W12PD4: Sarcoïdose Flashcards

1
Q

Sarcoïdose

A

Granulomateuze inflammatoire ziekte van onbekende oorsprong

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Granuloom

A
  • monocytaire cellen die op epitheliale cellen lijken: epitheloïde cellen, met een band van Th1 eromheen
  • epitheloïde cellen produceren oa stoffen die leiden tot fibrosering, zoals ACE.
  • tgv bacteriën ontstaat er een Th1 actief proces, waardoor er onder invloed van IFN-gamma en IL-2 granulomen ontstaan
  • ook zijn er giant cells met centrale collecties van epitheelcellen
  • granulomen zijn typisch grenzend aan de pleura
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symptomen sarcoïdose

A
  • algemene vermoeidheid
  • gewichtsverlies, moeheid, anorexie, koorts, droge hoest, kortademigheid, retrosternale POB, orgaan specifieke symptomen
  • hypercalciëmie doordat een granuloom zorgt voor meet vit D productie waardoor je actieve terugresorptie van calcium uit de darmen krijgt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Syndroom van Löfgren

A

Vorm van sarcoïdose, gekenmerkt door erythema nodosum, polyartritis en bilaterale hilaire lymfomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnose

A
  • geen specifieke test
  • biopt: niet-necrotiserende granulomen zichtbaar zonder een veroorzakende factor
  • x thorax, ECG, oogonderzoek, labonderzoek naar orgaanfuncties, pulmonaire functietesten, ACE-serumgehalte prikken
  • diagnose obv klinische verschijnselen, radiologie en histologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Therapie

A
  • behandeling bij schade aan belangrijke organen, hypercalciëmie of verhoogde mortaliteit
  • corticosteroïden, methotrexaat, azathioprine, anti-TNF, hydroxychloroquine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly