VZ 1.5/6 Medicatieveiligheid + Operatiezorg Flashcards

1
Q

de 5 J’s

A

juiste
- medicijn
- cliënt
- tijdstip
- toedieningswijze
- dosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

redenen voor therapieontrouw zijn

A
  • onvoldoende kennis
  • teveel bijwerkingen
  • te weinig (direct) effect
  • teveel moeite
  • teveel impact voor leefgewoonten
  • te ingewikkelde adviezen
  • te weinig belangstelling voor het effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aandachtspunten medicijngebruik attitude

A

attitude -> motiveren en stimuleren, controleren en anders na weigeren -> eigen verantwoordelijkheid -> rapporteren, arts inlichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aandachtspunten zorgbehoefte inschatten medicijnen

A
  • weten wat zorgvrager nodig heeft dmw anamnese
  • informatie
  • bijwerkingen
  • gebruik
  • bewaren
  • juiste manier inname
  • problemen bij innemen
  • therapieontrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

aandachtspunten medicijngebruik levensfase zorgvrager

A

kinderen -> controle dosering
ouderen -> controle dosering -> grote kans bijwerking door nier/lever functie
vgz -> injectie of zetpil bij niet willen slikken
gezin -> medicijncassete
psychiatrisch -> controle therapietrouw en overdosering
chronisch -> motiveren/stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

postoperatief

A
  • na de operatie
  • zorg tijdens herstel van operatie tot aan het ontslag
  • planning ontslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

preoperatieve fase taken vpk

A

fase voor de operatie
-informatie geven over verpleegafdeling, voorbereiding, opnamedag, pijnbestrijding, herstel revalidatie
- vragen naar allergieën
- afwijkende labaratorium uitslagen doorgeven
- stressniveau vaststellen
- uitleg invasieve buizen
- nuchter
- haar verwijderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

peroperatief

A
  • chirurg voert operatie uit
  • ondersteuning door anesthesie en operatieassistenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

postoperatief

A

na de operatie
onmiddelijke periode -> uitslaapkamer
tussengelegen periode -> zorg tussen herstel operatie tot aan ontslag
planning van ontslag en voorlichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

perioperatief

A

3 fases rondom de operatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zelfmanagement voor de operatie in relatie met gezonde leefstijl

A
  • 7 dagen niet ontharen ivm met wondjes -> infecties
  • goede conditie -> goed herstel
  • medicatie en opname bespreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

zelfmanagement na de operatie in relatie tot gezonde leefstijl

A

zelfredzaamheid bevorderen
dagelijkse inspanning naar eigen tempo
niet sporten of werken eerste weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly