huid en subcutis Flashcards
Acne
Acne vulgaris =
polymorf beeld van:
* comedonen, papels, pustels
* en soms ook noduli en cysten.
Acne
Acne conglobata =
ernstige vorm van acne vulgaris
* waarbij ook dubbel- en reuzencomedonen, infiltraten, abcessen en fistels voorkomen
* genezing gt gepaard met littekenvorming
Acne
mild vs matig vs ernstig
mild:
* comedonen
* en (vrijwel) geen inflammatoire laesies
matig:
* mengbeeld comedonen en inflammatoire laesies in het gelaat
* onvoldoende voor ‘ernstig’;
ernstig:
* veel inflammatoire laesies
* of mengbeeld van comedonen en inflammatoire laesies op de romp
* of acne conglobata
* of acne met littekenvorming/post-inflammatoire hyperpigmentatie.
Acne
Medicamenteuze behandeling milde acne
initiële behandeling
* benzoylperoxide
* of adepaleen
* of tretinoïne
evtle tussenstap:
* wissel tss benzoylperoxide en adapaleen/tretinoïne
vervolgbehandeling:
* benzoylperoxide, adapaleen of tretinoïne PLUS clindamycine of erytromycine lokaal
* alternatief bij uitsluitend comedonen: benzoylperoxide PLUS adapaleen of tretinoïne
Acne
Medicamenteuze behandeling matige-ernstige acne
initiële behandeling
* benzoylperoxide, adapaleen of tretinoïne PLUS clindamycine of erytromycine lokaal
vervolgbehandeling:
* benzoylperoxide, adapaleen of tretinoïne PLUS oraal doxycycline
* bij onvoldoende effect: overweeg oraal isotretinoïne
Acne
Medicamenteuze behandeling ernstige acne
initiële behandeling
* benzoylperoxide, adapaleen of tretinoïne PLUS oraal doxycycline
vervolgbehandeling:
* oraal isotretinoïne (hierbij geen lokale therapie nodig)
* => deze behandeling door HA of dermatoloog
* teratogeen!: bij vrouwen strikte anticonceptie bij gebruik van oraal isotretinoïne
* [opm: in cursus dermato gnk stond ook nog de optie: hormonaal (OAC met anti-androgene werking) + adapalene + benzoylperoxide]
Acne
vanaf wnr effect van medicamenteuze beh?
begint meestal pas na 4 tot 8 weken effect te hebben
Acne
Benzoylperoxide gebruik
gel 5% (50 mg/g of 50 mg/ml)
1 dd ’s avonds
* bij gevoelige huid: om de dag
* wnr in combi met adapaleen/tretinoïne: ’s ochtends benzoylperoxide, ’s avonds adapaleen/tretinoïne
* min. 6w (langdurig gebruiken om remissie te behouden)
Acne
Adapaleen gebruik
gel 0,1% (1 mg/g)
1 dd ’s avonds
* bij gevoelige huid: om de dag
* niet tijdens zwangerschap en lactatie
* min. 6w (langdurig gebruiken om remissie te behouden)
Acne
Tretinoïne gebruik
crème 0,05% (0,5 mg/g)
1dd 0,05% ’s avonds
* bij gevoelige huid: 0,02% (of 0,05% om de dag)
* bij onvoldoende effect: 0,1% ’s avonds
* niet tijdens zwangerschap en lactatie
* min. 6w (langdurig gebruiken om remissie te behouden)
Acne
Clindamycine gebruik
lotion 1% (10 mg/ml)
1 dd ’s morgens
* min. 6w
* max. 3m
Acne
Erytromycine gebruik
oplossing 1% (10 mg/ml)
1 dd ’s morgens
* min. 6w
* max. 3m
opm: BAPCOC: erythromycine als alternatief voor clindamycine -> erythromycine 2%: minder effectief wegens resistentievorming
Acne
Doxycycline gebruik
tablet 100 mg
1 dd 100 mg
* gebruik zonnebrandcrème (> factor 15) bij zonnig weer
* bij gastro-intestinale of fotosensitieve bijwerkingen overweeg 1 dd 40 mg
* niet tijdens zwangerschap en lactatie
* min. 6w
* max. 3m
* daarna onderhoud met adapaleen/tretinoïne of benzoylperoxide
opm: azitrhomycine is ook een optie voor PO behandeling in BAPCOC (500mg 1x/w, min 6w - max 3m)
Acne
hoe vaak controle?
