urinewegen Flashcards
Urineweginfecties
verdenking op een urineweginfectie obv anamnese en lichamelijk onderzoek -> urineonderzoek bij alle pt’en (uitz: verblijfskatheter) -> stroomschema urineonderzoek?
Verdenking UTI -> urinestick -> nitriet?
=> pos = UTI
=> neg -> leukocyten?
* pos: dipslide of sediment -> pos = UTI, neg = geen UTI
* neg: aanhoudend vermoeden UTI? -> nee = geen UTI, ja = dipslide of sediment (pos = UTI, neg = geen UTI)
Urineweginfecties
Indien UTI aangetoond met urineondezoek -> wnr kweek verrichten met resistentiebepaling?
- 2x therapiefalen bij een cystitis bij gezonde, niet-zwangere vrouw
- 1x therapiefalen bij een cystitis bij kwetsbare ouderen
- Cystitis bij pt met antibiotische profylaxe i.v.m. recidiverende urineweginfecties
- Cystitis bij pt uit risicogroep (m.u.v. vrouwen met DM die verder gezond zijn en geen zieke indruk maken
- Cystitis bij kinderen < 12 jaar
- UTI met tekenen van weefselinvasie
opm: Verricht een kweek met resistentiebepaling bij een aanhoudend vermoeden van een urineweginfectie, terwijl urinestick en dipslide of sediment negatief blijven.
opm: DUS urinecultuur niet nodig bij cystitis bij vrouwen zonder verhoogd risico
Urineweginfecties
sediment of dipslide: geschikt voor alle leeftijden?
Verricht een sediment alleen bij patiënten ≥ 12 jaar.
De dipslide is voor alle leeftijden geschikt.
Urineweginfecties
Urineonderzoek bij patiënten met een verblijfskatheter?
een urinestick kan alleen een urineweginfectie uitsluiten
verricht wel een kweek bij tekenen van weefselinvasie
(Stel de diagnose obv anamnese en KO en na uitsluiting van andere oorzaken.)
Urineweginfecties
Cystitis: beleid bij gezonde, niet-zwangere vrouwen
behandelingsopties:
=> afwachtend beleid (bij mild tot matige sympt), evt met pijnstilling
* cystitis kan spontaan binnen 1w genezen
* NIET bij: eerder PN doorgemaakt, tekenen weefselinvasie, risicogroep zoals DM
* opnieuw urineonderzoek bij klachten > 7 dagen
=> AB (evt uitgesteld recept)
* zal klachten sneller doen verdwijnen + minder kans recidief
* asymptomatisch = NIET behandelen (ook niet bij DM)
* AB blind starten (E Coli = meest voorkomende verwekker UTI)
* 1e keuze: nitrofurantoïne PO 100mg 3dd (tijdens maaltijd) ged 5d (NHG: 2dd 100mg mga of 4dd 50mg???)
* 2e keuze: fosfomycine PO 3g in 1 gift (lagere genezings%, bij voorkeur voor de nacht)
* (NHG: 3e keuze = trimethoprim 3d, staat niet op BAPCOC)
Urineweginfecties
afwachtend beleid bij cystitis?
