GK 1.9 Problemen ademhalingsstelsel Flashcards

1
Q

rhinitis

A

neusontsteking
kan allergisch zijn
kan niet-allergisch zijn -> infectie -> vaak rhino of adenovirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sinusitis

A

bijholteontsteking

pijn in aanzicht, hoofdpijn
pijn bij bukken/tillen/persen
uitvloed uit bijholte naar keel
koorts
uit mond stinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kleuren sputum

A

groen -> bacterie
rood -> bloed
bruin -> oud bloed (oude longontsteking)
roze schuimend -> longoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dyspnoe

A

kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stridor

A

hoorbare ademhalingi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

inspiartoir stridor

A

inademen geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

expiratoir stridor

A

bij het uitademen een piepend geluid, bijvoorbeeld asma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hyper/hypo-pnoe

A

te diep of te oppervlakkig ademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

apnoe

A

niet meer ademenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

trachy/brady-pnoe

A

frequentie (te snel of te langzaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hyper/hypo-ventilatie

A

CO2 spanning is te hoog of te laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cheyne stokes

A

apnoe, hypopnoe en hyperpnoe afwisselend
problemen ademcentrum hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kussmaul ademhaling

A

te diep en te snel, reactie op verzuring van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hyperventilatiesyndroom

A

overdreven ademhaling, vaak door angst
men blaast veel CO2 uit waardoor pH stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cyanose

A

wanneer de saturatie 85% of lager is is er teveel HB zonder zuurstof waardoor bloed blauw door schijnt en je bijvoorbeeld blauwe lippen krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

saturatie

A

hoeveel procent van het HB in rode bloedcellen met zuurstof is verbonden (normaal tussen 95 en 100)

17
Q

centrale cyanose

A

weinig O2 verbonden HB in arterieel bloed (lage saturatie)
dit komt doordat longen te weinig O2 diffunderen in het bloed of andere oorzaak

bijvoorbeeld bij astma, longontsteking, emfyseem, hartfalen

18
Q

perifere cyanose

A

alleen lichaamsuiteinden (handen en voeten) blauw door vasoconstrictie of vertraagde bloedcirculatie. DIt kan komen door bijvoorbeeld afknelling of kou
alleen huid nagels, niet slijmvliezen.

19
Q

respiratie

A

opname van zuurstof, afgifte van koolstofdioxide

20
Q

respiratoire insufficiëntie

A

longfalen
kan komen door verstoren
- ventilatie -> verstikking, ophangen, verdrinken, klaplong
- diffusie -> snot, slijm (pneunomie), longoedeem
- perfusie -> longembolie (bloedpropje), hartfalen

21
Q

2 gevolgen longfalen

A

CO2 word niet goed afgegeven in de longen waardoor het opstapeld in het bloed -> acidose

de weefsels krijgen te weinig zuurstof waardoor ze over gaan op anaerobe verbranding waarbij melkzuur vrijkomt

22
Q

behandeling respiratoire insufficiëntie

A

behandeling van de oorzaak
zuurstof geven
corrigeren van acidose door NaHCO3
kunstmatige beademing indien nodig

23
Q

symptomen acidose

A

hoofdpijn, tremoren, delier, sufheid, tachypnoe, hyperventilatie, hyperpnoe

24
Q

respiratoire acidose
waar
gevolgen
waardoor

A

longen
geen co2 uitademen, pCO2 stijgt
longoedeem, morfine, astma

25
Q

metabole acidose
waar
gevolgen
waardoor

A

probleem in lichaam
toegenomen melkzuur
extreme inspanning, diarree

26
Q

respiratoire alkalose
waar
gevolgen
waardoor

A

longen
heel veel CO2 uitblazen
hyperventilatie

27
Q

metabole alkalose
waar
gevolgen
waardoor

A

lichaam
teveel h-plus verliezen of HCO3 stapelen (nier)

door braken (maagzuur = Hplus)