Eerste controle:
* na ongv 6w
Vervolgcontroles:
* bij orale antibiotica elke 6w
* bij oraal isotretinoïne elke 4w
Acne
wanneer verwijzen naar dermatoloog?
- wens tot beh met isotretinoïne (tenzij HA dit zelf doet)
- beh littekens/post-inflammatoire hyperpigmentatie
opm: Bij twijfel over diagnose -> overweeg teledermatologisch consult
Acne
Bij keuze voor lokale retinoïden zijn lokaal tretinoïne en adapaleen gelijkwaardige alternatieven.
klopt
Acne
Behandeling richt zich vooral op het voorkómen van nieuwe laesies en veel minder op het laten verdwijnen van bestaande laesies.
klopt
Acne
Schrijf lokale en orale antibiotica altijd voor in combinatie met benzoylperoxide of een lokaal retinoïde.
klopt
Decubitus
Voorkeursplaatsen?
stuit, hiel, malleolus, tuber ischiadicum, trochanter major
Decubitus
Een weke onderhuidse zwelling of paarsblauwe huidverkleuring wijst op …
onderhuidse necrose.
Decubitus
adviezen preventie
- afwisselen van zit- en lighouding iedere 2u respectievelijk 4u
- 30° zijligging
- goede voedingstoestand
- antidecubitusmatras of -zitkussen
- verschoon frequent bij incontinentie voor feces of urine
- … (zie NHG)
Decubitus
categorie decubitus I: kermerken + wondbehandeling
Niet-wegdrukbare roodheid bij intacte huid
* Geen lokale therapie
* Bij subcutane necrotische massa: ontstaan ulcus afwachten.
Decubitus
TIME
conditie vd wond (weefsel)
aanwezigheid van infectie
wondvochtigheid
wondranden
=> belangrijk voor keuze behandeling (zorg voor een vochtig, maar niet te nat wondmilieu)
Decubitus
categorie decubitus II: kenmerken + wondbehandeling
Excoriatie of blaar.
* Blaar intact laten, tenzij deze hinderlijk is.
* Bij kapotte blaar en excoriaties: niet-verklevend verband zoals foamverband of paraffinegaas
Decubitus
wnr behandeling heroverwegen?
als tekenen van genezing na 2w ontbreken
Decubitus
categorie decubitus III: kenmerken + wondbehandeling
Verlies volledige huidlaag, maar bot, pezen en spieren liggen niet bloot.
* Bij relatief droge wonden: niet-verklevend verband, hydrogel of hydrocolloïd.
* Bij nattende wonden: absorberende materialen zoals alginaten, hydrofiber en schuimverbanden, afhankelijk van regionale afspraken.
Decubitus
categorie decubitus IV: kenmerken + wondbehandeling
Verlies volledige weefsellaag; bot, pees of spier zichtbaar.
* Bij relatief droge wonden: niet-verklevend verband, hydrogel of hydrocolloïd.
* Bij nattende wonden: absorberende materialen zoals alginaten, hydrofiber en schuimverbanden, afhankelijk van regionale afspraken.
= idem behandeling categ III
Decubitus
hoe vaak als HA zelf de wond beoordelen?
tenminste tweewekelijks
* afspraken maken met wijk-vpk of vpk specialist wondzorg
Decubitus
Bij lokale tekenen van infectie: aanpak
intensiveer wondreiniging en debridement
=> Bij onvoldoende resultaat: overweeg verband met cadexomeerjodium
Decubitus
beleid bij onvoldoende effect of systemische tekenen van infectie?
NHG: flucloxacilline 4dd 500mg ged 10d
* bij infectie ih perianale gebied: amoxicilline/clavulaanzuur 3dd 500/125mg ged 7-10d
* bij penicillineallergie: macrolide
* bij uitblijven verbetering: materiaal afnemen voor kweek en resistentiebepaling.
