ogen Flashcards

1
Q

Visusklachten

Achterste glasvochtmembraanloslating

A
  • langzaam of ineens loskomend vd retina
  • vaak met hinderlijke mouches volantes en lichtflitsen
  • meestal normale visus
  • kan leiden tot netvliesloslating.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Visusklachten

Amaurosis fugax

A

monoculaire voorbijgaande visusdaling met volledig herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Visusklachten

Amblyopie (lui oog)

A
  • niet met bril te verbeteren visusvermindering
  • in aanwezigheid van normaal visueel systeem
  • meestal éénzijdig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Visusklachten

Cataract

A
  • geleidelijke visusvermindering, waziger of grauwer zien
  • vaak ook schittering en verblinding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Visusklachten

Diplopie (dubbelzien)

A

twee beelden zien; meestal binoculair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Visusklachten

Glaucoom

A
  • langzaam progressieve uitval perifere gezichtsveld (blinde vlekken)
  • centrale zien blijft lang intact
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Visusklachten

Hypermetropie (verziendheid)

A

wazig zien op korte afstand,
scherp in de verte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Visusklachten

Maculadegeneratie

A

degeneratie van centrale gedeelte netvlies -> waardoor een donkere vlek midden ih gezichtsveld, wazig zien of beeldvervorming (metamorfopsie) kan ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Visusklachten

Migraine met aura (met visuele symptomen)

A

Maximaal 1u in beide ogen een veelkleurige vlek (scotoom) in 1 gezichtsveldhelft -> die klein begint, geleidelijk uitbreidt en naar periferie wegtrekt.

Vaak is er nadien halfzijdige hoofdpijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Visusklachten

Mouches volantes (floaters)

A

waarneming van (hinderlijke) minuscule draadjes, pluisjes of vlokjes -> die langzaam uit het gezichtsveld drijven en het gezichtsvermogen meestal niet beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Visusklachten

Myopie (bijziendheid)

A

onscherp zien in de verte,
scherp op korte afstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Visusklachten

Presbyopie of ouderdomsverziendheid

A

leeftijdsgebonden verminderde visus voor dichtbij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Visusklachten

Scotoom

A

gedeeltelijke uitval van het gezichtsveld; patiënt kan vorm of vlek waarnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Visusklachten

Strabisme (scheelzien)

A

onvermogen beide gezichtsassen blijvend op één punt te fixeren

  • ontstaat meestal op kinderleeftijd.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Visusklachten

onderzoek

A

Visusbepaling (mét bril/lenzen indien van toepassing)

  • Pt ≥ 8 jaar met verminderde visus: herhaal visusbepaling met stenopeïsche opening => Geen visusverbetering pleit voor andere oorzaak dan refractieafwijking, zoals maculadegeneratie.

Bij acute klachten (ook bij normale visus) en bij klachten over lichtflitsen, mouches volantes of scotomen: gezichtsveldonderzoek met confrontatiemethode van Donders.

//

Bij roodheid, pijnlijkheid, jeuk, branderigheid, tranen, vermoeidheid van het oog of hoofdpijn: zie NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Visusklachten

Visusdaling, acuut of in enkele dagen tijd ontstaan => spoedverwijzing naar? + DD?

A

oogarts

DD:
* arteriële of veneuze occlusie
* ablatio retinae
* ontsteking nervus opticus
* glasvochtbloeding
* natte maculadegeneratie (vaak met metamorfopsie)
* arteriitis temporalis (> 50 jaar)
* acuut glaucoom (tevens hoofdpijn, misselijkheid, braken, rood en pijnlijk oog)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Visusklachten

Passagere (tijdelijke?) visusdaling één oog => spoedverwijzing naar? + DD?

A

neuroloog

DD: amaurosis fugax (cfr beroerte: uitvalsverschijnsel dat past bij verstoring bloedvoorziening in stroomgebied a. carotis interna)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Visusklachten

Uitval deel gezichtsveld één oog => spoedverwijzing naar? + DD?

A

oogarts

DD:
* ablatio retinae
* arteriële of veneuze takocclusie
* glaucoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Visusklachten

Uitval deel gezichtsveld beide ogen => spoedverwijzing naar? + DD?

A

neuroloog (tenzij te duiden als migraine aura)

DD:
* beroerte
* migraine aura (met visuele symptomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Visusklachten

Lichtflitsen persisterend of gepaard gaand met gezichtsvelduitval => spoedverwijzing naar? + DD?

A

oogarts

DD:
* achterste glasvochtmembraanloslating
* retinascheur (predispositie bij hoge myopie, status na lensextractie of een positieve familie-anamnese)

opm: Spoedverwijzing niet noodzakelijk bij voorbijgaande lichtflitsen zonder gezichtsvelduitval. -> Laat de patiënt dan wel op korte termijn eenmalig door de oogarts beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Visusklachten

Diplopie, in korte tijd ontstaan => spoedverwijzing naar? + DD?

A

oogarts
* indien ook neurologische verschijnselen: neuroloog

DD:
* vasculaire afwijkingen zoals: ischemie, aneurysma of trombose vd sinus cavernosus
* zenuwcompressie (schedeltrauma), orbitafractuur, tumor of metastasen, verhoogde intracraniële druk
* myogene oorzaken door myasthenia gravis of M. Graves
* multipele sclerose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Visusklachten

Pt ≤ 7 jaar en visus < 1,0 aan een of beide ogen => waarschijnlijkheidsdiagnose?

A

risico op (goed te behandelen) amblyopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Visusklachten

Pt 8 tot 65 jaar en visus < 1,0 => waarschijnlijkheidsdiagnose?

A

meestal refractieafwijking

  • denk aan diabetes mellitus bij wisselende refractie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Visusklachten

Pt 40 tot 65 jaar en verminderde visus dichtbij => waarschijnlijkheidsdiagnose?

A

presbyopie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Visusklachten

Pt ≥ 65 jaar en visus < 1,0 => waarschijnlijkheidsdiagnose?

A

meestal cataract, maculadegeneratie of glaucoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Visusklachten

Mouches volantes: ontstaan en verloop

A

ontstaan door glasvochttroebelingen en zijn onschuldig

Na verloop van tijd minder hinder

Instrueer pt om direct contact op te nemen bij: plotselinge toename mouches, lichtflitsen, visusdaling, gezichtsveldverlies en niet met beeld meebewegende vlekjes
* DD achtersteglasvochtmembraanloslating -> kan leiden tot perifere retinascheur en soms tot een ablatio retinae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Visusklachten

wie verwijzen?

A
  • bij alarmsymptomen met spoed naar oogarts of neuroloog (cfr supra)
  • ≤ 7 jaar met een visus < 1,0 aan een of beide ogen naar orthoptist
  • 8 tot 65 jaar en visus < 1,0 zonder alarmsymptomen en zonder familiaire belasting (glaucoom, maculadegeneratie): naar opticien/winkelketen; bij familiaire belasting naar oogarts
  • 8 tot 65 jaar met vermoeden refractieafwijking die onvoldoende verbetert met bril naar optometrist
  • ≥ 65-jaar en visus < 1,0 naar optometrist; bij aanwijzingen voor cataract, maculadegeneratie of glaucoom naar oogarts
  • met persisterende klachten na staken van medicatie die visus kan beïnvloeden naar optometrist (< 65 jaar) of oogarts (≥ 65 jaar)
  • met een donker vlekje/draadje in het gezichtsveld op een vast punt ten opzichte van een fixatiepunt naar oogarts
  • bij twijfel over scotomen zonder hoofdpijn, of scotomen > 1 uur naar oogarts
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Visusklachten

alarmsymptomen

A

acute visusdaling

plotselinge uitval van een deel van het gezichtsveld

lichtflitsen

acuut dubbelzien

=> direct contact opnemen met oogarts

29
Q

Visusklachten

Voor een correcte visusmeting zijn de juiste afstand tot en belichting van de visuskaart van groot belang.

A

klopt

30
Q

Visusklachten

Behandeling van amblyopie geeft de beste resultaten als deze op jonge leeftijd (uiterlijk tem 7 jaar) begint.

Na succesvolle behandeling vindt bij ongeveer een kwart vd kinderen terugval plaats.

