GK 1.11 Werkwijze arts Flashcards
anamnese
gesprek over klachten van de patiënt die mede kan leiden tot een diagnose
hetero-anamnese
verzamelen van gegevens via anderen dan de patiënt zoals familieleden, hulpverleners, huisarts, wijkvpk
auto-anamnese
anamnese die word afgenomen bij de patiënt zelf
doel anamnese
volledig beeld krijgen over gezondheidstoestand
achterhalen of er nog klachten samenhangen met hoofdklacht
komen tot een diagnose
volgorde anamnese
hoofdklacht= belangrijkste klacht van de patiënt
speciele anamnese = specifieke vragen over de klacht (aard, lokalisatie, tijd, intensiteit, samenhang)
algemene /tractus anamnese = functioneren in het geheel -> niet specifiek op de klacht, alles langslopen
lichamelijk onderzoek
onderzoek door dokter naar de toestand van verschillende lichaamsdelen om een diagnose te kunnen stellen
inspectie (kijken)
auscultatie (luisteren)
percussie (kloppen)
palpatie (voelen) -> toucher (inwendig voelen)
aanvullend onderzoek
labortoriumonderzoek
bloedonderzoek
klinisch chemisch naar stofjes
microbiologisch naar micro-organismen zoals bacterie of virus
radiologisch onderzoek
röntgenfoto
CT; welke delen
angiografie: bloedvaten
scintigrafie; activiteit botten, schildklier, prostaat
echografie
MRI; alles in detail
endoscopie
in het lichaam kijken met een camera
broncho = longen
gastro = maag
colo = darmen
laparo = in de buik
arthro = gewricht
diagnose
vaststelling van een aandoening door een arts op een bepaald moment
door;
anamnese
lichamelijk onderzoek
aanvullend onderzoek
eventuele differentiaal diagnose
differentiaal diagnose (DD)
alternatieve diagnosen die gesteld worden wanneer de definitieve diagnose niet gesteld is. dit word gedaan op volgorde van relevantie (belangrijkste bovenaan)