W1 HC 6 en 7: Elektrische activiteit en contractie van de hartspier Flashcards

1
Q

Hoe heet de corecte plaatsing van elektronen voor een ECG en welke plekken zijn dat?

A
  • Driehoek van Einthoven

- Linkervoet (+), linkerarm (+) en rechterarm (-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar worden V1-V6 geplaatst?

A

Rondom de borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kan 1 elektrode en richting en grootte meten?

A

Nee, daarom altijd meerdere elektroden nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke manieren kan de hartas gematen worden?

A
  • Grrotste uitslag en loodrechte uitslag
  • 2 haakse afleidingen
  • Geometrische methode
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houdt de hartas in?

A

De richting van depolarisatie van de ventrikels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke richtingen hartas zijn er?

A
  • Normaal
  • Rechts
  • Extreem
  • Links
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de actiepotentiaal in het hart

A
  • Depolarisatie atria
  • Depolarisatie septum van links naar rechts
  • Depolarisatie anteroseptische regio van myocard (bij apex)
  • Depolarisatie bulk ventrikels, van endocard naar epicard
  • Depolarisatie posterior van linker ventrikel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door welke richtingen wordt de hartas bepaald?

A
  • aVR, aVL en aVF

- I, II en III

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welek lijn scheidt het sarcomeer af?

A

Z-lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

WElke lijn zorgt ervoor dat de actinefilamenten op hun plek blijven?

A

M-lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor dienen de intercalairlijnen?

A

Zodat de hartspiercellen tegerlijk kunnen contraheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is herkenbaar aan titine en waarvoor wordt het gebruikt?

A
  • Grootste eiwit in spiercellen

- Houdt de actine- en myosinefilamenten bij elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is cardiomyopathie en wat voor vormen zijn er?

A
  • Ziekte van cytoskelet/sarcomeer

- Verworven en aangeboren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe loopt de motor van het sarcomeer an de hartspier?

A

Ca-cross-bridge cycling en ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat actine?

A
  • Actinefilamenten
  • Traponine
  • Troponinecomplex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt een myosine bindingsplek vrijgemaakt op actine?

A

Op het actine zit een myosine bindend complex bedekt door troponine. Tussen troponine T, C en I ligt tropomyosine. Ca bindt aan troponine C en tropomyosine verschuift naar A-groeve wat de myosine bindende plek vrijmaakt

17
Q

Welke NCX helpt bij depolarisatie?

A

Bij T-tubuli

18
Q

Hoe vindt cross-bridge cycling en ATP hydrolyse plaats?

A

ATP bindt zorgt voor dissociatie A/M complex -> ATP hydrolyse zorgt voor M conformatie -> crossbridge vormt waardoor er een nieuwe bindingsplaats ontstaat -> Prelease zorgt voor powerstroke en vormverandering myosine -> ADP release

19
Q

Welke NCX helpt bij relaxatie (en dus Ca efflux)

A

Op sarcolemma

20
Q

Hoe loopt de Ca cycling bij contractie?

A

Na influx via Na kanalen -> Ca influx door NCX en LCC -> minder Ca efflux uit SR -> bij voldoende Ca bindt deze aan TnC -> crossbridge vorming, power stroke, ATP binding en release

21
Q

Hoe verloopt de Ca cycling bij relaxatie?

A

Ca efflux naar SR via SERCA, door NCX en Ca pomp in plasmamembraan ook efflux -> lagere Ca concentratie -> Ca komt vrij van TnC en verbreekt de crossbrigde

22
Q

Waar ligt de T-tubuli bij skeletspiercellen? En bij hartspiercellen?

A
  • Skelet: bij I-band

- Hart: bij Z-lijn

23
Q

Wat is elektromechanische koppeling?

A

Proces waarbij elektrische activatie van het membraan een toename van Ca induceert die zorgt voor contractie -> geregeld door T-tubuli -> activatie Ca-kanalen en RyR en Ca-stromen zorgen voor contractie

24
Q

Wat is de elektromechanische koppeling van skeletspieren?

A
  • RyR1 (release kanaal in het SR van Ca)
  • Directe koppeling van LCC en RyR
  • Weinig Ca-transport door LCC
  • Bulk Ca uit SR
  • Geen rol NCX
25
Q

Wat is de elektromechanische koppeling van hartspieren?

A
  • RyR2
  • Geen fysieke koppeling RyR en LCC
  • Veel Ca transport door LCC
  • Deel van Ca extracellulair
  • Versterkende rol NCX
26
Q

Welke soorten troponine zijn er?

A

T, C en I

27
Q

Waarvoor zorgt de binding van noradrenaline?

A

Afgifte van cAMP en dat beinvloed Ca

28
Q

Wat doet Digitalis?

A

Remt Na/K-pomp, dus remt Ca efflux en stimuleert Ca influx