GK 1.3 Beschrijving van ziekte Flashcards
gezondheid
het vermogen van mensen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven
ziekte
een tijdelijke lichamelijke of psychische aandoening die een organisme belemmert in het normale functioneren
draagkracht
het vermogen om opgewassen te zijn tegen moeilijkheden
de kracht die een persoon heeft om tegenslagen te verdragen
decompensatie
als het evenwicht tussen onze draagkracht en draaglast verstoord raakt
oorzaken ziektes
vaak weten we niet precies hoe het is ontstaan
vaak verschillende oorzaken
afwijkingen in een van de genen -> DNA onderzoek
ontsteking/inflammatie
een reactie van het lichaam op beschadiging van weefsel die het gevolg is van prikkels van buiten. Je word ziek van een ziekteverwekker
5 symptomen ontsteking
rubor -> roodheid
calor -> warmte
dolor -> pijn
tumor -> zwelling
functio laesa -> functieverlies
infectie
wanneer een ziekteverwekker in jou komt, drager van ziekteverwekker. Je bent niet ziek maar bent wel besmettelijk
oppertunistische infecties
kan optreden bij mensen met verminderde afweer
epidemie
wanneer een ziekte in een grotere frequentie dan normaal voorkomt
pandemie
over de hele wereld
verticale overdracht
van moeder op kind overgebracht
aërogene besmetting
via de lucht verspreid worden
noscomiale infecties
infectie opgelopen tijdens verblijf in ziekenhuis
endemische infectie
wanneer een ziekte blijft voorkomen in een bepaald gebied zonder dat de patiënten de ziekte elders hebben opgelopen
kanker
groei van een tumor op basis van verkeerde celdeling
oorzaken kanker
- carcinogenen -> virussen, bacteriën, chemische stoffen, straling
- kan erfelijk of verworven zijn
- (50%) verworven mutatie in p53- tumorsupressorgen
benigne
goedaardig
maligne
kwaadaardig
carcinoom
maligne tumoren die uitgaan van epitheel, klierweefsel zoals lymfeklieren of longen
sarcoom
maligne tumoren die uitgaan van het steunweefsel zoals de botten
genoom
totale DNA van de mens
locus
de plaats waar het gen op het DNA zit
chromosoom
DNA is opgerold tot chromosomen, elk chromosoom bevat duizende genen
meiose van geslachtscellen
in de kiemcellen van de primaire geslachtsorganen (eierstokken/testes) vind meiose, reductie deling plaats waarbij elk paar chromosomen word gescheiden. Hierdoor ontstaan dochtercellen met 23 chromosomen, van elk paar 1. (haploïdie) Deze dochtercellen kunnen dan weer samensmelten bij de bevruchting (diploïdie)
aspecifieke afweer
cellen die zich niet richten tegen een specifieke ziektverwekker (1ste en 2de lijns defensie)
specifieke afweer
- afweer die word geactiveerd ter bestrijding van een specifieke ziekteverwekker.
- immuunsysteem
(3de lijns defensie)
1ste lijns defensie
huid
slijmvliezen
2de lijns defensie
fagocystose door witte bloedcellen
ontstekingsreactie
eiwitten van het complementsysteem
3de lijns defensie
B-lymfocyten en T- lymfocyten
antistoffen