stofwisseling 4 Flashcards
wat is Warmteregulering
Homeostatisch proces om lichaamstemperatuur binnen acceptabele grenzen te houden
4 manieren voor warmte-uitwisseling met de omgeving afkoeling
straling (zon, infrarood = onzichtbaar)
geleiding
convectie
verdamping
wat is geleiding
: directe overdracht van energie via fysiek contact vb op stoel zitten, in bed liggen
wat is convectie
luchtstroming langs huid -> opgewarmde lucht stijgt op
wat is de hypothalamus
thermostaat van lichaam
2 centra voor warmteregulering
Voor warmteverlies: oiv parasympathisch deel van AZS
Voor warmteproductie: oiv sympathisch deel van AZS
hoe wordt warmte nog gereguleerd buiten hypothalamus en zenuwstelsel
gedragsverandering
vb in/uit zon gaan zitten, extra kleding uit/aan
wat zijn de Mechanismen voor warmteverlies
Vasodilatatie = perifere bloedvaten verwijden = rode huid = straling en convectie
Toename van zweetafscheiding = verdamping
Diepere ademhaling
wat zijn de Mechanismen voor warmtebehoud v.h. sympatisch zenuwstelsel
Warmte vasthouden door vasoconstrictie
Verhoogde warmteproductie
wat regelt warmteverlies
parasympatisch zenuwstelsel
wat regelt warmteproductie
sympathisch ZS
wat is vasoconstrictie en effect
vernauwing van perifere bloedvaten
mindere doorbloeding van huid -> bleek, blauw
veneuze return via diep gelegen venen
wat is Verhoogde warmteproductie
thermogenese
hoe gebeurt thermogenese
Rillen produceert warmte -> via spiercontractie
Versnelde stofwisseling (oiv hormonen)
vb adrenaline extra snelle afbraak van glycogeen
qua calorieen wat veranderd er vanaf 50j
10% minder cal per 10 jaar
wat veranderd er niet aan eten als je ouder wordt
behoefte voedingsstoffen blijft zelfde
meer calcium
meer vit D3
wat veranderd er aan eetgewoontes als je ouder wordt
Veranderingen in smaak- en reukzin verminderen de eetlust
wat veranderd aan spijsvertering als je ouder wordt
Spijsverteringsstelsel wordt minder efficiënt bij opname van voedingsstoffen
wat voor proces is glycolyse
anaeroob
waarin veranderen vetzuren, glucose, aminozuren
pyruvaat
kleine koolstofketens
- Tijdens de volledige afbraak van één molecule glucose, verkrijgt een cel
36ATP
- Glycolyse levert een onmiddellijke nettowinst van ________ moleculen ATP voor de cel.
2
- Bij de volledige afbraak van één molecule glucose levert het elektronentransportsysteem een totaal van _________ moleculen ATP.
32
Waarom zijn vitaminen en mineralen noodzakelijke onderdelen van onze voeding?
Co-factoren enzymatische reacties, spelen een rol bij fysiologie
Je lichaam kan deze zelf niet produceren