W14HC2: Koorts uit de tropen Flashcards
1
Q
Malaria
A
- 5 soorten, P. falciparum komt het meest voor
- mug injecteert met speeksel de parasiet in de huid -> migreert via bloedbaan naar de lever -> groeit en deelt in de levercellen 6-12 dagen lang -> dan uit de lever, infecteert rode bloedcellen -> als die openscheurt komen de parasieten en eiwitten vrij -> ontstekingsreactie
2
Q
Symptomen malaria
A
- koorts en malaise staan voorop
- hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, veranderd bewustzijn, buikpijn, misselijkheid/braken, diarree, geelzucht, hepatosplenomegalie
- weefselhypoxie, shock, orgaandysfunctie, immuunactivatie
- anemie, trombopenie, diffuus intravasale stolling
- bij bepaalde soorten koortspatronen: regelmatige piekende koorts, doordat de parasiet zich synchroon ontwikkeld
3
Q
Diagnose malaria
A
Dikke druppel en uitstrijk
-> dikke druppel zodat meer lagen ery’s op elkaar zitten om zo de sensitiviteit te verhogen
4
Q
P. falciparum is ernstiger omdat
A
- Goedaardige soorten kunnen maar een deel van de ery’s infiltreren, want ze kunnen bepaalde eiwitten herkennen. Falciparum herkent alle ery’s; geen natuurlijke begrenzing
- Als de parasiet zich in de ery’s ontwikkelt, brengt hij een eiwit op het oppervlak waarmee hij kan binden aan endotheelcellen -> ery’s circuleren niet meer en gaan vastzitten aan capillairen -> verzuring & celdood
5
Q
Alarmsymptomen malaria
A
- hoge koorts
- huid- en/of slijmvliesbloedingen
- hypotensie
- hypoxemie
- ernstige dehydratie
- meningeale prikkeling
- veranderd bewustzijn
6
Q
Dengue
A
- flavivirussen familie
- 4 serotypen, klinisch niet te onderscheiden
- bevolkte gebieden, steekt overdag of in de vroege avond
- besmette mug kan virus levenslang overdragen ook naar de eitjes
7
Q
Symptomen denque
A
- 87% heeft geen klachten
- koorts, hoofdpijn, spier- of gewrichtspijn, huiduitslag, misselijkheid, GI-klachten
- trombopenie, leukopenie
- incubatietijd 3-14
- geen curatieve behandeling, alleen symptoom verlichting
8
Q
Secundaire infectie dengue
A
- bij een secundaire besmetting van hetzelfde serotype ben je beschermd
- bij een ander serotype foppen je antistoffen je: binden wel aan het virus maar kunnen het niet neutraliseren -> antigenen kunnen makkelijker de cel in en daar hun verwoestende effecten uitvoeren -> duurt langer voor het lichaam het in de gaten heeft -> meer viremie, meer schade, meer trombopenie: ‘’ immune enhancement “
9
Q
Buiktyfus
A
- systeemziekte
- vaker bij kinderen en jong volwassenen
- normaal leukocytenaantal, maar vooral heel veel jonge leuko’s.
- ingestie van verontreinigd water of voedsel
- incubatietijd hangt af van inoculum, maagzuursecretie en onderliggende aandoeningen
10
Q
Symptomen buiktyfus
A
Eerste week: koorts en bacteriëmie nemen langzaam toe, anorexie, malaise, vage buikpijn, obstipatie
Tweede week: buikpijn en rash, apathie/verwardheid, diarree
Derde week: secundaire bacteriëmie (abcessen/strooihaarden), hepatosplenomegalie, darmperforatie
Andere symptomen: septische shock, verlaagd bewustzijn, relatieve bradycardie (pols-temperatuur dissociatie)
11
Q
Behandeling buiktyfus
A
- multi-drug resistentie
- cefalosporines, carbapenem, azitromycine
- lang dragerschap
12
Q
Diagnose buiktyfus
A
- bloedkweken
- lab: leukopenie met linksverschuiving
- widaltest NIET doen