VZ 1.1; Visies en zelfregie Flashcards

1
Q

visie

A

weloverwogen mening over een kwestie en hoe deze kwestie zich zou moeten ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

medische visie

A
  • afwezigheid van ziekte
  • monoscausaal; 1 oorzaak
  • klassieke benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

monocausaal

A

verschijnsel die volledig toe te schrijven is aan 1 oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

biologische visie

A

intern milieu constant houden bij wisselende omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

psychologische visie

A

geestelijke gezondheid
doelen behalen
individueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sociale visie

A

gericht op maatschappelijk functioneren
normen en waarden
cultuurgebonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

humane visie

A

combinatie van de 4; medische, biologische, psychologische, sociale visie

definitie van WHO

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

definitie WHO gezondheid

A

Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekten of gebreke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

definitie (positieve) gezondheid

A

het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dynamische visie

A

aanpassingsvermogen, balans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vraaggerichte zorg

A

zorg gericht op de cliënt
gezamenlijke zorg op wensen en behoeften van de zorgvrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vraaggestuurde zorg

A

zorgvrager stuurt eigen zorg, regie bij zorgvrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

belevingsgerichte zorg

A

zorgrelatie staat centraal, aansluiting bij belevingswereld en gevoelens van zorgvrager -> chronisch zieke, door bijvoorbeeld muziek, fotoalbums, voorwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociale aspecten die ziekte veroorzaken

A

privacy
veiligheid
duurzaamheid
verantwoordelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

psychische aspecten die ziekte veroorzaken

A

eigenschappen en gedragingen die voortkomen uit persoonlijkheidskenmerken van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

somatische aspecten die ziekte veroorzaken

A
  • problemen met motoriek
  • probleem met het hart
  • probleem met het zenuwstelsel
17
Q

hulpmiddelen die zorgvrager kan gebruiken om mobiliteit te verbeteren en zelfregie te behouden

A
  • rollator
  • fiets
  • hulpmiddelen bij toilet of douche om vast te houden
  • drempels verminderen