A

klopt

31
Q

Rood oog en oogtrauma

alarmsymptomen

A

pijn
visusverandering
lichtschuwheid
misselijkheid of braken

=> Wees dan alert op visusbedreigende aandoeningen

32
Q

Rood oog en oogtrauma

navragen bij trauma

A

corpus alienum

fysiek geweld

etsing
frezen
slijpen/slaan van metaal

uv-straling

33
Q

Rood oog en oogtrauma

instructies bij etsing

A

Instrueer pt
* om het oog direct zelf 10 minuten te spoelen
* en daarna direct te komen

34
Q

Rood oog en oogtrauma

navragen indien geen trauma

A
  • duur, beloop en soort klachten (afscheiding, dichtgeplakte ogen, VW gevoel, branderigheid, jeuk, klachten ~ allergie
  • recent contact persoon rood oog of BLWI
  • blootstelling stof en wind, excessief wrijven
  • soa risico (vermoeden soa, of bij zeer snel ontwikkelende hevige klachten)
  • VG: laserbeh of oogoperatie, rood oog, GM, cosmetica, contactlenzen
35
Q

Rood oog en oogtrauma

Wat doen bij twijfel over type roodheid?

A

beoordeel verschuifbaarheid roodheid met nat wattenstokje na toediening druppel oxybuprocaïne:
* verschuifbare roodheid gaat uit van conjunctiva
* niet-verschuifbare roodheid van (epi)sclera

36
Q

Rood oog en oogtrauma

Stel vast of na anamnese en lichamelijk onderzoek al een spoedverwijsindicatie bestaat bij:

A
  • corneaperforatie of na slaan van metaal op metaal bij rood oog of andere oogafwijking of -klacht
  • ernstige contusie of ernstige etsing
  • acuut glaucoom
  • rood oog door een sinusitis
  • conjunctivitis bij pasgeborenen < 10 dagen (vermoeden soa)
  • gordelroos in het gelaat en alarmsymptomen
37
Q

Rood oog en oogtrauma

vervolgonderzoek na anamnese en inspectie: indicatie?

A

vervolgonderzoek bij
* alarmsymptomen
* oogtrauma
* ciliaire of sclerale roodheid
* afwijking van cornea
* afwijking van pupillen/pupilreacties
* vesikels op de oogleden

38
Q

Rood oog en oogtrauma

vervolgonderzoek omvat:

A
  • visusbepaling
  • beoordeling cornea-epitheel en -stroma: met zijdelings en opvallend licht en na fluoresceïnekleuring
  • beoordeling voorste oogkamer op aanwezigheid pus, bloed of lensluxatie

opm: Verdoof het oog bij veel pijn met een druppel oxybuprocaïne.

Bij droge ogen en vermoeden keratoconjunctivitis sicca: verricht ook fluoresceïnekleuring.

39
Q

Rood oog en oogtrauma

Aanvullend onderzoek bij vermoeden soa (leeftijd > 10 dagen):

A
  • sluit keratitis uit dr fluoresceïnekleuring
  • NAAT/PCR (chlamydia en gonorroe)
  • én kweek en resistentiebepaling (gonorroe)
40
Q

Rood oog en oogtrauma

Niet-traumatisch rood oog zonder alarmsymptomen: DD

A

Conjunctivitis
* Infectieuze conjunctivitis
* Allergische conjunctivitis:
* Door contactallergie
* Door mechanische irritatie

Subconjunctivale bloeding

Episcleritis

41
Q

Rood oog en oogtrauma

Infectieuze conjunctivitis: kenmerken

A

banale verwekker:
* conjunctivale roodheid
* tranen, irritatie
* (muco)purulente afscheiding, (vooral ‘s morgens) aan elkaar geplakte oogleden
* soms jeuk en periorbitaal oedeem
* meestal door virus, doorgaans binnen 1-2w vanzelf over, bij bact oorz verdwijnen de klachten ook vrijwel altijd zonder beh

herpes-simplexvirus (HSV), vaak blefaroconjunctivitis:
* vesiculaire huidlaesies, opgezette oogleden
* tranen en irritatie

vermoeden soa (chlamydia of gonokokken):
* obv anamnese bij seksueel actieve patiënten
* of bij acuut ontstaan zeer heftig pussend, rood oog (gonokok)