is een behandelingsoptie
een afwachtend beleid verhoogt het risico op een pyelonefritis met ongv 1,6%
* afgeraden vr pt met VG pyelonefritis
* AB noodzakelijk bij risicogroepen: UTI kan ernstig verlopen
Urineweginfecties
RECIDIVERENDE cystitis (≥ 3 per jaar): beleid bij vrouwen zonder verhoogd risico
BAPCOC:
i) Zelfbehandeling van iedere cystitis die als dusdanig herkend w:
* zelfde behandelschema als bij cystitis bij vrouwen zonder verhoogd risico (nitrofurantoïne 5d)
ii) Postcoïtale behandeling
* nitrofurantoïne PO 50-100mg binnen de 2 uur na iedere coïtus
* Opm: chronische behandeling met nitrofurantoïne bij oudere vrouwen af te raden (hoog risico op bijwerkingen)
* Staken na 6-12 maanden volgens NHG
iii) Profylactische behandeling
* nitrofurantoïne PO 50-100mg 1dd ged 6m ’s avonds na de laatste plas
* Opm: chronische behandeling met nitrofurantoïne bij oudere vrouwen af te raden (hoog risico op bijwerkingen)
* continue antimicrobiële profylaxe = pas als laatste keuze wegens risico op bijwerkingen
//
Meer water drinken (minstens 1,5 liter water/dag) vermindert het aantal recidieven
Profylaxe met: zelfzorgmiddelen: cranberrytabletten (2 dd 500 mg) of -drank (optimale dosering onbekend), D-mannose (optimale dosering onbekend)
* Evalueer na enkele maanden tot een jaar
Vaginaal estr(ad)iol bij postmenopauzale vrouwen -> minder recidieven:
* estriolovules of -crème (1dd 0,5 mg -> na 2w afbouwen tot max 0,5 mg 2x/w)
* of estradiol (1dd 10 microgram -> na 2w afbouwen tot max 10 microgram 2x/w)
* Evalueer tenminste jaarlijks
Urineweginfecties
Cystitis: beleid bij pt’en met verhoogd risico op gecompliceerd verloop
* BAPCOC: cfr flashcard infra
* NHG: vrouwen met DM, een verminderde weerstand of afwijkingen aan de nieren of urinewegen
en beleid bij cystitis bij zwangeren
eerste keuze: nitrofurantoïne PO 100mg 3dd ged 7d (NHG: 2dd)
* Niet tijdens laatste weken zwangerschap (NHG: > 38w) -> alternatief: fosfomycine PO 3g in 1 gift (alternatief volgens NHG is amoxiclav 5d)
* urinestaal afgenomen voor cultuur en antibiogram alvorens antibiotica te starten -> beh bij te stellen op geleide van antibiogram
TER INFO: NIET IN BAPCOC:
Volgens NHG: alternatieve keuzes voor vrouw met DM / verminderde weerstand / afwijking nieren of urinewegen: 2e keuze = fosfomycine eenmalig 3g, bij voorkeur voor de nacht; 3e keuze = trimethoprim, 7d 1dd 300mg voor de nacht
urineweginfecties
Acute cystitis: verhoogd risico op gecompliceerd verloop? (BAPCOC)
- kinderen < 12 jaar (opm: vaak onderliggende anatomische afwijkingen)
- zwangerschap
- mannen
- diabetes
- immunogecompromitteerde pt
- anatomische afwijkingen aan nieren en urinewegen
- neurologische blaasstoornissen
- verblijfscatheter (NHG: Behandel met dezelfde antibiotica als bij patiënten zonder katheter)
Urineweginfecties
Cystitis: beleid bij mannen
behoort tot groep met hoger risico gecompliceerd verloop: nitrofurantoïne PO 100mg 3dd ged 7d (NHG: 2dd)
(nhg: 2e keuze trimethoprim, niet in BAPCOC)
urineweginfecties
Cystitis: beleid bij kinderen (vanaf 12j?)
BAPCOC: Behalve bij een eerste cystitis bij een meisje ouder dan 5 jaar, moet elk kind met een urineweginfectie doorverwezen w om een onderliggende anatomische of functionele afwijking van de urinewegen uit te sluiten
Hoe sneller de antibiotische behandeling gestart w, des te kleiner het risico op persisterende bacteriurie, overwoekering vh nierweefsel in acute fase en nierbeschadiging
- eerste keuze: nitrofurantoïne PO 5-7mg/kg per dag in 4 giften ged 5d (max 200mg/d) (CI: ernstige NI en G6PD-def bij kind)
- alternatief: cefuroxim axetil 30mg/kg per dag in 3 giften ged 5d - maximum 3 x 500 mg/dag (CI: bij IgE-gemedieerde penicilline-allergie) (NHG: hier is 2e keuze amoxiclav 3d)
Alvorens antibiotica te starten w een urinestaal afgenomen voor cultuur en antibiogram. => De blind ingestelde behandeling dient zo nodig bijgesteld op geleide van het antibiogram.
