GK 1.8 Ademhalingsstelsel Flashcards
functies ademhalingstelsel
ventilatie; verplaatsing lucht <-> longblaasjes
gaswisseling van O2 en CO2
bescherming tegen ziekteverwekkers door filteren, slijm, hoesten, snotteren
spraak, zang, communicatie
reuk door reukcellen in de neus
bovenste luchtwegen
neus, sinussen (bijholtes), mond, farynx (keel)
onderste luchtwegen
strottenhoofd (larynx)
luchtpijp (trachea)
bronchiën
bronchiolo
longblaasjes (alveoli)
longvliezen (pleura)
ventilatie
ademhaling waarbij lucht in en uit de longen word verplaatst via fysieke verplaatsing.
inademing
actief
diafragma trek samen, word platter (75%)
hulpademhalingsspieren trekken borstkas omhoog (25%)
uitademing
passief
diafragma ontspant
alle ademhalingsspieren ontspannen
ademfrequentie
hoe vaak iemand in en uit ademt per minuut = 12-18
gaswisseling
dmv diffusie vind er een uitwisseling plaats van O2 en CO2 tussen lucht en bloed in de longblaasjes
perfusie longen
de bloeddoorstroming in de longen
O2
vrij opgelost zijn in het bloedplasma (1,5%) o
gebonden aan HB in rode bloed cellen (98,5%)
CO2 naar longen
vrij opgelost in bloedplasma (7%)
gebonden aan hemoglobine (23%)
omzetten in koolzuur of bicarbonaat in plasma
ademhaling word bewust geregeld
in de hersenschors
praten, zingen, zuchten
ademhaling dat onbewust word geregeld
diepte en frequentie van ademhaling
-> ademcentrum in de hersenstam
regulatie ademhaling onbewuste aansturing
mechanoreceptoren in de halsslagader die diepte bepalen en snelheid
chemoreceptor; hoe minder pH, hoe meer CO2, hoe minder O2, hoe hogere temperatuur -> hoe hoger de ademfrequentie
hoe hoger de pCO2 (opgelost CO2)
hoe hoger de ademfrequentie