W4 HC 1: Diagnostiek van coronair lijden Flashcards
1
Q
Waar moet naar gekeken worden bij een patient met POB?
A
- Leeftijd
- Risicofactoren
- Soort pijn
- Uistraling
- Inspanning of rust
- Houdingsafhankelijk en dyspneu
2
Q
Wat zijn 3 typische kenmerken voor angina pectoris?
A
- Pijn bij inspanning
- Drukkend gevoel op de borst
- Nitraten helpen direct
3
Q
Waar kan POB vandaan komen?
A
- Musculoskeletaal
- Hyperventileren
- Gastro-intestinaal
- Pulmonaal
- Cardiaal
4
Q
Wat zijn pulmonale oorzaken voor POB?
A
- Pneunomie
- Longembolie
- Pneumothorax
5
Q
Wat zijn cardiale oorzaken van POB?
A
- Pericarditis
- Aortaklepstenose
- Ritmestoornis
- Coronairlijden
6
Q
Wat betekent een hoge CT-kalkscore?
A
Hogere kans op coronairlijden
7
Q
Waar wordt naar gekeken bij een coronaire CT?
A
Anatomie en fysiologie
8
Q
Wat gebeurt er bij een MIBI SPECT?
A
- Stofje wordt in hart gespoten wat bij coronairlijden minder goed wordt opgenomen
- Eerst bij inspanning test, bij positieve uitslag ook in rust
9
Q
Wat zijn de uitslagen bij welke resultaten van een MIBI SPECT?
A
- Inspanning goed opgenomen: geen coronairlijden
- Inspanning slecht opgenomen, rust goed: coronairlijden
- Inspanning en rust slecht opgenomen: infarct al gehad
10
Q
Wat zijn kenmerken van coronaire CT?
A
- Hoge sensiviteit
- Lage specificiteit
- 50% stenose op CT beschouwd als significant
- Wordt contrast voor gebruikt
- Anatomie zegt niks over fysiologie
11
Q
Welke onderzoeken zijn allemaal mogelijk?
A
- Stress MRI
- Coronaire CT
- Stress ECG
- MIBI SPECT
- Dobutamine stress echo