GK 1.7: Vallen bij ouderen Flashcards
gevolgen veroudering voor houding en bewegen
-> afgenomen bewegingscapaciteit
minder spierkracht, gewrichten minder elastisch, afgenomen inspanningstolerantie
-> verminderde besturingsvaardigheid
lagere reactiesnelheid, afgenomen loopsnelheid, motorische behendigheid
-> verminderd bewegingsinitiatief
geen bewegingslust, weerstand tegen inspanning
mogelijke oorzaken verhoogd risico vallen bij ouderen
duizeligheid
ortostatische hypotensie
medicatie
aandoeningen
zintuigen
hulpbehoevendheid niet aangeven
obstakels
onbekende omgeving
geen hulp kunnen krijgen
oriëntatie
oorzaken normale duizeligheid
plotseling opstaan
angst
pijn
lang en krachtig hoesten
toiletgang
intense inspanning
draaiduizeligheid
alles draait om je heen
afwijkingen van labyrint (evenwichtsorgaan) of hersenstam
komt niet vaak voor
liftduizeligheid
licht in het hoofd,
alleen overkant beweegt
komt vaker voor
oorzaken: parkinson, dementie, diabetes, schildklierproblemen
TIA, CVA, orthostatische hypotensie, hartklepproblemen, hartinfarct
orthostatische hypotensie
daling van bloeddruk na houdingsverandering
60% van de ouderen
Diagnostiek -> bloeddruk liggend en staan meten
behandeling orthostatische hypotensie
zout
veel drinken
langzaam opstaan
fit blijven
steunkousen
omgeving slim inrichten
steunpunten monteren
geen middagdutje
gevolgen vallen
fracturen
wonden
hematomen (blauw plek)
angst
onzekere loopgang
3 soorten pijn
somatisch (pijn, spieren, gewrichten)
visceraal (inwendige organen)
chronisch (langer dan 3 maanden)
3 groepen analgetica = pijnstillers
NSAID ( licht tot matig -> reuma, kiespijn, hoofdpijn)
paracetemol (matige pijn)
opioïden (hevige pijn, infarct, ongevallen, kanker, zenuwpijn)
3 effecten pijnstillers
- analgetisch -> verminderen pijn (allemaal)
- antipyretisch -> verminderen koorts (NSAID, paracetemol)
- antiflogistisch -> verminderen ontsteking (NSAID)