Blok 8 - Recht week 3 - 4 Flashcards

1
Q

integrale aanpak op twee niveaus uitgewerkt

A

Gemeentelijk niveau: organiseren vrijwillige aanvaarding hulp clienten

Landelijk niveau; ingrijpen ouderlijk gezag (grondrechten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Preventie Jeugdwet geregeld in?

A

art. 2.1

  • Vroege signalering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zelfredzaamheid vastgelegd in JW

A

Eigen mogelijkheden versterken

  • Art. 2.1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Maatwerk geregeld JW

A
  • Art. 2.3

Inzetten aangewezen voorziening:
a. gezond en veilig op te groeien;
b. te groeien naar zelfstandigheid, en
c. voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren,
rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grondslagen internationaal voor JW

A
  • EVRM
  • IVRK
  • Europees sociaal handvest
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

EVRM belangrijke artikelen JW

A
  • Art. 2; recht op leven
  • Art. 3; foltering kindermishandeling
  • art. 5; recht op vrijheid
  • Art. 8; recht op gezinsleven en familie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

European Convention on the Exercise of Children’s Rights.

A
  • art. 3; kind mag zichzelf uitdrukken en mening ook
  • Art. 6; kind betrekken bij besluitvorming
  • Art. 12; kinderrechten bekendmaken en publiceren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor beginsel van belang inbreuk gezinsleven grondrecht bv uithuisplaatsing

A
  • Legitmiteitsvereiste; vastgelegd in wet om in te grijpen overheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarin komt jeugdrecht voor in de wet?

A
  • WLZ; jeugd met zzp
  • BW 1; ouderlijk gezag en voogdij
  • WPG; GGD, vaccinaties etc.
  • WMO; alg welzijn ingezetene
  • Jeugdstrafrecht
  • ZVW; ziektenkosten jeugd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Plichten en beginselen JW!

A
  • Legitmiteitsbeginsel
  • Woonplaatsbeginsel
  • Jeugdhulpplicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Uitgangspunten JW

A

Art. 2.1

  • Integrale hulp; een gezin een plan
  • Demedicaliseren
  • Preventie
  • bevorderen opvoedvaardigheden
  • Eigen probleemoplossend vermogen
  • Veiligheid bevorderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

jeugdhulpplicht

A
  • aanbod bieden jeugdhulp
  • adviseren
  • consultfunctie; professionals die zorgen maken
  • maatschappelijke begeleiding; zelfredzaamheid bevorderen jeugdige door beperking
    -opvoedklimaat bieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

actoren jeugdhulp

A
  • GI
  • Gemeentes
  • particulieren
    -HA
  • instellingen landelijk (
  • Wijkteam
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

GI

A

Taak; jeugdbescherming en jeugdreclassering

  • OTS
  • Kwaliteitseisen
  • IGJ en Veiligheidsinspectie toezicht
  • Gecontracteerd door gemeente
  • Gedwongen opname
  • Gesloten verblijf
  • Gedwongen behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschil veilig thuis en RVDK

A
  • Veilig Thuis heeft medische kennis, RvdK niet
  • Veilig thuis gaat op zoek naar hulp en onderzoekt huiselijk geweld en mishandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Jeugdzorg plus

A

gesloten jeugdzorginstelling

  • Alleen via kinderrechter
  • ernstige gedragsproblemen
  • geen strafrecht
  • aanleren sociale vaardigheden en structuur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Kinderrechter wat kan deze doen?

A
  • Kinderbeschermingsmaatregel; OTS, voogd, toeziend voogd, plaatsing jeugdzorg plus
  • Vervangende toestemming voor geneeskundige behandeling.
  • Beëindiging ouderlijk gezag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

VOTS

A
  • Onder toezicht stelling
  • gezinsvoogd door GI
  • kind soms (tijdelijk) in pleeggezin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Beeindiging ouderlijk gezag

A

Kind naar pleeggezin of gvv. tehuis.
* Zware maatregel alleen bij:
- ernstige verwaarlozing;
- seksueel misbruik en mishandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Schorsing ouderlijk gezag

A

weigerachtige ouders vanwege med. noodz.
gnk. behand. (tijdelijk) ‘opzijzetten’, voor RvK voor plaatsvervangende
toestemming.

