ontwikkeling 2 Flashcards

1
Q

wat gebeurt er in trimester 1 (kort)

A

embryonale + vroege foetale ontwikkeling = cruciaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat gebeurt er in trim 2 (kort)

A

orgaanontwikkeling + menselijke vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat gebeurt er in trim 3 (kort)

A

snelle groei + functionele organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de 4 processen van het eerste trimester

A

Klieving en vorming van blastocyste
Innesteling
Placentatie
Embryogenese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is klieving

A

celdelingen met vorming van identieke dochtercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat wordt er gevormd door klieving

A

blastomeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

naam bolletje blastomeren

A

morula

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat gebeurt er op dag 3 en 6 na bevruchting

A

dag 3: morula
dag 6: blastomeren vormen blastocyste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waaruit bestaat de binnenzijde van blastocyste

A

embryoblast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat vormt de buitenkant van de blastocyste, waarvoor dient het

A

trofoblast
(dient voor voedselvoorziening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waar zit blastocyste, wat gebeurt er mee

A

in uterus
groeit hier verder
nestelt zich in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer gebeurt innesteling

A

7 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat gebeurt er tijdens de innesteling

A

Vasthechting van blastocyste aan endometrium
-> opname blastocyste, ontwikkeling functionele laag endometrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is ectopische zwangerschap

A

innesteling buiten baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurt er als de blastocyste is ingennesteld

A

Snelle celdelingen -> trofoblast vormt villi
Trofoblast en embryoblast maken zich los van elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat gebeurt er op dag 9 na bevruchting

A

vorming amnionholte (vruchtwater)

17
Q

wat gebeurt er op dag 10 na bevruchting

A

vorming dooierzak

18
Q

wat gebeurt er op dag 12 na bevruchting

A

gastrulatie

19
Q

wat is gastrulatie

A

vorming van 3 embryonale kiembladen door embryoblast
-> ontstaan kiemschijf

20
Q

waaruit bestaat kiemschijf

A

Endoderm (binnen)
Mesoderm (midden)
Ectoderm (buiten)

21
Q

waarin veranderd endoderm

A

spijsverteringsstelsel

22
Q

waarin veranderd mesoderm

A

spieren
skelet
nieren

23
Q

waarin veranderd exoderm

A

huid
zenuwstelsel

24
Q

hoeveel vruchtvliezen vormen de kiembladen en wanneer

A

4 vruchtvliezen
week 2-3

25
Q

wat zijn de 4 vruchtvliezen

A

dooierzak
amnion
allantoïs
chorion

26
Q

wat is de dooierzak

A

voedingsvoorziening eerste 2 maanden
productie rode bloedcellen

27
Q

wat is het amnion

A

bevat vruchtwater (beschermd)

28
Q

wat is het allantoïs

A

wordt deel van urineblaas

29
Q

wat is het chorion

A

bloedvaatkes van embryo -> placentatie

30
Q

hoe begint plaentatie

A

start uit bloedvaten chorion
-> chorionvlokken groeien in endometrium

31
Q

wat is de placenta

A

contactplaats bloedsomloop moeder en embryo

32
Q

functies placenta

A

uitwisseling gassen/voeding/afvalstoffen tussen 2 gescheiden bloedsomlopen

moederlijke antilichamen (tijdelijke passieve immuniteit)

endocrien

33
Q

andere naam hechtsteel/navelstreng

A

funiculus umbilicalis