Blok 6 BE Flashcards
1
Q
Voorbeeld kostprijzen
A
- Kosten grond en afvalstoffen
- Kosten arbeid
- Kosten grond
- Kosten belastingen
- Kosten rente
2
Q
2 soorten manieren kostprijzen
A
- Integrale calculatie (driect en indirecte kosten)
- Direct costing (variabele kosten)
- Alleen rekening met variabele productiekosten; als periodekosten beschouwen
- Voordeel; inzicht in de minimale marginale prijs waartegen een product verkocht kan worden
3
Q
4 vormen integrale kostprijs
A
- Delingscalculatie
- Equivalentie methode
- Opslag methode
- Kostenplaats methode
4
Q
Voordelen Delingscalculatie
A
- Eenvoudig
5
Q
Nadelen Delingscalculatie
A
- Alleen toepasbaar bij homogene producten
6
Q
Voordelen Equivalentiemethode
A
Eenvoudig
7
Q
nadelen Equivalentiemethode
A
- Alleen mogelijk bij beperkt aantal producten met onderling verwantschap, zoals tijd
-
8
Q
Voordelen Opslag methode
A
- eenvoudig toe te passen bij heterogene productie
9
Q
Nadelen opslagmethode
A
- veronderstelling lineair verband (producten met lage directe indirecte kosten hoge directe kosten)
- onnauwkeurig bij groot aandeel indirecte kosten
10
Q
Kostenplaatsmethode voordelen
A
- Universeel toepasbaar
- Nauwkeurige toedeling
- Efficiency bewaking
- Van belang voor bedrijven met hoge indirecte kosten
- Veel toegepast in de gezondheidszorg
11
Q
Nadelen kostenplaatsmethode
A
- Bewerkelijk
- Arbitraire verdeelsleutels
- Indirecte kosten toegerekend met globale volume grootheden
- Onderhoud
12
Q
Kostprijzen in triade bij?
A
Zorgaanbieders
13
Q
DBC is een verkoopprijs of een kostprijs?
A
Verkoopprijs
14
Q
Kostprijs als instrument
A
Instrument om tot goede verkoopprijzen te komen
15
Q
Winstopslag bovenop de kostprijs
A
Kostprijs berekenen (opslagmethode)
Een manier van bepaalden van een verkoopprijs, vanuit een kostprijs (kostprijs gebaseerde verkoopprijs
- Verkoopprijs = kostprijs + opslag op de kostprijs
Deze heeft de voorkeur boven de winstopslag percentage