varicella-zostervirus (VZV):
* conjunctivitis bij gordelroos in gelaat

42
Q

Rood oog en oogtrauma

Infectieuze conjunctivitis: beleid

A

banale verwekker:
* Afwachtend beleid.
* Hygiënische maat-regelen.
* Indifferent middel
* Bij risicogroep (recente oogoperatie /chronisch infectieuze oogziekte / immuun-gecompromitteerde pt): chlooramfenicol-oogdruppels (0,5%, 6dd 1-2 druppels) of -zalf (1%, 2-4dd), tot 2 dagen na herstel (max. 14 dagen)
* lokaal AB niet geïndiceerd bij gezonde pt (opm: AB bespoedigt nauwelijks genezing, voorkomt complicaties niet, geeft vaak irritatie, …)
* controle: wekelijks, of bij toename klachten, geen betersch na 72u indien AB
* klachten > 2w nt beter: afh anamnese -> afwachten - lokaal chlooramfenicol - testen op soa - overleg oogarts
* verwijs indien: duur > 3w zonder AB, niet genezen na 1w met AB, alarmS/

HSV-conjunctivitis:
* Bespreek recidiverend karakter.
* Aciclovir-oogzalf 3% 5dd tot 3 dagen na herstel (max. 2 weken want toxisch vr cornea-epitheel)
* Controle elke 3d met fluoresceïne.

Soa-conjunctivitis:
* Hygiënische maat-regelen.
* Systemisch antibiotica: bij vermoeden gonorroe directe start na afname kweken, anders op geleide uitslag
* controle na kuur
* direct verwijzen bij cornea-aantasting of bij pasgeborene

VZV-conjunctivitis:
* Start direct een oraal anti-viraal middel
* verwijs binnen een week, dezelfde dag bij alarmsympt

43
Q

Rood oog en oogtrauma

Allergische conjunctivitis: kenmerken

A

jeuk, branderig, tranen,
conjunctivale roodheid,
zwelling en ooglidoedeem

44
Q

Rood oog en oogtrauma

Allergische conjunctivitis, IgE gemedieerd: behandeling

A
  • Zo nodig koud kompres.
  • Lokaal antihistaminicum: azelastine 0,05% (2-4 dd 1 dr.), ketotifen 0,025% of olopatadine 0,1% (2 dd 1 dr.).
  • Zo nodig ook oraal antihistaminicum.
  • Bij heftige klachten max. 3d prednisolon 0,5% 3-4 dd 1 druppel. => Corneacontrole (fluoresceïne) voor en na prednisolon.
  • Bij heftige jeuk ooglid: max. 3d HCA-crème 1%, 2 dd. (HCA: hydrocortisonacetaat)
  • verwijs bij therapieresistente klachten
45
Q

Rood oog en oogtrauma

Conjunctivitis door contactallergie: kenmerken

A
  • periorbitaal eczeem en jeuk
  • conjunctivale roodheid
  • bij gebruik van cosmetica, genees- of conserveringsmiddelen in oogdruppels en lensreinigings-/bewaarvloeistoffen
46
Q

Rood oog en oogtrauma

Conjunctivitis door contactallergie: behandeling

A
  • Staak gebruik cosmetica, oogdruppels en contactlensvloeistof.
  • Bij heftige klachten max. 3d prednisolon 0,5% 3-4dd 1 druppel. => Corneacontrole (fluoresceïne) voor en na prednisolon.
  • Bij heftige jeuk ooglid: max. 3d HCA-crème 1%, 2 dd. (HCA: hydrocortisonacetaat)
  • vermoeden contactlensvloeistof-allergie: verwijs nr oogarts; andere allergie: dermatoloog.
47
Q

Rood oog en oogtrauma

Conjunctivitis door mechanische irritatie: kenmerken + behandeling

A

aanwijsbare mechanische oorzaak (zoals stof, wind of wrijven)

R/ vermijd mechanische prikkels, zo nodig indifferent middel
* evt controle lenzen (contactlensspecialist)

48
Q

Rood oog en oogtrauma

Subconjunctivale bloeding: kenmerken + behandeling

A

acuut ontstane, pijnloze, lakrode, scherp begrensde sclerale roodheid

R/ verdwijnt spontaan binnen 2-3w (recidief kan), zo nodig indifferent middel
* zo nodig controle instelling orale antistollings-medicatie

49
Q

Rood oog en oogtrauma

Episcleritis: kenmerken + behandeling

A

acuut ontstane vaak segmentale, sclerale roodheid

soms lichte irritatie

R/ geneest spontaan, evt koud kompres, zo nodig indifferent middel
* verwijs bij pijn/duur > 3w