Decubitus
pijnbestrijding?
volgens pijnladder
Decubitus
wat bij pijn tijdens wondverzorging?
30 tot 60 minuten van tevoren lidocaїne/prilocaїnecrème rondom en op de wond met afsluitende folie
Decubitus
vochtige ulcus met permanente pijn: wat kan je overwegen?
ibuprofenschuimverband
Decubitus
Verwijs naar een chirurg bij uitgebreide necrose, verdenking op osteomyelitis of sepsis en indien operatieve sluiting van de decubituswond mogelijk geïndiceerd is.
klopt
(opm: andere redenen vr verwijzing -> zie NHG)
Decubitus
Het beleid bij decubituswonden bestaat uit verwijdering van necrotisch weefsel, reiniging, vroegtijdige onderkenning en behandeling van wondinfectie, en zorg voor een adequate wondvochtigheid.
klopt
Ulcus cruris venosum
mogelijke onderliggende oorzaken
chronisch veneuze insufficiëntie
perifeer arterieel vaatlijden
hartfalen
insufficiëntie vh lymfesysteem
Decubitus
Onderzoek wijst niet uit dat een bepaald type wondbedekker superieur is. Daarom is het advies om met een beperkt aantal wondbedekkers ervaring op te doen en over de keus ervan regionale afspraken te maken met degenen die de behandeling uitvoeren (wijkverpleegkundige, verpleegkundig specialist wondzorg) en met de apothekers.
klopt
Ulcus cruris venosum
argumenten voor veneus ulcus
- Lokalisatie: boven mediale malleolus
- Begrenzing: grillige wondranden
- Meestal onwelriekende geur
- Pitting oedeem
- Enkel-armindex ≥ 0,9
- Nachtelijke pijn, kramp
Overig:
* Varices
* Hyperpigmentatie, atrofie blanche en induratie
* Zwaar, vermoeid gevoel bij stilstaan, dat afneemt bij lopen
* Jeuk
Ulcus cruris venosum
pijnklachten in anamnese
cave arterieel ulcus
Ulcus cruris venosum
argumenten voor arterieel ulcus
- Lokalisatie: laterale zijde scheenbeen, voorvoet/tenen
- Begrenzing: scherpe wondranden
- Meestal zwarte wondbodem
- Meestal geen oedeem
- Enkel-armindex < 0,9
- Vaak meer pijn dan veneuze ulcera, nachtelijke pijn, vermindert door afhangen vh been
Overig:
* Claudicatio intermittens
* Koude, blauw/witte voet
* Zwakke/afwezige perifere pulsaties
opm: andere differentiaaldiagnostische mogelijkheden: neuropatisch, neoplastisch, infectieus, auto-immunologisch en exogeen ulcus.
Ulcus cruris venosum
Aanvullend onderzoek?
Laboratoriumonderzoek:
* bepaal (NT-pro)BNP, Hb, Ht, TSH en glucose bij vermoeden HF
* bepaal glucose bij vermoeden DM
Enkel-armindex:
* als a. dorsalis pedis niet palpabel
Duplexonderzoek:
* alleen bij mobiele pt met varices en interesse in variceschirurgie (na voorlichting over vermindering vd kans op recidiefulcus)
Ulcus cruris venosum
oedeembestrijding dmv
zwachtelen en bewegen
Ulcus cruris venosum
variceschirurgie ?
optie bij mobiele pt’en met een redelijke levensverwachting + aanwezigh varices + afwezigh tekenen arteriële insufficiëntie.