urineweginfecties
Cystitis: beleid bij hoogbejaarden en/of mensen met NI (BAPCOC)
acute behandeling:
* trimethoprim PO 300 mg 1dd -> ged 3d (vrouw) en 7d (man)
recidiverende cystitis
* trimethoprim PO 100 mg in 1 gift ged 6m
* Behandeling bij te stellen op geleide van antibiogram
urineweginfecties
Asymptomatische bacteriurie behandelen?
BAPCOC:
Asymptomatische bacteriurie w enkel behandeld bij zwangere vrouwen.
In alle andere gevallen (o.a. bij oudere vrouwen) is geen behandeling nodig.
urineweginfecties
CI nitrofurantoïne
ernstige nierinsufficiëntie
G6PD-deficiëntie
urineweginfecties
waarom geen inname nitrofurantoïne in de laatste week voor de bevalling?
klein risico op hemolytische anemie bij de neonaat
* vooral indien de neonaat een G6PD-deficiëntie (favisme) heeft
urineweginfecties
Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie: beleid bij niet-zwangere vrouwen (gezond en verhoogd risico) en mannen
Start met empirische behandeling, nadien bij te stellen op geleide van het antibiogram. (groter risico op resistentie in voorbije 6m reeds chinolones, uro consulteren bij resistentie)
//
acute pyelonefritis
* levofloxacine PO 500mg 1dd ged 7d (vrouw) – 14d (man)
* ciprofloxacine PO 500mg 2dd ged 7d (vrouw) – 14d (man)
NHG: ciprofloxacine is eerste keuze (2e k: amoxiclav, 3e k co-trimoxazol)
CI chinolonen: amoxiclav PO 500mg 3dd ged 14d, of co-trimoxazol PO 1600/320mg per dag in 2 giften ged 14d
=> Bij mannen na 14 dagen behandeling klinisch te herevalueren. Indien onvoldoende verbetering zal men de diagnose acute prostatitis heroverwegen en de behandeling verlengen tot 28 dagen
* opm: acute prostatitis bij sterk vermoeden SOA: ceftriaxon IM (1malig 1g) + doxycycline PO (100mg 2dd ged 10d)
//
opm: pt met katheter -> bij goede respons ged 7d beh (bv. ipv 14)
urineweginfecties
Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie: beleid bij zwangeren
verwijzing
(PN: gynaecoloog)
(onderliggend urologisch lijden: uroloog)
urineweginfecties
Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie: beleid bij kinderen
BAPCOC:
* Pyelonefritis bij kinderen (tot 12j) vraagt om een verwijzing naar de pediater en hospitalisatie is doorgaans ook aangewezen
NHG:
* 1e keus: amoxicilline/clavulaanzuur ged 10d (< 40 kg: 50/12,5 mg/kg in 3 giften) (> 40 kg: 1500/375 mg/dag in 3 doses)
* 2e keuze: cotrimoxazol ged 10d (30/6 mg/kg/dag in 2 giften, max 1600/320 mg/dag)
* contact opnemen indien geen verbetering < 48u, of bij verergering
NHG:
* Verricht bij kinderen > 1 maand en < 2 jaar met een urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie een echo van de urinewegen om een onderliggende oorzaak uit te sluiten.
