stofwisseling 4 Flashcards

1
Q

wat is Warmteregulering

A

Homeostatisch proces om lichaamstemperatuur binnen acceptabele grenzen te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 manieren voor warmte-uitwisseling met de omgeving afkoeling

A

straling (zon, infrarood = onzichtbaar)
geleiding
convectie
verdamping

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is geleiding

A

: directe overdracht van energie via fysiek contact vb op stoel zitten, in bed liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is convectie

A

luchtstroming langs huid -> opgewarmde lucht stijgt op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de hypothalamus

A

thermostaat van lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

2 centra voor warmteregulering

A

Voor warmteverlies: oiv parasympathisch deel van AZS
Voor warmteproductie: oiv sympathisch deel van AZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe wordt warmte nog gereguleerd buiten hypothalamus en zenuwstelsel

A

gedragsverandering
vb in/uit zon gaan zitten, extra kleding uit/aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de Mechanismen voor warmteverlies

A

Vasodilatatie = perifere bloedvaten verwijden = rode huid = straling en convectie

Toename van zweetafscheiding = verdamping

Diepere ademhaling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de Mechanismen voor warmtebehoud v.h. sympatisch zenuwstelsel

A

Warmte vasthouden door vasoconstrictie
Verhoogde warmteproductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat regelt warmteverlies

A

parasympatisch zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat regelt warmteproductie

A

sympathisch ZS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is vasoconstrictie en effect

A

vernauwing van perifere bloedvaten

mindere doorbloeding van huid -> bleek, blauw

veneuze return via diep gelegen venen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is Verhoogde warmteproductie

A

thermogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe gebeurt thermogenese

A

Rillen produceert warmte -> via spiercontractie

Versnelde stofwisseling (oiv hormonen)

vb adrenaline  extra snelle afbraak van glycogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

qua calorieen wat veranderd er vanaf 50j

A

10% minder cal per 10 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat veranderd er niet aan eten als je ouder wordt

A

behoefte voedingsstoffen blijft zelfde

meer calcium

meer vit D3

17
Q

wat veranderd er aan eetgewoontes als je ouder wordt

A

Veranderingen in smaak- en reukzin verminderen de eetlust

18
Q

wat veranderd aan spijsvertering als je ouder wordt

A

Spijsverteringsstelsel wordt minder efficiënt bij opname van voedingsstoffen

19
Q

wat voor proces is glycolyse

A

anaeroob

20
Q

waarin veranderen vetzuren, glucose, aminozuren

A

pyruvaat
kleine koolstofketens

21
Q
  1. Tijdens de volledige afbraak van één molecule glucose, verkrijgt een cel
A

36ATP

22
Q
  1. Glycolyse levert een onmiddellijke nettowinst van ________ moleculen ATP voor de cel.
A

2

23
Q
  1. Bij de volledige afbraak van één molecule glucose levert het elektronentransportsysteem een totaal van _________ moleculen ATP.
A

32

24
Q

Waarom zijn vitaminen en mineralen noodzakelijke onderdelen van onze voeding?

A

Co-factoren enzymatische reacties, spelen een rol bij fysiologie

Je lichaam kan deze zelf niet produceren