaties)

43
Q

Socio- technical imaginaries

A
  • gebasseerd op co-productie
  • rol verhalen in socio culturele context plaatsen
  • !!!! rol techniek beloftes te analyseren
44
Q

Vier kernpunten in socio technical imaginaries

A
  • Gedeeld; verbeeldingen zijn gedeeld (product van de samenleving, of culturele of sociale groep)
  • Duurzaam (‘institutionally stabilized’); Zijn over de tijd ingebed in instituties en denkpatronen (geen hype)
  • Openbaar (‘publicly performed’); denkbeelden zijn openbaar en zichtbaar, zichtbaar in beleid of onderdeel van innovatieagenda’s
  • Wenselijk (‘desirable futures’); verbeeldingen gaan over ontwikkelingen die we wenselijk achten, waar we naartoe willen gaan
45
Q

Kern socio technical imaginaries

A

Gedeelde beelden en verhalen over !wenselijke! toekomsten die mogelijk zijn door wetenschap en techniek

46
Q

3 soorten inzicht bij verwachtingen door socio technical imaginaries

A
  • Inzicht in verschillende landen/groepen

( ; hangt samen met gedeelde verhalen
Waarom in andere landen anders omgaan met regulatie techniek)

Sommige meer gericht op risicobeheersing dan anderen

  • Inzicht in veranderingen door de tijd heen

Duurzaamheid van gedeelde verhalen, maar ook verandering zichtbaar

Verandering van denkbeelden door de tijd heen, ontwikkelingen analyseren en begrijpen

  • Inzicht in verspreiding van ideeën en praktijken
47
Q

3 functies socio technical imaginaries

A

I. Framen toekomst; wenselijk en wat onwenselijk is. Technologie is gekoppeld aan denkbeelden

II. Linken aan verleden en aan de toekomst

Eerdere beleidskeuzes worden onderdeel van de verhaallijn, denk aan lering hiervan (foutieve keuzes)

III. Naturaliseren; bepaalde manier van denken.

Moeilijk om hier buiten te treden

Denk aan geaccepteerde beleidskeuzes (polderen) of routines in organisaties

48
Q

Kern socio technical imaginaries

A

Verwachtingen zijn gebonden aan specifieken culturen, groepen of landen

49
Q

Antwoord discrepantie verwachtingen en gebrekkige inbedding

A
  • De rol en functie van verwachtingen (informeel)
    Hebben geen neutrale functie maar geven sturing door waardeoordelen en politieke keuzes
  • Retorische analyse van de wilde
  • Socio technical imaginaries
50
Q

constitutive force

A

verwachtingen bijdragen aan het vormen van de realiteit en niet alleen een speculatie is over wat er zal gebeuren.

verwachtingen zetten de praktijk aan het werk

51
Q

Temporele variabiliteit functie en functie hoop

A

Interesse verwachtingen wekken zodat mensen er mee aan de slag gaan

Hoop creëert verwachtingen

52
Q

Socio technical imaginaries collectieve waarden voorbeelden

A
  • Privacy
  • Gezondheidspreventie
  • Autonomie
53
Q

Cultuurspecifieke waarden

A
  • Zelfzorg
  • Vertrouwen in technologie
  • Geloof in data
54
Q

Dixon - Woods drie paradoxen

A

I. De in acht name van het twijfelachtige en de afwijzing van het goede

II. De wijsheid en tekortkomingen van de democratie

III. Gezondheidssystemen kunnen niet zo snel gaan als innovatie en lopen altijd achter.

55
Q

I. De in acht name van het twijfelachtige en de afwijzing van het goede

A

Bewezen innovaties halen het soms niet, terwijl andere twijfelachtige innovaties met

veel hoop het wel halen door verwachtingen

56
Q

II. De wijsheid en tekortkomingen van de democratie

A

Innovatie kan verstoord worden doordat niet iedereen meer handelt in het collectieve belang

Stakeholders zijn gevoelig voor commerciële belangen en eigen doelen of andere beïnvloeding

57
Q

III. Gezondheidssystemen kunnen niet zo snel gaan als innovatie en lopen altijd achter.

A

QI loopt altijd achter

kinderziektes eruit halen duurt lang en er is al weer een innovatie met veel verwachtingen

Paradigma focust alleen op evaluatie product en niet op gehele systeem