NHG:
=> Verwijs direct naar een kinderarts:
* kinderen < 1 maand met koorts
* kinderen van 1 tot 3 maanden met koorts zonder focus
* (vermoeden van) een urineweginfectie die ernstig ziek zijn en/of braken
* kinderen die < 48 uur niet verbeteren ondanks antibiotica
* niet-zindelijke kinderen bij wie een clean catch niet lukt en met een plaszakje een urineweginfectie niet kon worden uitgesloten (indicatie katheterisatie)
* vermoeden op obstructieve pathologie of palpabele massa in de buik
=>Verwijzing naar een kinderarts binnen 6 weken is geïndiceerd bij:
* 2 urineweginfecties, waarvan minimaal 1 met koorts
* 3 urineweginfecties zonder koorts
* urineweginfectie met een andere verwekker dan E. coli
* kinderen >1 maand en < 2 jaar met een urineweginfectie met koorts en afwijkingen op de echo
urineweginfecties
beleid bij tekenen van sepsis
hospitalisatie is noodzakelijk voor intraveneuze behandeling
urineweginfecties
cystitis: herhaal urineonderzoek indien er geen duidelijke afname van de klachten is na 24 tot 48 uur na afloop van de antibioticumkuur
klopt
urineweginfecties
verwijzing volwassenen
Overleg:
* pt uit risicogroep met recidiverende infecties
* bij zwangeren met groep-B-streptokokken (GBS) in de urine (met verloskundige of gynaecoloog)
Verwijs:
* gezonde, niet-zwangere vrouwen met frequent recidiverende urineweginfecties ondanks profylaxe
* gezonde, niet-zwangere vrouwen bij wie na staken van profylaxe i.v.m. bereiken van de maximale behandelduur opnieuw recidiverende urineweginfecties ontstaan én andere profylaxe niet wenselijk of effectief is
* zwangeren met tekenen van weefselinvasie
* aanwijzingen voor onderliggende afwijkingen: zoals urineretentie, bemoeilijkte mictie, nier- of blaasstenen en tumoren in blaas of kleine bekken
* mannen met > 1 urineweginfectie in korte tijd
* volwassenen met een pyelonefritis bij (vermoeden van of reeds bekende) nierstenen
* urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie, die ondanks antibiotica niet < 48 uur verbeteren
* vermoedelijke sepsis
urineweginfecties
NHG: Behandel patiënten met een verblijfskatheter met mictieklachten alleen met antibiotica bij tekenen van weefselinvasie.
klopt
urineweginfecties
NHG: Na isolatie van een groep-B-streptokok uit de urine van een zwangere vrouw bestaat er – ongeacht het resultaat van de behandeling en de zwangerschapsduur – een indicatie voor intraveneuze antibiotische profylaxe tijdens de partus.
klopt
urineweginfecties
Bij ouderen komt asymptomatische bacteriurie veel voor (5 tot 50% bij ouderen > 65 jaar). Bij patiënten met een verblijfskatheter is bijna altijd sprake van bacteriurie (100% bacteriurie 20 dagen na het inbrengen van een verblijfskatheter).
klopt
Chronische nierschade
verminderde nierfunctie en/of verhoogde albuminurie gevonden -> wat nagaan?
Ga na of er sprake is van acute of chronische nierschade of een niet-nefrogene oorzaak
Chronische nierschade
verminderde nierfunctie en/of verhoogde albuminurie gevonden: mogelijke etiologische factoren (na te gaan in anamnese)?
- DM en/of verhoogde BD
- primaire nierziekte: bekende nierziekte, recidiverende pyelonefritis en vesico-ureterale reflux, nefrectomie of auto-immuunziekte in VG
- familiaire nierziekten (bv. ziekte van Alport, cystenieren)
- medicatiegebruik (bv. NSAID’s en RAS-remmers)
Chronische nierschade
aanvullend onderzoek
Bepaal eGFR en albumine-creatinineratio (ACR)
- < 1w bij eerste of duidelijk afwijkende bepaling ter uitsluiting acute nierschade
- EN als dit niet het geval is: na 3m ter bevestiging vd diagnose chronische nierschade
Op indicatie:
- urinesediment (eenmalig bepalen bij aanwijzingen vr spec nierziekte, en/of bij pt’en zonder DM en/of HT)
- lipidenspectrum, glucose (bij pt zonder DM en/of HT: ter bepaling CV risico)
- nieuwe schatting eGFR obv serumcystatine-C-gehalte (overwegen bij pt zonder andere tekenen van chron nierschade / DM / HT én eGFR 46-60)
Bij vermoeden niet-nefrogene oorzaak verhoogde albuminurie: op indicatie aanvullend laboratoriumonderzoek.