=> Geeft circa 50% recidiefreductie
Ulcus cruris venosum
Niet-medicamenteuze behandeling
Wondbehandeling
- reinigen
- debridement bij necrose
- beschermen ulcusrand
- wondbedekker (zie tabel NHG) afh van TIME (zwart = necrose, geel = debris, rood = granulatie/epithelialisatie // nat, vochtig, droog // …)
- secundair verband: absorberend verband bij natte/vochtige ulcera, gaasverband bij droge ulcera
ambulante compressietherapie (belangrijkste pijler vd R/; vermindert recidiefkans): korte-rekzwachtels = 1e keuze
- verwijs voor duplexonderzoek bij EAI < 0,9
- CI zwachtelen: EAI < 0,6 ; art druk < 70mmHg
- kuitspierpomp activeren , hoogstand been in rust
Ulcus cruris venosum
Verwijs naar dermatoloog of vaatchirurg bij:
- geen genezingstendens na 2m beh
- twijfel over de veneuze origine
- groot of diep ulcus waarvoor chirurgie nodig
- ulcus waarbij de CVI gecompliceerd w door lymfoedeem;
- indicatie voor duplexonderzoek (mobiele pt met varices en belangstelling voor vaatchirurgie, enkel-armindex < 0,9).
Ulcus cruris venosum
langdurig gebruik van therapeutische elastische kousen ter preventie recidiefulcus?
voor- (voorkomen recidief, minder moe gevoel, …) en nadelen (levenslang, stijf gevoel, …) bespreken met pt
Ulcus cruris venosum
Medicamenteuze behandeling
- systemische AB bij uitbreidende infectie (bv. erysipelas of cellulitis)
- adeq pijnstilling
- Pijnlijke wondverzorging/debridement: 1-2g per 10 cm2 lidocaïneprilocaïnecrème onder occlusie (inwerktijd 30-45 min)
Dermatomycosen
Dermatomycose =
zichtbare, vaak schilferende huidafwijking
veroorzaakt door schimmels of gisten
soms gepaard gaand met jeuk
Dermatomycosen
aanvullend onderzoek?
[diagnose kan meestal w gesteld obv het klinische beeld]
kweek of PCR overwegen bij:
- diagnostische twijfel
- geen / onvoldoende effect vd ingestelde beh
- vermoeden diepe dermatomycose
KOH-diagnostiek in HA praktijk = geschikt alternatief
- bij neg uitslag altijd aanvullend kweek of PCR doen (want KOH h hoger risico FN)
Dermatomycosen
diagnose stellen obv
loksalisatie en kenmerken
Dermatomycosen
tinea (corporis, manuum, pedis) en intertrigo: niet-medicamenteuze beh
- Vermijd factoren die maceratie huid bevorderen
- ruimzittende, katoenen kleding.
- Verschoon kleding en handdoeken na gebruik.
- badslippers in gemeenschappelijke ruimtes
Dermatomycosen
onychomycose: niet medicamenteuze beh
[geen medische noodzaak om te behandelen]
- bij mechanische bezwaren: vijlen (evt mbv pedicure)
- bij cosmetische bezwaren: gewone nagellak.
Dermatomycosen
Bij diepe dermatomycosen en bij mogelijke besmetting door huisdier: niet-medicamenteuze beh
dier door dierenarts laten beoordelen
Dermatomycosen
Tinea capitis: lokalisatie
behaarde hoofdhuid
Dermatomycosen
Tinea capitis: kenmerken
Wisselend beeld:
* grijswitte schilfering tot abcederende infiltraten met korsten
* altijd loszittende of afgebroken haren, soms kale plekken
Dermatomycosen
Tinea barbae: lokalisatie
baardstreek
Dermatomycosen
Tinea barbae: kenmerken
- Ronde, rode schilferende plekken,
- losse haarstompjes, kale plekken,
- pustels, soms abcederende infiltraten
Dermatomycosen
Diepe (vaak animale) dermatomycose: lokalisatie
gelaat
hals
extremiteiten
Dermatomycosen
Diepe (vaak animale) dermatomycose: kenmerken
- Soms ulcus, soms jeukende erythemateuze zwelling
- pustels
- haaruitval
- (indirect) contact met dieren
Dermatomycosen
Tinea capitis, tinea barbae, diepe dermatomycose: medicamenteuze behandeling
Terbinafine PO 1dd 250mg ged 1m
Bij eGFR 10-50:
* halveer de dosering
Voor kinderen ≥ 2 jaar:
* gewicht 15-20 kg: 1dd 62,5 mg
* gewicht 20-40 kg: 1dd 125 mg
* gewicht > 40 kg: 1dd 250 mg
Dermatomycosen
Pityriasis versicolor: lokalisatie
Hals, romp, extremiteiten
Dermatomycosen
Pityriasis versicolor: kenmerken
Afwijkende pigmentatie,
grillige vorm,
fijne schilfering,
vaak recidiverend
Dermatomycosen
Pityriasis versicolor: medicamenteuze behandeling
Stap 1
* imidazool of terbinafine lokaal ged 2w
of
* seleniumsulfideshampoo 2,5% 1dd ged 1w
Stap 2
* wissel nr 1 vd andere middelen uit stap 1
Stap 3
(bij onvoldoende effect stap 1 en 2 of recidiverende pityriasis versicolor)
* itraconazol PO 1dd 200mg ged 1w
=> Beh helpt tgn de lichte schilfering + voorkomt °nieuwe plekken
* De pigmentatie herstelt zich pas na 3-4m en/of blootstelling aan zonlicht.
