urologie 2 Flashcards

1
Q

wat is acuut nierfalen

A

Plots ontstane nierfunctiestoornis
Levensbedreigend maar reversibel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

symptomen acuut nierfalen

A

oligurie of anurie
oedeem
hypertensie
sufheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

weinig urine aanmaken/ weinig plassen

A

oligurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oorzaken acuut nierfalen

A

Prerenaal: door verminderde bloedaanvoer vb hartfalen, shock

Renaal: vb glomerulonefritis

Postrenaal: door obstructie van urinewegen vb nierstenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn behandelingen voor acuut nierfalen

A

Oorzakelijke behandeling,
diuretica,
eventueel tijdelijke dialyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er bij chronisch nierfalen

A

Progressieve, irreversibele reductie van nefronen
-> GFR daalt
-> afvalstoffen hopen zich op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vanaf wanneer wordt chronisch nierfalen levensbedreigend

A

90% uitval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn oorzaken chronisch nierfalen

A

diabetes,
onbehandelde hypertensie,
pijnstillermisbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

conservatieve behandelingen chronisch nierfalen

A

medicatie (antihypertensiva, diuretica) en leefstijl (oa zoutarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

niervervangende behandelingen chronisch nierfalen

A

dialyse
transplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn plaatsen waar er symptomen verschijnen bij chronisch nierfalen

A

luchtwegen
spijsverteringsstelsel
urinewegstelsel
zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waarom ontstaan er symptomen bij chronisch nierfalen

A

ophoping:
-afvalstoffen
- creatinine
- ureum
- urinezuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er met de luchtwegen bij chronisch nierfalen

A

diepe/snelle ademhaling
slechte adem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat gebeurt er met de spijsverteringsstelsel bij chronisch nierfalen

A

verminderde eetlust
misselijkheid
braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er met de urinewegstelsel bij chronisch nierfalen

A

pyurie
hematurie
albuminurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat gebeurt er met het zenuwstelsel bij chronisch nierfalen

A

slaperigheid
slecht zicht
verwardheid
convulsies
coma

17
Q

wanneer wordt er dialyse gebruikt

A

<10% niercapaciteit beschikbaar
-> neemt nierfunctie overnemen

18
Q

wat his hemodialyse

A

kunstnier
bloedzuivering buiten lichaam
3x/week
(meestal ziekenhuis)

19
Q

wat is peritoneale dialyse

A

buikvlies gebruiken als filter
spoelvloeistof via katheder in abdomen
dagelijks/thuis -> om 6 weken ziekenhuiscontrole

20
Q

wat is een niercelcarcinoom meestal

A

hypernefroom (85%)

21
Q

symptomen hypernefroom/niercelcarcinoom

A

Pijnloze microscopische hematurie
Meestal jarenlang onopgemerkt

22
Q

andere naam nefroblastoom

A

wilms-tumor

23
Q

wat is een wilms-tumor

A

Bij jonge kinderen  erfelijkheid?
Snelgroeiende niertumor

24
Q

oorzaak blaaskanker en behandeling

A

Rokers
Cystectomie -> urinestoma

25
Q

ESWL

A

extracorporele shock wave lithotripsie

26
Q

UWI

A

urineweginfectie

27
Q

GFR

A

glomerulaire filtratiesnelheid

28
Q

MOC

A

multidisciplinair oncologisch consult