Chronische nierschade
nierschade evalueren: onderscheid tss de volgende 3 dingen maken
geen nierschade:
- onderschatting GFR
- of niet-nefrogene oorzaak verhoogde albuminurie
acute nierschade:
- => verwijs met spoed naar de internist-nefroloog
chronische nierschade:
- ≥ 3m verminderde nierfunctie en/of verhoogde albuminurie en/of specifieke sedimentsafwijkingen
- => te bepalen/evalueren: stadium eGFR & albuminurie, risicocategorie, oorzaken, beloop, igv beperkte levensverw en/of uitgebreide co-m voor-en nadelen van strikte beh afwegen
Chronische nierschade
Niet-medicamenteuze behandeling
leefstijladviezen
* gezond lichaamsgewicht
* beweegadvies (Norm Gezond Bewegen)
* rookstop
* beperk zoutinname tot max 6g/dag
Chronische nierschade
Beleid bij (dreigende) dehydratie
Overweeg controle vd patiënt en bepaling eGFR, kalium, natrium.
Overweeg obv klinisch beeld (en evtle laboratoriumuitslagen):
* (tijdelijk) diuretica te staken + dosering van RAS-remmers te halveren
* bij pt met hartfalen: de dosering van diuretica én RAS-remmers (tijdelijk) te halveren
* bij gebruik van NSAID’s: staak deze in ieder geval tijdelijk maar zo mogelijk helemaal.
Chronische nierschade
Medicamenteuze behandeling
CVRM
=> (zeer) hoog risico (oranje/rood):
- leefstijladviezen
- medicamenteuze behandeling bij BD > 130/80 mmHg en/of LDL > 2,5 mmol/l
=> matig verhoogd risico (geel):
- leefstijladviezen
- schatting cardiovasculair risico met chronische nierschade als additionele risicofactor (één risicocategorie omhoog in de CVRM-risicotabel)
//
opm: Behandeling verhoogde BD:
- streefwaarde BD: ≤ 130/80 mmHg
- individualiseer de streefwaarden met name obv leeftijd, aard nierziekte en comorbiditeit
- bij matig/sterk verhoogde albuminurie: voorkeur RAS-remmer, controle kalium en eGFR na 1-2 weken
Chronische nierschade
Controle: evaluatie beloop
- mate van nierschade: eGFR en ACR
- CV risicoprofiel, waaronder BD-meting
- niet-medicamenteuze adviezen (leefstijl, medicatiegebruik, zelfzorgmiddelen)
- bij gebruik RAS-remmer of diureticum: minimaal jaarlijkse controle kalium
Chronische nierschade
wnr verwijzing diëtist ovewegen?
bij therapieresistente hypertensie en/of gebruik van een RAS-remmer
-> voor evaluatie en beperking vd zoutinname
Chronische nierschade
Verwijs naar de internist-nefroloog bij:
- (vermoeden) acute nierschade
- vermoeden onderliggende specifieke nierziekte
- ernstig verhoogde albuminurie: ACR > 30 mg/mmol
- chronische nierschade met sterk verhoogd risico (rode risicocategorie)
- progressie chronische nierschade:
=> daling eGFR 25% tov 1e meting in afgelopen 5j + verslechtering in stadium van nierschade
=> daling eGFR ≥ 5 ml/min/1,73 m2 per jaar [vastgesteld met ≥ 3 metingen in één jaar]