Of wegens ernstig bedreigd zijn welzijn kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Dwang

A
  • Inbreuk art. 8 EVRM
  • Dwang is een ultieme maatregel als vrijwilligheid niet (meer) werkt.
  • Dwang begint bij een vonnis van de kinderrechter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Dwang

A

Kinderbeschermingmaatregel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Procedure uithuisplaatsing

A

Machtiging uithuisplaatsing

  • Machtiging kinderrechter
  • Verzoekers gedwongen maatregel: GI, RVDK of OM soms ook gemeente (staat dichter bij burger
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

vetrouwenspersoon geregeld

A

geregeld in de wet
- vaak AKJ (advies en klachtenbureau jeugdzorg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

concrete jeugdhulp geregeld in

A

Verordening gemeente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Verwijsindex

A

Doel: vroegtijdige en onderlinge afstemming tussen meldingsbevoegden met als doel passende hulp om ontsporing
tegen te gaan

  • risicojongeren in opgenomen met mogelijke jeugdproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Kritiek huidige jeugdzorg

A
  • Te veel versnipperd
  • te lange wachtrijen
  • Jeugdzorgplus lijkt net een gevangenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Verplichtingen gemeente JZ

A
  • Verzoeken tot onderzoek RVDK
  • Zorgen voor samenhang in JZ
  • Toereikend aanbod GI
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

RDVK komt in actie op basis van

A

Gemeente, veilig thuis, OM of GI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Pleegouders

A

Ouderlijk gezag blijft bij de ouders
- Begeleiding krijgen zij hierbij
- eerste keus om de natuurlijke situatie van een gezin zoveel mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

KBM

A
  • Benoemen van voogd of toeziend voogd
  • Gedwongen uithuisplaatsing
  • Ondertoezichtstelling (OTS)
  • Voorlopige OTS; kijken of het de correcte maatregel si
  • Beeindiging ouderlijk gezag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

criterium uithuisplaatsing

A

ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

gesloten jeugdzorg met toestemming ouders

A

art. 6.1.2 lid 2 JW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

OTS gevolgen

A

Gezagbeperkende maatregel voor ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

GI rol gemeente

A

Geconcracteerde instelling die ouders kan helpen bij de opvoeding

  • GI’s: regisseren de hulp, maken daarbij gebruik van jeugdhulpaanbieders waarmee de
    gemeente een overeenkomst heeft.

Gi zelf niet veel machtsmiddelen; aanwijzing voogd en overtuiging van ouders hulp accepteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Drie kaders binnen jeugdhulp

A
  • Vrijwillig kader (ouders verantwoordelijk opvoeding art 2.3 JW)
  • Gedwongen kader civiel recht(KBM voor kinderen beschermen tegen ouders; BW 1 en JW), bijzondere vorm opname HW 6.1.2
  • Gedwongen kader strafrecht; reclassering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Doel kinderbescherming

A

Jeudige groeit op in een opvoedings en leefsituatie setting met geizin, zodat hij zich kan ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wie heeft voogddij GI of pleegouders

A

Beide door art 1.1 JW.

  • Pleegcontract afgesloten en daardoor verantwoodelijkheid aanbieder pleegzorg (GI)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Vetrouwenspersoon functie

A

Bemiddelende rol:

behandelt:
- Klachten
- Knelpunten

Doel bevorderen en zo snel mogelijk door naar hulpverleners

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Pleegouders gezag over kind?

A

Nee dat heeft de GI of voogd

  • Pleegouder staat alleen in dagelijkse zorg

Kan wel via uitzondering; na langer dan jaar wonen via RVDK; verzoek voogd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Jeugdhulpplicht definitie

A

Gemeenten zijn verplicht om te zorgen voor jeugdhulpvoorzieningen of openbare aanbesteding volgens de normen van doeltreffendheid en doelmatigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Jeugdhulpplicht vast in de wet

A

art. 2.3

  • Zelfstandigheid
  • Veiligheid
  • maatschappelijk participeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Basis KBM

A

Wetboek 1 BW
- Gemeenten
- GI
- Veilig thuis
- Jeugdhulpaanbieder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Veilig thuis basis