Dermatomycosen
Intertrigo door Candida: lokalisatie
huidplooien
luiergebied
Dermatomycosen
Intertrigo door Candida: kenmerken
Felrood, nattend,
scherp begrensd, randschilfering,
satellietvorming
Dermatomycosen
Intertrigo door Candida: medicamenteuze beh
Imidazool lokaal tot 1w na het verdwijnen vd huidafwijking
(BAPCOC: isoconazol 1% lokaal 1x/d tot 2w na verdwijnen letsels; geen gekend vss in effectiviteit tss lokale azolderivaten, wel vss in prijs en posologie)
Dermatomycosen
Tinea corporis: lokalisatie
Gelaat,
hals,
romp,
extremiteiten
Dermatomycosen
Tinea corporis: kenmerken
Centrifugaal uitbreidend, scherp begrensde roodheid
met schilfering en randactiviteit,
meestal centrale genezing
Dermatomycosen
Tinea manuum: lokalisatie
hand en vingers
(excl nagels)
Dermatomycosen
Tinea manuum: kenmerken
Roodheid, schilfering, jeuk, soms vesikels,
meestal asymmetrisch
Dermatomycosen
Tinea pedis: lokalisatie
voeten en tenen
(excl nagels)
Dermatomycosen
Tinea pedis: kenmerken
roodheid, schilfering,
soms blaasjes of pustels op voetzool of voetrand
maceratie, kloofjes interdigitaal
Dermatomycosen
tinea corporis, tinea manuum, tinea pedis: medicamenteuze behandeling
Terbinafine lokaal ged 1-2w
* = Allylamine
Alternatief: Imidazool lokaal
* Imidazoolderivaat (vb miconazole -> CI: VKA)
* (BAPCOC: isoconazol)
* tot 1 week na het verdwijnen vd huidafwijking (meestal na 2-6 weken)
BAPCOC: bij therapiefalen kan PO beh overwogen worden (cursus demato gnk: of indien tinea corporis zeer uitgebreid is): terbinafine PO 250mg 1dd ged 2w
Dermatomycosen
Tinea pedis met mocassinpatroon: lokalisatie
voetzool en voetrand
Dermatomycosen
Tinea pedis met mocassinpatroon: kenmerken
Verdikte hoornlaag,
kloofjes,
fijne schilfering,
kenmerkend patroon voetzool en hiel
Dermatomycosen
Tinea pedis met mocassinpatroon: medicamenteuze behandeling
Terbinafine PO 1dd 250mg ged 2w
(bij eGFR 10-50: halveer de dosering)
(PO wegens dikkere huid)
Dermatomycosen
Onychomycose: lokalisatie
nagels
Dermatomycosen
Onychomycose: kenmerken
Witgele verkleuring,
meestal van distaal-lateraal naar proximaal uitbreidend,
subunguale hyperkeratose
Dermatomycosen
Onychomycose: medicamenteuze behandeling
opm: doorgaans niet-medicamenteuze behandeling
BIJ KEUZE MEDICAM BEH (vrijwel nooit noodz om medische redenen):
=> Eerste keus: orale therapie
[na zorgvuldige afweging van voor- en nadelen (50-75% kans op genezing)]
* Vingernagels: itraconazol PO 1dd 200mg (of pulstherapie) ged 6w
* Teennagels: terbinafine PO 1dd 250mg ged 3m (bij eGFR 10-50: halveer de dosering)
=> Alternatief
* Miconazol nagellak 20 mg/ml 1-2dd -> tot er een geheel gezonde nagel is uitgegroeid (17% kans op genezing).
