GK 1.3 Beschrijving van ziekte Flashcards

1
Q

gezondheid

A

het vermogen van mensen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ziekte

A

een tijdelijke lichamelijke of psychische aandoening die een organisme belemmert in het normale functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

draagkracht

A

het vermogen om opgewassen te zijn tegen moeilijkheden

de kracht die een persoon heeft om tegenslagen te verdragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

decompensatie

A

als het evenwicht tussen onze draagkracht en draaglast verstoord raakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

oorzaken ziektes

A

vaak weten we niet precies hoe het is ontstaan

vaak verschillende oorzaken

afwijkingen in een van de genen -> DNA onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ontsteking/inflammatie

A

een reactie van het lichaam op beschadiging van weefsel die het gevolg is van prikkels van buiten. Je word ziek van een ziekteverwekker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

5 symptomen ontsteking

A

rubor -> roodheid
calor -> warmte
dolor -> pijn
tumor -> zwelling
functio laesa -> functieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

infectie

A

wanneer een ziekteverwekker in jou komt, drager van ziekteverwekker. Je bent niet ziek maar bent wel besmettelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

oppertunistische infecties

A

kan optreden bij mensen met verminderde afweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

epidemie

A

wanneer een ziekte in een grotere frequentie dan normaal voorkomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pandemie

A

over de hele wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verticale overdracht

A

van moeder op kind overgebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aërogene besmetting

A

via de lucht verspreid worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

noscomiale infecties

A

infectie opgelopen tijdens verblijf in ziekenhuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

endemische infectie

A

wanneer een ziekte blijft voorkomen in een bepaald gebied zonder dat de patiënten de ziekte elders hebben opgelopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kanker

A

groei van een tumor op basis van verkeerde celdeling

17
Q

oorzaken kanker

A
  • carcinogenen -> virussen, bacteriën, chemische stoffen, straling
  • kan erfelijk of verworven zijn
  • (50%) verworven mutatie in p53- tumorsupressorgen
18
Q

benigne

A

goedaardig

19
Q

maligne

A

kwaadaardig

20
Q

carcinoom

A

maligne tumoren die uitgaan van epitheel, klierweefsel zoals lymfeklieren of longen

21
Q

sarcoom

A

maligne tumoren die uitgaan van het steunweefsel zoals de botten

22
Q

genoom

A

totale DNA van de mens

23
Q

locus

A

de plaats waar het gen op het DNA zit

24
Q

chromosoom

A

DNA is opgerold tot chromosomen, elk chromosoom bevat duizende genen

25
Q

meiose van geslachtscellen

A

in de kiemcellen van de primaire geslachtsorganen (eierstokken/testes) vind meiose, reductie deling plaats waarbij elk paar chromosomen word gescheiden. Hierdoor ontstaan dochtercellen met 23 chromosomen, van elk paar 1. (haploïdie) Deze dochtercellen kunnen dan weer samensmelten bij de bevruchting (diploïdie)

26
Q

aspecifieke afweer

A

cellen die zich niet richten tegen een specifieke ziektverwekker (1ste en 2de lijns defensie)

27
Q

specifieke afweer

A
  • afweer die word geactiveerd ter bestrijding van een specifieke ziekteverwekker.
  • immuunsysteem
    (3de lijns defensie)
28
Q

1ste lijns defensie

A

huid
slijmvliezen

29
Q

2de lijns defensie

A

fagocystose door witte bloedcellen

ontstekingsreactie

eiwitten van het complementsysteem

30
Q

3de lijns defensie

A

B-lymfocyten en T- lymfocyten

antistoffen