A

WMO art. 4.1.1

  • Passende professionele hulp inschakelen (vrijwillig kader)
  • RVDK inschakelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Kindermishandeling

A

Art. 1.1
- Fysiek of psychisch of seksueel

46
Q

Politie moet bij vermoedens onveilige situatie

A
  • Veilig thuis inschakelen
47
Q

Maatwerk botst met

A

Rechtszekerheid; het is geen recht meer maar een ultimum remedium’

Rechtsgelijkheid; niet iedereen dezelfde voorzieningen

48
Q

WMO rechtsgebied

A

Publiekrecht; bijzonder bestuursrecht

49
Q

Rechtsbetrekking WMO

A

Overheid en burger

50
Q

beginsel decentralisatie

A

Subsidariteit: Decentraal wat kan, centraal wat moet’

  • Gemeente staat dichter bij de burger en hier beleid op afstemmen
51
Q

decentralisatie begrip

A
  • Eigen democratische legitimatie (vrijheid)
  • eigen bestuur
52
Q

Waarom verschillen decentralisatie gemeenten?

A
  • Per gemeente andere ondersteuningsbehoeften

denk aan grote stad en kleine dorpen) hier zijn natuurlijk verschillen, bv OV.

53
Q

Is gemeente Autonoom of medebewind

A

Medebewind; gemeente opdracht taken uitvoeren binnen kaders wmo 2015

  • Wel veel beleidsvrijheid
54
Q

Verschil beleidsplan en verordening

A
  • Verordening zijn uitvoeringen van beleidsplan
  • Beleidsplan is doelen en visies en uitgangspunten
55
Q

Waar staat integraliteit in WMO ?

A

artikel 2.3.2 lid 4

  • Afgestemde dienstverlening
56
Q

Knelpunten WMO

A
  • Niet duidelijk wie verantwoordelijk is zorgaanbod burgers
  • Loont niet investeren; baten in andere stelsels
  • Samenwerken kost veel tijd en is belastend
57
Q

Doelgroep en vraag bij WMO

A

Ingezetene gemeente

  • Waar ligt de nadruk van iemand zijn leven?
58
Q

Vereiste toegang WMO: met een beperking, een chronisch psychisch of psychosociaal probleem onvoldoende zelfredzaam

A
  • causaal tussen beperking en zelfredzaamheid
  • objectief vast te stellen
59
Q

Zelfredzaamheid definitie wet

A
  • Uitvoeren adl
  • gestructureerd huishouden
60
Q

Medicatie toedienen ADL of niet?

A

Niet; gaat om ondersteuning

Ligt aan de ZVW de behoefte zorg en goed hulpverlenerschap

61
Q

Vormen maatschappelijke ondersteuning

A
  • Algemene voorzieningen; voor iedere inwoner beschikbaar, zonder onderzoek persoonlijke omstandigheden
  • Maatwerkvoorzieningen; afgestemd op behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden
    vorm pgb of natura
62
Q

pgb waar geregeld wmo

A

2.3.6 art

63
Q

Procedure maatwerkvoorziening

A
  • Melding
  • Optioneel: persoonlijk plan (art. 2.3.2 lid 2 Wmo 2015)
  • onderzoek in keukentafelgesprek lid 4
  • resultaat terugkoppelen
  • aanvraag pas na onderzoek
  • besluit
64
Q

WKKG en WMO

A

niet van toepassing

  • Gaat via eigen klachtenregeling
65
Q

keukentafelgesprek nadelen

A
  • Fors machtsverschil ambtenaar en kwetsbare burgers
  • Gebrek kennis
66
Q

Algemene voorziening zonder onderzoek toewijzen?

A

Nee eerst onderzoek doen of wellicht maatwerk niet noodzakelijk is

67
Q

mag je norm van schoon hanteren ipv uren schoonmaak?

A

Nee dat is niet in lijn met rechtszekerheid, dat is tijd

68
Q

Procedure belangrijk voor WMO, want

A

Moet zorgvuldig doorlopen worden; anders geen recht hierop

  • Afstemming door onderzoek
69
Q

Op basis van welke argumenten conflicteert maatwerk met rechtszekerheid?

