spijsverteringsstelsel 2 Flashcards

1
Q

wat zijn de functies van de tong

A

Mechanische voedselbewerking: hulpmiddel bij kauwen en slikken
Zintuiglijke analyse vb smaak, textuur, temperatuur
Nodig bij spreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

tongamandel latijn

A

tonsilla lingualis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat doet tonsilla lingualis

A

immuniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kauwen van voedsel latijn

A

masticatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat doet speeksel

A

start van vertering van koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

speekselklieren latijn

A

glandulae salivariae majores

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn de glandulae salivariae majores

A

Oorspeekselklier = glandula parotis
Ondertongspeekselklier = glandula sublingualis
Onderkaakspeekselklier = glandula submandibularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

oorspeekselklier latijn

A

glandula parotis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ondertongspeekselklier latijn

A

glandula sublingualis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onderkaakspeekselklier latijn

A

glandula submandibularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarvoor zorgt glandula parotis

A

speekselamylase: afbraak koolhydraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoeveel liter speeksel per dag

A

1-1.5liter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waaruit bestaat speeksel

A

99%
mucinen: slijmstoffen
antistoffen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat doen antistoffen in speeksel

A

bacteriegroei beperken -> tandbederf voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doet speeksel

A

Voedsel met slijm omgeven -wrijving verminderen - doorslikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

bof latijn

A

parotitis epidemica

17
Q

wat is bof

A

Virus in glandula parotis
Kinderziekte -> blijvende immuniteit

18
Q

wat zijn de risico’s van bof

A

Orchitis (na puberteit) -> onvruchtbaarheid
Pancreatitis -> diabetes mellitus

19
Q

wat vormt de basisvorm van de tand

A

dentine

20
Q

wat is dentine

A

botmatrix zonder cellen

21
Q

wat bedekt kroon en wat bedekt wortel

A

kroon: glazuur
wortel: cement

22
Q

hoe wordt de tand in het bot verankerd

A

periodontale ligament

23
Q

melktanden latijn

A

dentes decidui

24
Q

blijvende tanden latijn

A

dentes permanentes

25
Q

hoeveel melktanden

A

20

26
Q

hoeveel blijvende tanden

A

32

27
Q

snijtanden latijn

A

dentes incisivi

28
Q

hoektanden latijn

A

dentes cuspidati = dentes canines

29
Q

ware kiezen latijn

A

molaren

30
Q

hoeveel snijtanden, hoektanden, kiezen bij melktanden aan 1 kant

A

4 snijtanden
2 hoektanden
4 molaren

31
Q

wat heeft een melkgebit niet

A

premolaren
verstandskiezen

32
Q

waardoor vallen melktanden uit

A

slijtage van periodontale ligament
loskomen, uitvallen
opzij geduwd door permanente tanden

33
Q

hoeveel snijtanden, hoektanden, kiezen bij een volwassen gebit aan een kant

A

snijtanden: 4
hoektanden: 2
ware kiezen: 4
premolaren: 4
verstandskiezen: 2

34
Q

valse kiezen latijn

A

premolaren

35
Q

functie snijtanden

A

afbijten

36
Q

functie hoektanden

A

afscheuren

37
Q

functie kiezen

A

fijn malen

38
Q

waarom worden verstandskiezen vaak verwijderd

A

onvoldoende plaats/hinder

39
Q

wat is de lamia propria

A

los bindweefsel
verankert mucosa aan submucosa