W13HC7: Een patient met schrubben Flashcards
1
Q
Psoriasis: huid
A
- verlengde retelijsten: cellen gaan heel hard delen door een immuunaanval
- wittigheid door hyperparakeratose, toename str. corneum
- perivasculair lymfocytair ontstekingsfiltraat, veel neutrofielen
- gedilateerd capillair in papiltop
2
Q
Koebner fenomeen
A
Streepvormige verergering op plaats van een operatie litteken
3
Q
Soorten psoriasis
A
- plaques/vulgaris: meest voorkomend
- pustulair: vaak bij auto-immuunziektes, waarbij innate immuunsysteem is ontregeld en neutrofielen overmatig reageren
- guttate: meestal na streptokokkale LWI
- erythrodermisch: knalrode verkleuring ver het hele lichaam
4
Q
Pathogenese
A
Genen worden getriggered -> immuunsysteem slaat op hol, vooral aangestuurd door Th1, Th17 en Th22 -> epidermis wordt aangevallen -> epidermis gaat delen om wondvormig tegen te gaan -> plaquaat
- neutrofielen aangestuurd door Th17
- IL-17 (bij plaque), IFN (paradoxaal), IL-36 (pustulair)
- meer kans op atherosclerose
5
Q
Behandeling
A
Zalfjes
- lokale steroiden: kan leiden tot striae
- vit D zalfjes
Lichttherapie: UVB straling leidt tot vit D aanmaak -> immuunsuppressie & verbetering vd psoriasis
Tabletten:
- cyclosporine, methotrexaat
- dimethylfemuraat: grijpt in op mitochondrien -> t-cel activiteit verlaagd
Biologicals: ingrijpen op TNF-alfa, of op IL-23 of op IL-17