GK 1.12 Farmacologie Flashcards
droge toepassing geneesmiddelen + toedieningsweg
poeder
capsules
tabletten
bruis, kauw, zuig tabletten
TW-> oraal
natte toepassing geneesmiddelen + toedieningsweg
oplossing
suspensie
emulsie
TW-> injectie, infusie, spray
vette toepassing geneesmiddelen + toepassingsweg
creme (water+ vet)
zalf (vet)
pasta (50% poeder)
TW -> vaak cutaan (huid)
farmacokinetiek
wat doet het lichaam met het geneesmiddel
opname (ab-/resorptie)
opname van medicijnen in lichaamsvloeistof
lokale toediening
komt niet in het bloed, werkt op de plek zelf
vb; creme, inhalatie, spray, koeling, drankje
systemische toediening
via het bloed door het hele lichaam
enteraal toedienen
via maag-darm kanaal
absorptie maag -> pijnstillers (zijn zuur0
absorptie dunne darm -> meeste medicijnen resorptie
parenteraal
buiten maag-darm kanaal
intraveneus -> in venen
subcutaan -> onder de houd
intramusculair -> in de spier
verneveling en gassen (narcose
pleister
neusspray
d
factoren die resorptie beïnvloeden
vulling maag -> hoe meer gevuld, hoe slechtere resorptie
vet/water- oplosbaarheid geneesmiddel
doorbloeding/conditie maag-darm kanaal
toedieningsweg
gelijktijdig gebruik van andere middelen
distributie
aankomen van het middel in de weefsels waar het voor bedoeld is
factoren die distributie beïnvloeden
het geneesmiddel
de organen
het individu
leverpassage
interacties geneesmiddelen
afbreken geneesmiddel
onschadelijk maken en geschikt voor de uitscheiding maken
biotransformatie
geneesmiddelen afbreken tot metabolieten
- onschadelijk/onwerkzaam maken
- geschikt maken voor uitscheiding
dit gebeurt voor het grootste gedeelt door de lever
2 fasen metabolisering (omzetten lipofiel -> hydrofiel)
1 stof omzetten tot hydrofiele stof of opknippen
2 koppeling aan oplosbare stoffen