* = veel minder effectief, maar h nauwelijks bijwerkingen en CI
Dermatomycosen
Controles
- Bij tinea (corporis, manuum, pedis), intertrigo en pityriasis versicolor: alleen als niet genezen na de max behandeltermijn
- Bij tinea pedis met moccasinpatroon: na 2w PO beh
- Bij PO beh van onychomycosen: na 3m (vingernagels: 6 weken)
- Bij diepe dermatomycosen: wekelijks
Dermatomycosen
Verwijs altijd naar een dermatoloog bij (vermoeden van) tinea capitis bij kinderen < 2 jaar of < 15 kg.
klopt
Dermatomycosen
Terbinafine heeft bij de lokale behandeling van tinea manuum, tinea pedis en tinea corporis de voorkeur boven een imidazoolderivaat in verband met de
* lage smeerfrequentie,
* kortere behandelduur en
* waarschijnlijk een sneller herstel.
klopt
Dermatomycosen
Vrijwel alle beschikbare lokale antimycotica zijn effectief tegen schimmels en gisten.
klopt
Dermatomycosen
Bij Candida-infecties hebben imidazolen de voorkeur.
klopt
Dermatomycosen
doseringen lokale antimycotica en CI en interacties PO antimycotica: zie NHG! (tabellen)
ok
Lichen sclerosus
Lichen sclerosus =
= chronische inflammatoire huidaandoening met als hoofdklacht jeuk
huidaandoening gekenmerkt door atrofie (‘sigarettenpapier’) en/of hyperkeratose,
macroscopisch herkenbaar als scherp begrensde, porseleinwitte glanzende plekken,
op den duur aanleiding gevend tot anatomische veranderingen, zoals verdwijnen van de labia minora en vernauwing van de introïtus vaginae.
Lichen sclerosus
Balanitis xerotica =
lichen sclerosus van de glans en het preputium (voorhuid) van de penis
Lichen sclerosus
Alarmsymptomen passend bij plaveiselcelcarcinoom:
- niet-genezende defecten (ulcera of erosies);
- zwellingen (verruceuze laesies, nodi);
- persisterende pijn;
- unilaterale afwijkingen;
- vergrote liesklieren
Lichen sclerosus
Plaveiselcelcarcinoom =
maligne tumor vd epidermis,
met de potentie tot ingroei in onderliggende weefsels en metastasering;
een plaveiselcelcarcinoom kan ontstaan uit lichen sclerosus.
Lichen sclerosus
Aanvullend onderzoek?
Bij twijfel aan de diagnose anogenitale lichen sclerosus is een stansbiopt geïndiceerd.
Neem geen biopt bij:
* kinderen
* mannen
* vermoeden van maligniteit
Lichen sclerosus
DD
- dermatomycose: jeukende erythematosquameuze laesies;
- postmenopauzale atrofie: dun, atrofisch vaginaslijmvlies bij oudere, maar overigens normale, huid;
- eczeem: verschillende efflorescenties naast elkaar;
- (genitale) lichen planus: hierbij soms betrokkenheid vh vaginaslijmvlies (scherp begrensde, erythemateuze en gemakkelijk bloedende laesies vh vaginaslijmvlies, pijn op voorgrond), vaak extragenitale laesies van mondslijmvlies, huid, behaarde hoofd en nagels;
- vitiligo: depigmentatie, scherpe begrenzing, geen schilfering, voorkeurslokalisatie gezicht en handrug, weinig tot geen jeuk;
- maligniteit: niet-genezende defecten, zwellingen, persisterende pijn, unilaterale afwijkingen, vergrote liesklieren.