endocriene klieren / voeding / metabolisme Flashcards
Schildklieraandoeningen
Oorzaken van hypothyreoïdie
- ziekte van Hashimoto: auto-immuunaandoening, levenslang;
- thyroïditis: oa stille thyreoïditis: tijdelijke hypothyreoïdie (2e fase / lekfase) of hyperthyreoïdie (1 tot 4 maanden), spontaan herstel
- iatrogeen: na radiotherapie/chirurgie, door medicamenten (lithium/amiodaron)
Schildklieraandoeningen
Klachten vaak aspecifiek, vooral bij ouderen.
klopt
Schildklieraandoeningen
Denk aan hyperthyreoïdie bij
diarree, gewichtsverlies bij goede eetlust, menstruatiestoornissen, hartkloppingen, nervositeit en oftalmopathie
Schildklieraandoeningen
Oorzaken van hyperthyreoïdie
- ziekte van Graves: auto-immuunaandoening, diffuus struma, TSH-R-antistoffen
- multinodulair struma: schildklierhormoonproducerende haarden, weinig neiging tot remissie;
- thyroïditis: oa subacute thyreoïditis: virale infectie, spontaan herstel, soms hypothyreotische fase
- toxisch adenoom: solitaire schildklierhormoonproducerende nodus;
- iatrogeen: door medicamenten (lithium/amiodaron), jodiumhoudende contrastmiddelen.
Schildklieraandoeningen
Denk aan hypothyreoïdie bij
gewichtstoename, kouwelijkheid, traagheid, obstipatie, menstruatiestoornissen, myxoedeem en bradycardie
Schildklieraandoeningen
referentiewaarde TSH
0,4 - 4 mU/l
Schildklieraandoeningen
aanvullend onderzoek
TSH -> indien afwijkend ook vrije T4
- bij hyperT: ook TSH-R As, dan wel BSE en leukocyten
- bij vermoeden hyperT door multinodulair struma: echo (behalve bij palpabele dominante nodus)
opm: Voor het stellen vd diagnose ‘hypothyreoïdie’ volstaat bepaling vd concentraties TSH en vrije T4.
- Anti-TPO h onvoldoende onderscheidend vermogen om te differentiëren tss de onderliggende oorzaken
Schildklieraandoeningen
Indicaties voor TSH-bepaling
- klachten die wijzen op schildklierfunctiestoornis
- onbegrepen gewichtsverlies of -toename
- hartfalen
- atriumfibrilleren
- dementie
- vermoeden familiaire hypercholesterolemie
- schildklierzwelling
Schildklieraandoeningen
referentiewaarde vrije T4
9,0-24,0 pmol/l
Schildklieraandoeningen
TSH verhoogd + vrije T4 verlaagd -> evaluatie
hypothyroïdie
=> recent bevallen < 1j?
* ja: postpartumthyroïditis
* nee: SK-HK, bestraling hals, GM? -> ja = iatrogene hypothyreoïdie // nee = thyreoïditis van Hashimoto of stille lymfocytaire thyreoïditis
Schildklieraandoeningen
TSH verhoogd + vrije T4 normaal -> evaluatie
subklinische hypothyreoïdie
Schildklieraandoeningen
TSH normaal -> evaluatie
euthyreoïdie
Schildklieraandoeningen
TSH verhoogd + vrije T4 verhoogd -> evaluatie
TSH producerend adenoom vd hypofyse of perifere resistentie SKH (zz)
Schildklieraandoeningen
TSH verlaagd + vrije T4 verhoogd -> evaluatie
hyperthyreoïdie
=> pijnlijke SK, koorts, koude rillingen en malaise
—> verhoogde BSE, leucocytose?
* ja: subacute thyreoïditis
* nee: (°)
=> geen pijnlijke SK, koorts, koude rillingen en malaise
—> TSH-R (°)
* pos: ziekte van Graves
* neg: iatrogene hyperthyreoïdie als amiodaron of lithium // postpartumthyreoïditis als recent bevallen < 1j // multinodulair struma als struma zonder dominante nodus // multinodulair struma met dominante nodus als struma met dominante nodus // toxisch adenoom als geen struma maar wel solitaire nodus // stille lymfocytaire thyreoïditis als ‘nee’ op voorgaande vragen
Schildklieraandoeningen
TSH verlaagd + vrije T4 verlaagd -> evaluatie
secundaire of tertiaire hypothyreoïdie (zz)
Schildklieraandoeningen
TSH verlaagd + vrije T4 normaal -> evaluatie
subklinische hyperthyreoïdie
Schildklieraandoeningen
Doel medicamenteuze beh hypoT
klachtenvrij + TSH en vrije T4 nl
opm: sommige patiënten blijven restklachten houden, ook als zij goed z ingesteld.
opm: Bij goed ingestelde patiënten bevindt het TSH zich veelal in het laag-normale gebied, vrije T4 is dan meestal hoog-normaal
Schildklieraandoeningen
hypoT R/
levothyroxine
=> pt < 60j zonder cardiale co-m:
* start levothyroxine 1,6µg/kg (max startdosis = 150µg)
* Co elke 6w, met vooraf bepaling TSH en vrije T4 -> verhoog dosis elke 6w met 12,5-25µg totdat doel bereikt
[opm: doorsnee dosering volw is levothyroxine 100-125µg 1dd, maar sommige pt’en h meer nodig, tot wel 300µg]
=> pt > 60j of pt met cardiale co-m
* start levothyroxine 12,5-25µg (kies voor de lagere dosis bij hogere lft / ernstiger cardiale co-m / langere duur hypoT)
* verhoog dosis elke 2w met 12,5µg tot dagdosering van 50µg
* Co pt 6w na start beh op NE
* Co vervolgens elke 6w, met vooraf bepaling TSH en vrije T4 -> verhoog dosis elke 6w met 12,5µg totdat doel bereikt
Schildklieraandoeningen
Bij stille of pijnloze lymfocytaire thyreoïditis is medicamenteuze beh niet geïndiceerd. De schildklierwaarden w elke 6w gecontroleerd tot deze weer nl zijn.
