Week 12 HC.2 Flashcards
Noem een aantal kenmerken van een PJP
- Veroorzaakt bij adequaat immuunsysteem geen klachten
- Serologisch 50% antistoffen tegen PJP
- Door CD4 gestuurde macrofagen ruimen PJP op
Hoe plakt PJP aan de alveoluswand en wat is hiervan het gevolg?
Door middel van 2 adhesieve glycoproteïnen: fibronectine en vitronectine. Hierna volgt een inflammatoir proces met destructie van de aveoluswand en verstoring van de gaswisseling
Wat is de eerste en tweede keus behandeling bij een PJP?
1e keus: cotrimoxazol voor 21 dagen
2e keus: clindamycine + primaguine voor 21 dagen
Hoe zorgt HIV voor een verhoogd risico op infecties?
Het leidt tot een stoornis in de T-cel en B-cel gemedieerde immuniteit. Het infecteert CD4+ T-cellen met behulp van de CD4+ en CCR5 receptoren. Vervolgens kan het zich slapend schuilhouden in deze cellen of vermenigvuldigen. Vermenigvuldiging leidt uiteindelijk tot het kapot gaan van de T-cellen waardoor het CD4 aantal daalt en virusdeeltjes vrijkomen.
Wanneer stijgt bij HIV het risico op opportunistische infecties?
Bij een laag CD4+ aantal onder de 200
Wat is het preventiebeleid bij een CD4-getal boven de 200?
- Geen profylaxe
- Influenza vaccinatie
- Pneumokokken vaccinatie
- Hepatitis A en B vaccinatie
Wat is de meest voorkomende opportunistische infectie bij een CD4-getal onder de 200 en welke behandeling hoort hierbij?
Pneumocystis jirovecii pneumonie (PJP): cotrimoxazol
Wat is de meest voorkomende opportunistische infectie bij een CD4-getal onder de 100 en welke behandeling hoort hierbij?
Toxoplasmose: cotrimoxazol