50
Q

Rood oog en oogtrauma

Niet-traumatisch rood oog met alarmsymptomen: DD

A
  • Acuut glaucoom
  • Keratitis (of cornea-ulcus)
  • Scleritis
  • Uveitis anterior (iridocyclitis)
51
Q

Rood oog en oogtrauma

Acuut glaucoom: kenmerken

A
  • hevige hoofdpijn
  • misselijkheid, braken
  • visusdaling
  • zien van halo’s rond lichtbronnen
  • rood oog (conjunctivaal of scleraal)
  • corneatroebeling
  • middelwijde, lichtstijve pupil

opm: bij ouderen vaker atypische presentatie (misselijkheid/braken na cataractoperatie)

52
Q

Rood oog en oogtrauma

Acuut glaucoom: behandeling

A

verwijs direct met spoed

53
Q

Rood oog en oogtrauma

Keratitis (of cornea-ulcus): kenmerken

A
  • pijn
  • fotofobie
  • visusklachten
  • conjunctivale roodheid
  • aankleuring met fluoresceïne
  • corneastroma kan troebel of wittig verkleurd zijn

Maak onderscheid tussen:
* keratitis dendritica (HSV): dendriet na fluoresceïnekleuring, geen stromale aantasting
* keratitis door varicella-zostervirus (VZV): keratitis bij gordelroos in gelaat
* andere keratitiden: randinfiltraatje bij contactlensdragers of bij stromale aantasting

54
Q

Rood oog en oogtrauma

Keratitis (of cornea-ulcus): behandeling

A

Keratitis dendritica (HSV)
* Aciclovir-oogzalf 3% 5dd tot 1 week na herstel; niet langer dan 2 weken geven.
* Controle na 1 dag, daarna elke 2 dagen.
* De huisarts kan een typische dendritische HSV-keratitis dus zelf behandelen.
* Verwijs bij: recidief, stroma-aantasting, contactlensdrager, visusprobleem, uitbreiding klachten tijdens aciclovir-oogzalf.

VZV-keratitis
* Start direct een oraal antiviraal middel
* Verwijs/overleg dezelfde dag bij alarmsymptomen. Verwijs anders binnen een week.

Andere keratitiden
* Verwijs dezelfde dag.

55
Q

Rood oog en oogtrauma

Scleritis: kenmerken + behandeling

A
  • pijn
  • sclerale roodheid (lokaal of totaal)
  • vaak chemose
  • soms grijsblauwe scleratint

R/ verwijs dezelfde dag

56
Q

Rood oog en oogtrauma

Uveitis anterior (iridocyclitis): kenmerken + behandling

A
  • pijn
  • ciliaire roodheid
  • eventueel met nauwe pupil, hypopyon, gestoorde of pijnlijke directe en indirecte pupilreactie op licht

R/ verwijs dezelfde dag

57
Q

Rood oog en oogtrauma

Droge ogen: kenmerken

A
  • branderig, vermoeid, stekend gevoel
  • soms conjunctivale roodheid, fotofobie, dichtgeplakte oogleden, visusafname
  • gunstig effect indifferente middelen/kunsttranen
58
Q

Rood oog en oogtrauma

Keratoconjunctivitis sicca: kenmerken

A
  • droge en vaak rode ogen met droge plekken
  • slijm of epitheeldraden op cornea
  • aankleuring cornea bij onderzoek met fluoresceïne
59
Q

Rood oog en oogtrauma

beleid van droge ogen/ keratoconjunctivitis sicca

A
  • Indifferent middel
  • Overweeg ‘s nachts oogzalf (altijd bij keratoconjunctivitis sicca)

verwijzen bij:
* corneadefecten
* fors entropion/ectropion/ trichiase
* therapieresistente klachten
* vermoeden systeemziekte -> internist

60
Q

Rood oog en oogtrauma

Blefaritis (of blefaroconjunctivitis): kenmerken

A

ontstoken, gezwollen, schilferende, rode ooglidranden met rode fornix
* opm: Stafylokokkenblefaritis -> heftige blefaritis anterior met uitval wimperharen

61
Q

Rood oog en oogtrauma

beleid van blefaritis/ blefaroconjunctivitis/ stafylokokkenblefaritis

A

Ooglidhygiëne (start 2-4 dd): 3 stappen
- verwarm oogleden (2 x 2 min.)
- masseer ooglidrand: verticale richting, vingertop/wattenstok
- poets ooglidrand: horizontale richting, vochtige wattenstok