A
  • Individuele omstandigheden –> onvoorspelbaarheid burgers
    (weten niet goed waar ze aan toe zijn en wat ze kunnen verwachten)
  • onvoldoende inzicht in waar heeft men recht op; Wat is een schoon en leefbaar huis?
70
Q

Op basis van welke argumenten conflicteert maatwerk met rechtsgelijkheid?

A
  • Verschillen tussen gemeenten bij dezelfde casussen kunnen leiden tot ongelijkheid
71
Q

Welke argumenten zijn er voor een actieve rol van de rechter bij het invullen van open normen?

A
  • open normen geven maatwerk, omdat maatschappelijke omstandigheden wijzigen, nodig
  • rechter meer kennis over invulling normendan gemeente
  • Rechter een actieve rol –> meer doelmatigheid (niet meer geld dan er nodig is)
72
Q

Welke argumenten zijn er tegen een actieve rol van de rechter bij het invullen van open normen?

A
  • normloosheid zorgt bij een conflict tot willekeur
  • Bemoeienis rechter kost tijd en geld
73
Q

In hoeverre is er sprake van een beleidsparadigma wisseling van de verzorgingsstaat gebaseerd op rechten naar een participatiesamenleving op basis van maatwerk en voorzieningen

A
  • Niet gelijk voorzieningen, maar eerst kijken wat de burger zelf kan
  • Rechtsgelijkheid en rechtszekerheid idee zijn meer aan de kant geschoven
74
Q

IVRK Belangrijkste artikel

A

Art. 24 lid 2

  • Grootst mogelijke mate gezondheid
75
Q

IVRK nederlandse context

A

Implementatie meldcode kindermishandeling

76
Q

Informed constent kinderen

A
  • Dienen wel gehoord te worden
  • onder 12 jaar niet zelf beslissen
  • Kinderen steeds wilsbekwamer door kenniseconomie
77
Q

gezondheidszorg als concept

A

lichamelijke of geestelijke schade herstellen

78
Q
A
79
Q

preventie als concept

A

omstandigheden vermijden die ziekten kunnen veroorzaken.

80
Q

toegang tot zorg pijlers

A
  • Beschikbaarheid medisch geschoold personeel
  • Betaalbaarheid
  • Medische apparatuur van redelijke kwalieitt
  • geneesmiddelen goede kwaliteit
  • geografische toegankelijkheid
  • gezondheidssysteem dat goed georganiseerd is
80
Q

Kinderen steeds meer erkenning met kennis van zaken voor beslissingen

A

Kinderen zijn geen passieve slachtoffers maar sociale actoren, die in staat zijn te pleiten en actie te ondernemen om rechten aan te vechten

81
Q

Medical home

A

Soort huis waar mensen ziekezorg kunnen ontvangen 24/7 primaire zorg

  • Doel; snelle eerstelijnszorg
82
Q
A
83
Q
A
84
Q

Medical home criteria

A
  1. Een gebruikelijke plaats voor zorg bij ziekte/welzijn.
  2. Een persoonlijke arts of verpleegkundige.
  3. Geen moeilijkheden bij het verkrijgen van noodzakelijke verwijzingen.
  4. Noodzakelijke zorgcoördinatie.
  5. Familiegerichte zorg ontvangen, ook rekening houdend met overige kinderen (geen verwaarlozing etc)
85
Q

Participatie kinderen bij zorgproces problemen

A
  • Weinig ruimte nu om te verwoorden hoe hij zich voelt
  • Ouders te veel macht over kinderen, vermogen deelname proces nog minder
86
Q

Hoe kinderen mee laten besluiten bij behandelingen

A
  • Afgestemde informatie geven aan kinderen
  • Het vereist actief luisteren, met inbegrip van verbale en non-verbale communicatie om effectief te kunnen communiceren
  • passende opleiding die bewustzijn rechten kinderen en behoeften verdedigd
87
Q

Waarom kinderen betrekken besluitvorming behandelingen?

