GK1.4 Het skelet Flashcards
stap 1 Enchondrale verbening
kraakbeencellen vergroten
matrix kalk word afgezet (clasificatie)
kraakbeencellen sterven af
stap 2 enchondrale verbening
- begint op oppervlak schacht
- bloedcellen dringen in kraakbeenvlies
- cellen binnenste laag differentiëren zich tot osteoblasten
- botmatrix begint te vormen
stap 3 enchondrale verbening
bloedvaten dringen in binnenste deel
migrerende fibroblasten worden osteoblasten
osteoblasten vormen spongieus beenweefsel bij schacht beenkern
stap 4 enchondrale verbening
osteoclasten breken deel beenweefsel af tot merg holte
de osteoclasten blijven voortdurend de epifysair schijven binnendringen waardoor het bot langer word. Er word telkens nieuw kraakbeen toegevoegd.
stap 5 enchondrale verbening
Wanneer bloedvaten en osteoblasten de centra van de epifysen
binnendringen, ontstaan secundaire beenkernen; de epifysen raken uiteindelijk met
een spongieus beenweefsel opgevuld. bij het gewrichtsholte, blijft een
dunne laag van het oorspronkelijke kraakbeenmodel over: dit vormt het gewrichtskraakbeen. In dit
stadium is het beenweefsel van de schacht nog steeds door epifysekraakbeen van het beenweefsel
van de epifysen gescheiden. Zolang de snelheid van de kraakbeengroei even groot blijft als de
snelheid waarmee osteoblasten binnendringen, blijft het kraakbeen van de epifyse bestaan en blijft het
bot in de lengte groeien.
nodig voor botgroei = ossificatie
vitamine D
calcium
fosmaat
groeihormoon
schildklierhormoon
belasting van het skelet
calcitriol
epifyse
rood beenmerg, maakt bloed aan
metafyse/diafyse
geel beenmerg, opslag van vet en minderalen
spongieus beenweefsel
netwerk van benige staafjes door holten van elkaar gescheiden
periost
beenvlies
- aanhechting pezen/banden
- verbinding bloedvaten/zenuwen
- herstel bot
myeliod
beenmerg
osteocyten
volwassen botcellen die de normale botstructuur handhaven door de calciumzouten in de botmatrix rondom zichzelf opnieuw te gebruiken en door bij herstel te helpen
osteoclasten
reusachtige cellen met 50 of meer kernen die zuren en enzymen afgeven. Dit lost de botmatrix op en geven de opgeslagen mineralen af via osteolyse of resorptie
osteoblasten
verantwoordelijk voor vorming van nieuw beenweefsel
vormen nieuwe botmatrix en bevorderen de afzetting van calciumzouten in de organische matrix
functie van bot
ondersteuning lichaam
opslag vetten, calcium
vorming bloedcellen
bescherming
beweging