VT 1.4 Bedcomplicaties Flashcards

1
Q

decubitus

A

doorligplekken
degeneratieve verandering van het weefsel door comprimerend kracht of schuifkracht
botten worden in vlees geduwd, vaten gaan dichtzitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

interventie decubitus

A

wisselligging om de 3 uur
drukverlagend matras
kussen op hielen
huid inspecteren, verzorgen
voeding aanpassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mucositis

A

slijmvlies in mond ontstoken -> blaren en aften
door lage weerstand, medicijngebruik, slechte hygiëne
- rood, droog, gezwollen, kloofjes
-> spoelen met chloorhexidine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

smetten

A

intertrigo door overmatig zweten waardoor huiddelen drukken en tegen elkaar schuiven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

interventies smetten

A

huid dagelijks verzorgen
ademende kleding, bh dragen
huid op huid contact vermijden door scheurlinnen, non-woven gaas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pneunomie (longontsteking)

A

temperatuurverhoging
hoesten met geel groen slijm
pijn bij ademhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

apiratiepneumonie

A

door verslikken, etter, pus, pijn
kans groter bij niet goed bewustzijn door ziekte/ouderdom, slikstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hypostatische pneunomie

A

door onvoldoende ademhalen
geen ventilatie onderste delen longen

vaak bij bedlegerige mensen en mensen met verse buikoperatiewond waardoor ze pijn hebben bij diepademhalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

obstipatie

A

verminderde darmactiviteit
opgezette buik, pijnkrampen, harde keutels, minder eetlust

vaak bij ouderen, zwangere, medicijngebruik, weinig beweging, weinig vezels, gebruik codeïne, opiaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

interventie obstipatie

A

vezelrijke voeding
1.5 tot 2 liter vocht inname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

trombose

A

bloedstolsel in bloedvat, meestal been
dik rood, opgezet. glanzend been

behandeling - > antistolling, elke 2 uur bewegen

–> kan longembolie worden wanneer het in de longslagader komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

spieratrofie

A

afname spiermassa door weinig bewegen

afvallen
-> langdurige rust zorgt voor kortere spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

interventies spieratrofie

A

bewegen
doorbewegen
eiwitrijke voeding
fysiotherapeut inschakelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

urineretentie

A

drang om te plassen, maar niet in staat om te urineren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

urineweginfectie

A

door niet goed plassen, weinig drinken, kleine beetjes plassen, troebel en stinkt.

Veel drinken is de oplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

contractuur

A

dwangstand van het gewricht, door dezelfde houding, spierinkorting door weinig gebruik

bewegen in de oplossing

17
Q

osteoporose

A

skelet word onbelast
door beweging trekt pezen aan botten waardoor skelet stevig wordt

18
Q

hospitalisatie

A

iemand verblijft in instelling: door vaak opname in ziekenhuis

voorkomen door zorgvrager erbij te betrekken, praatje maken

19
Q

depressie

A

heftige neerslachtigheid langer dan 3 maanden, vervlakking stemming, nergens zin in, dag schommelingen.

De behandelingen is veel luisteren,

20
Q

interventies psychosociale problemen

A

zelfzorg stimuleren
zorgen voor contact met de buitenwereld

21
Q

slapeloosheid

A

slaappatroon veranderen, geen medicatie