/
Bij een medicamenteuze oorzaak is beh alleen geïndiceerd als de oorspronkelijke medicatie niet kan w aangepast of als de schildklierwaarden niet terugkeren naar een nl niveau. De schildklierwaarden w elke 6w gecontroleerd.
/
Bij een andere iatrogene oorzaak is levenslange substitutietherapie nodig.
/
Bij thyreoïditis van Hashimoto is levenslange substitutietherapie nodig.
klopt
Schildklieraandoeningen
combinatiebehandeling van levothyroxine met liothyronine (T3) wordt niet aanbevolen bij beh hypoT
klopt
Schildklieraandoeningen
hypoT: hoe vaak controle (pt en TSH en vrije T4) na bereiken doel?
in 1e jaar nadat pt klachtenvrij en TSH en vrij T4 nl: elke 3 maanden,
vervolgens jaarlijks
Schildklieraandoeningen
wnr verwijzen bij hypoT?
- centrale oorzaak
- ernstige cardiale problemen, ih bijzonder hartfalen en angina pectoris (NYHA klasse III-IV)
opm: te behandelen in overleg met internist:
* verschijnselen ernstige langdurige onbehandelde hypoT
* moeilijk instelbare DM type 1
Schildklieraandoeningen
beleid hyperT
Verwijs naar de internist-endocrinoloog (gezien lage incidentie hyperT in 1e lijn) of behandel zelf als HA
=> zie NHG (Combinatie of titratie; thyreostaticum, ….)
* Controleer een goed ingestelde patiënt gedurende het eerste jaar elke 3 maanden.
* Graves: rookstop (oftalmopathie)
* Graves of multinodulair struma: Thyreostaticum (bv thiamazol) of Radioactief jodium of Hemithyreoïdectomie (zie NHG: alle 3 beh gelijkwaardig bij Graves, voorkeur radioactief jodium bij multinodul struma, voor- en nadelen)
* (Multi)nodulair struma: levenslang beh
* Ziekte van Graves: Staak 1j na het bereiken van euthyreoïdie de medicatie (thyreostaticum en levothyroxine) in 1 keer. Co 6w daarna TSH en vrije T4.
* Stille of pijnloze lymfocytaire thyreoïditis en subacute thyreoïditis vormen geen indicatie voor medicamenteuze remming vd SK. Schrijf bij klachten zoals hartkloppingen een BB voor
Schildklieraandoeningen
hyperT: wie verwijzen?
- vermoeden thyreotoxische storm (met spoed!)
- oftalmopathie
- ziekte van Graves + palpabele nodus
- kinderwens of zwangerschap
- secundaire oorzaak schildklierfunctiestoornis
- cardiale problemen, ih bijz: alle patiënten met HF, VKA en angina pectoris
- toxisch adenoom of dominante nodus bij een multinodulair struma
- wens voor beh met radioactief jodium of voor HK
- gebruik amiodaron
Schildklieraandoeningen
thyreostaticum bij vrouw in vruchtbare leeftijd: wat is belangrijk?
goede anticonceptie (vanwege verhoogd risico op aangeboren afwijkingen)
Schildklieraandoeningen
Thyreostatica verhogen het risico op acute pancreatitis.
klopt
Schildklieraandoeningen
In de eerste 3 maanden van een behandeling met thyreostatica ontstaat bij 0,2-0,5% van de patiënten agranulocytose (S/ koorts + keelpijn)
klopt
Schildklieraandoeningen
De werking van cumarinederivaten neemt af bij het instellen op thyreostatica.
klopt
Schildklieraandoeningen
Subklinische hypoT of hyperT: zie NHG voor meer info
ok
=> hypoT
* Voer afwachtend beleid bij een TSH ≤ 6 mU/l.
* Bij TSH ≥ 6 mU/l: opvolging tot TSH waarden stabiel na enkele jaren (evt proefbeh enkel indien pt dit wenst + voorwaarden voldaan)
* Behandeling met levothyroxine wordt in het algemeen niet aanbevolen
=> hyperT
* In het eerste jaar na ontdekking is het risico op hyperthyreoïdie licht verhoogd, maar meestal herstellen de serumwaarden voor TSH en vrije T4 zich spontaan
* Controleer het TSH en de vrije T4 1 jaar lang elke 3 maanden, ongeacht de uitkomst van de diagnostiek
* VKF -> verwijzing interne
* geen VKF -> geen duidelijke relatie is tussen de bevindingen en eventuele klachten
* geen beh aanbevolen, verwijzing interne bij overweging proefbeh
Schildklieraandoeningen
Antistoffen gericht tegen thyreoperoxidase (TPO), een enzym dat betrokken is bij de productie van schildklierhormoon.
Anti-TPO zijn vaak aantoonbaar bij thyreoïditis van Hashimoto (maar niet bewijzend voor de aandoening!), maar ook bij stille thyreoïditis en bij euthyreotische personen.
klopt