persoonlijkheidsstoornissen Flashcards
wanneer komen persoonlijkheidsstoornissen tot uiting
adolescentie
wat is kenmerkend voor alle persoonlijkheidsstoornissen
Rigide patronen: waarneming - denken - omgang met anderen
beperkingen dagelijks functioneren
“willen niet veranderen”
kenmerken cluster A stoornissen
vreemd/excentriek gedrag
voorbeelden cluster A stoornissen
schizotypische
cluster B kenmerken
dramatisch/emotioneel gedrag
cluster B voorbeelden
antisociale, borderline, theatrale, narcistische
cluster C kenmerken
angstig/nerveus gedrag
voorbeelden cluster C
ontwijkende, afhankelijke, obsessieve-compulsieve
stoornissen
wat zijn as I stoornissen
psychiatrische stoornissen: vb OCD
komt in episoden
wat zijn as II stoornissen
persoonlijkheidsstoornis
permanent
kenmerken Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
Vergaande achterdocht/wantrouwen
Motieven van anderen = verdacht, van kwade wil, bedriegend
Overmatig gevoelig voor kritiek
Beperkte vriendenkring
kenmerken Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
sociale isolatie (afstandelijk, onthecht)
eenzaten voorkeur individuele activiteiten
kenmerken Schizotypische persoonlijkheid
Ongewone waarnemingen en ideeën, vaak excentriek
Moeite om sociale relaties aan te gaan of te onderhouden
kenmerken Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Egoïstisch, manipulatief (vaak charmant)
geen berouw
weinig respect gezag/anderen
kenmerken Borderline persoonlijkheidsstoornis
Plotse extreme stemmingswisselingen
impulsief gedrag
zwart-wit denken
slecht zelfbeeld -> instabiele relaties