Bij geen verbetering > 4w:

  • ooglidhygiëne
  • bij stafylokokkenblefaritis: fusidinezuurgel 1% 2-6dd 1 druppel, masseren in ooglidrand.
  • Bij droge ogen tevens indifferent middel

Verwijs bij

  • therapie-resistente klachten
  • fors entropion/ectropion/trichiase
  • corneabeschadiging.
62
Q

Rood oog en oogtrauma

Cornea- of diepere oogperforatie: kenmerken + behandeling oogperforatie

A
  • Traumatische oogaandoening
  • oogklachten of -afwijkingen na slaan van metaal (ook als corpus alienum niet zichtbaar is)
  • of zichtbare sclera/cornea/irislaesies
  • of corpus alienum in het oog

R/ verwijs direct met spoed

63
Q

Rood oog en oogtrauma

Oogcontusie: kenmerken + behandeling

A
  • Traumatische oogaandoening

Ernstig:

  • visusdaling, dubbelzien, lichtflitsen,
  • pupilveranderingen, verstoorde pupilreacties,
  • hyphaema, troebelingen,
  • afwijkende oogstand, gestoorde oogbewegingen
  • of ooglidruptuur

=> R/ verwijs direct met spoed

Niet-ernstig:

  • zonder symptomen van een ernstige contusie

=> R/ zo nodig koud compres, controle na 1d bij klachten, verwijs bij alarmS/

64
Q

Rood oog en oogtrauma

Etsing: kenmerken + behandeling

A
  • Traumatische oogaandoening

Ernstig:

  • door zuur, kalk, loog, chloor
  • of door andere chemische middelen als corneatroebeling of -beschadiging, pericorneale roodheid of chemose met blaarvorming

=> R/ Direct (thuis) spoelen met kraanwater, minimaal 10 minuten + verwijs direct met spoed

Niet-ernstig:

  • niet door zuur, kalk, loog of chloor
  • zonder de symptomen van ernstige etsing

=> R/ Direct (thuis) spoelen met kraanwater, minimaal 10 minuten.
Controleer cornea met fluoresceïne.
Indifferent middel bij irritatie.
Controle na 1d, eerder bij alarmS/.
Verwijs bij cornea aantasting en bij geen verbetering na 1d

65
Q

Rood oog en oogtrauma

Cornea-erosie: kenmerken + behandeling

A
  • Traumatische oogaandoening
  • pijn
  • fotofobie
  • tranenvloed
  • blefarospasme
  • soms corpus-alienumgevoel en visusklachten
  • bij onderzoek met fluoresceïne kleurt erosie aan

R/ niet wrijven, eenmalig chlooramfenicol- oogzalf 1% (bij contactlenzen: ofloxacine-oogzalf 0,3%), indifferent middel bij irritatie
* controle/verwijs bij toename pijn/klachten, alarmS/, klachten na 2d / onvolled herstel na 3d

66
Q

Rood oog en oogtrauma

Corpus alienum (eventueel met roestring): kenmerken + behandeling

A
  • Traumatische oogaandoening
  • pijn
  • fotofobie
  • corpus alienum zichtbaar op de cornea
  • bij onderzoek met fluoresceïne corneadefect zichtbaar

R/ Verwijder roestring in 1 keer (na druppel oxybuprocaïne).
Eenmalig chlooramfenicol-oogzalf 1% (bij contactlenzen ofloxacine-oogzalf 3%).
Indifferent middel bij irritatie.
Verwijs bij: mislukte verwijdering / grote centraal gelegen roestring / na verwijdering alarmsympt - infectie - verergering klachten

67
Q

Rood oog en oogtrauma

Keratoconjunctivitis photoelectrica: kenmerken + behandeling

A
  • Traumatische oogaandoening
  • pijn of branderig gevoel
  • fotofobie
  • ontstaan binnen een dag na onbeschermd lassen, gebruik zonnebank of uv-straling door zon

R/ niet wrijven, eenmalig oxybuprocaïne druppel, zo nodig pijnstilling PO, controle na 2d als klachten niet weg z

68
Q

Rood oog en oogtrauma

beleid ikv contactlenzen

A

Contactlenzen uit bij klachten/tijdens behandeling.

Daarna:
* reinig harde lens extra
* vervang zachte lens