A
  • Het verbetert de kwaliteit van kinderdiensten/ democratischer
  • Het bevordert de bescherming van kinderen en verbetert hun vaardigheden
  • Het verhoogt de therapietrouw, het begrip van de ziekte
  • Voorspeller van tevredenheid zorg
87
Q

Vier niveaus besluitvorming gezondheidszorg kinderen (Alderson en Montgomery (1996) )

A
  1. Geïnformeerd worden/zijn.
  2. Een mening uiten.
  3. Een beslissing beïnvloeden.
  4. De hoofdbeslisser/belangrijkste beslisser zijn.  
88
Q

reikwijdte van de WMO

A

pychologische, fysieke hulp
art. 1.2.1

89
Q

Verplichtingen WMO

A
  1. ondersteunen zelfredzaamheid art.1.1.1
  2. Ondersteunen bij participatie art.1.1.1
90
Q

Actoren internationale wetgeving

A
  • WHO
  • VN
  • Raad van Europa
91
Q

WHO

A

gezaghebbend adviesorgaan van de VN, rechter conformeert hier meestal aan

  • Casus drinkwater; advies WHO in schending minder dan 20l water slecht
92
Q

Convenanten

A

beginselen waar je je als land aan moet houden

93
Q

Ratificatie

A

Doorwerking actief zetten op nationaal recht

94
Q

IVRK belangrijkste principe

A
  • best interest kind
  • Kind niet zomaar scheiden ouders
95
Q

OTS en IVRK

A
  • opgehangen aan best interest kind
    Kind in zijn ontwikkeling bedreigt
96
Q

Artikelen uit EVRM belangrijk

A

Art. 2; recht op leven

art. 3; Verbod op foltering

art. 5 recht op vrijheid en veiligeid

art. 8; recht op gezinsleven, priveleven huis en privacy

97
Q

Art. 8 EVRM

A
  • gezinsleven
  • Huis
  • privacy
  • priveleven
98
Q

Positieve verplichting staat

A

Gezinsleven te waarborgen; beste belang kideren

99
Q

Margin op appreciation

A
  • Vrijheid om definities in te vullen binnen wetten, vb familie
  • Wat vinden wij aanvaardbaar en niet aanvaardbaar als staat

Anders kan hier conflict over ontstaan

100
Q

gebasseerd op Europees sociaal handvest

A
  • Belang voor kinderen opkomen

zitten veel artikelen in uit de IVRK

101
Q

Art. 30 Europees sociaal handvest

A

Gaat erom om:

  • Armoede terugdringen en sociale uitsluiting
  • gecoordineerde aanpak
  • toegang bevorderen voor kinderen
102
Q

Integrale benadering staat volgens Europees sociaal handvest

A
  1. Een analytisch kader;
  2. Een reeks prioriteiten;
  3. Maatregelen ter voorkoming en verwijdering van obstakels voor de toegang tot sociale grondrechten (zorg)
  4. Bestrijding van psychologische en sociaal-culturele obstakels voor de toegang tot rechten.
  5. Dergelijke maatregelen moeten specifiek gericht zijn op de meest kwetsbare groepen en regio’s.
103
Q

Art. 30 ESH dwingt af

A
  • Geen drempel zorgkosten
  • Personeel capaciteit hebben voor kinderen
104
Q

best interest

A

algemene norm voor beste belang van kinderen

105
Q

margin op appreciation best interest en familiesfeer bij verschillende culturen

A
  • Voor kind beste situatie die veilig en zorgzaam is
  • Waarbij gehandeld wordt door best interest
106
Q

Art. 8 voorzieingen

A

Staat moet voorzieningen waarborgen

107
Q

opino juris

A

gewoonterecht

  • Vaak bepaalde opvattingen over hoe iets moet verlopen in maatschappij

Is veel sneller dan wetregels

108
Q

Kritiekpunt Amerika

A

kind wordt uit huis geplaatst als een van de ouders wat fout doet

  • Hierdoor een van de ouders ook slachtoffer
  • Niet beste belang van het kind?
109
Q

Spanningsveld uithuisplaatsingen en best interest

A
  • misbruik en verwaarlozing voorkomen door uithuisplaatsing
  • Belang van ouders en kinderen om bij elkaar te blijven
110
Q

Art. 8 EVRM over ver uit elkaar zijn

A
  • Staat moet zich inspannen voor beste belang door kinderen bij elkaar te houden