bewegingsapparaat Flashcards
Niet-traumatische knieklachten
Wanneer beeldvormend onderzoek en/of laboratoriumonderzoek aanvragen?
bij het vermoeden van:
* osteochondritis dissecans,
* osteomyelitis
* of een maligniteit.
Niet-traumatische knieklachten
Wanneer geen beeldvorming?
Voor het vaststellen of uitsluiten van knieartrose of andere veelvoorkomende knieaandoeningen is beeldvormend onderzoek niet geïndiceerd.
Niet-traumatische knieklachten
leeftijd > 45 jaar, aan activiteiten gerelateerde kniepijn en geen of kortdurende (< 30 minuten) ochtendstijfheid => D/ ?
knieartrose
Niet-traumatische knieklachten
pijn thv de patellapees, vooral na belasting zoals springen. Drukpijn op de onder- of bovenrand van de patella of tuberositas tibiae
jumper’s knee
Niet-traumatische knieklachten
fluctuerende, prepatellair gelokaliseerde zwelling, al dan niet rood of pijnlijk => D/ ?
bursitis prepatellaris
Niet-traumatische knieklachten
pijn op, achter of rond de patella (zonder aanwijzingen voor andere aandoeningen) => D/ ?
patellofemorale pijnsyndroom
Niet-traumatische knieklachten
pijn tijdens of na sporten, (druk)pijnlijke zwelling ter hoogte van tuberositas tibiae, veelal unilateraal => D/ ?
ziekte van Osgood-Schlatter
Niet-traumatische knieklachten
pijn thv de laterale femurcondyl tijdens of na het sporten
iliotibiale bandsyndroom
Niet-traumatische knieklachten
knieartrose: wnr verwijzen?
Bij slotverschijnselen:
* verwijzing nr orthopeed (vr artroscopische interventie)
Als ernstige klachten en belemmeringen in functioneren persisteren ondanks max conservatieve beh:
* verwijs nr orthopeed (vr bespreken mogelijkh knievervangende operatie)
Niet-traumatische knieklachten
knieartrose beleid
- ten minste 30min/dag matig intensief bewegen -> als nt k-lukt: evt oefenprogramma fysiotherapeut
- gewichtsreductie bij BMI ≥ 25 kg/m2
- evt wandelstok (aan gezonde zijde) of rollator
=> evalueren na 3m
//
GM:
- pijnstilling
- bespreek intra-articulaire corticosteroïdeninjecties als optie (effect meestal < 3w, max 4x/j met interval min 6w)
=> evalueren na 1-2w
Traumatische knieklachten
Gevoel door knie te zakken + Knappend gevoel in knie tijdens het trauma -> denk aan …
Kruisbandletsel
Niet-traumatische knieklachten
beleid (m.u.v.: artrose)
- verminder pijnuitlokkende (sport)activiteiten ged 1-2m (beter: zwemmen of fietsen)
=> bij pijn en roodheid dr bursitis prepatellaris knie 1-2w zo min mogelijk belasten - activiteiten weer geleidelijk opvoeren als klachten verminderd
//
- Overweeg bij patellofemorale pijnsyndroom oefentherapie.
- Overweeg bij functioneel storende, niet-bacterieel ontstoken bursa prepatellaris aspiratie vd inhoud.
//
pijnmedicatie
//
Overweeg verwijzing (sport)fysiotherapeut voor adviezen en begeleiding.
Verwijs bij werkgerelateerde klachten naar bedrijfsarts.
Niet-traumatische knieklachten
ziekte van Osgood-Schlatter: hoe lang pijn? zwelling?
pijnklachten gaan meestal over na de groeispurt,
maar zwelling kan langdurig blijven bestaan.
Niet-traumatische knieklachten
Bakerse cyste: meestal gerelateerd aan …
knieartrose
Niet-traumatische knieklachten
Voedingssupplementen (glucosamine, chondroïtine) worden niet aanbevolen voor de behandeling van knieartrose.
klopt
Traumatische knieklachten
aanvullend onderzoek?
Bij vermoeden fractuur: röntgenonderzoek (X-knie, laterale opname)
opm: MRI leidt niet tot verandering in beleid en heeft geen invloed op beloop.
Traumatische knieklachten
beleid
Afwachtend beleid indien geen acute verwijsindicatie
- Bij veel pijn eerste dagen: rust, pijnstilling (pcm, nsaid), evt krukken, koelen met ijs geeft mogelijk pijnvermindering
- wees terughoudend met brace (kan stabiliteit bieden, adviseer: niet > 4w)
- groot deel vd klachten vermindert fors < 3m
- Overweeg oefentherapie bij: geen/onvoldoende verbetering klachten na 3-6w bij beperkingen in dagelijkse leven
Verwijzen zo geïndiceerd
Traumatische knieklachten
DD bij afwezigheid fractuur
Contusie of distorsie
* Geen/geringe zwelling knie
* Geen/geringe beperking passieve beweeglijkheid
* Volledige belastbaarheid vh been
Collateraleband-/kruisband-/meniscusletsel
* Zwelling knie binnen enkele uren na trauma
* (Rotatie)trauma tijdens belasting vh been
Patellaluxatie
* Patella nr lat verplaatst (geweest)
Quadriceps- of patellapeesruptuur
* Onvermogen been te heffen tgn zwaartekracht
* Onvermogen onderbeen uit te strekken
Traumatische knieklachten
Wnr verwijzen?
Dezelfde dag verwijzen:
* vermoeden fractuur
* forse instabiliteit
* knie op slot
* (gereponeerde) patellaluxatie met ernstige klachten
* patellapees- of quadricepspeesruptuur
Overweeg verwijzing ortho < circa 2w bij:
* slotverschijnselen
* een eerste traumatische of recidiverende (gereponeerde) patellaluxatie(s)
* aanhoudende pijn ondanks adequate pijnstilling
* aanhoudende (door patiënt ervaren) instabiliteitsklachten
* geen verbetering in functie
Aspecifieke lagerugpijn
wnr met spoed verwijzen?
vermoeden van:
=> ruptuur aneurysma aorta abdominalis
=> cauda-equinasyndroom
Aspecifieke lagerugpijn
argumenten voor ruptuur aneurysma aorta abdominalis
- > 40 jaar
- acuut hevige pijn onafh van bewegen of houding
- VG aneurysma aorta abdominalis
- aanwijzingen voor bedreigde circulatie
- afwezige of zwakke pulsaties aa. femorales
Aspecifieke lagerugpijn
argumenten voor cauda-equinasyndroom
- (uni- of bilaterale) motorische of sensibele uitval (rijbroekanesthesie)
- hevige radiculaire pijn
- urineretentie
- incontinentie voor urine en/of feces
- recente ingreep aan de rug
Aspecifieke lagerugpijn
aanvullend onderzoek?
Bij aspecifieke LRP w beeldvormende diagnostiek of laboratoriumonderzoek niet aanbevolen.
* vermoeden wervelfractuur: RX thoracale en/of lumbale wervelkolom
* vermoeden (bot)metastase van prostaatcarcinoom: rectaal toucher -> verwijzing uro zo afwijkend, anders PSA bepaling: verwijzing uro als ≥ 3, prostaatkanker onwss zo < 3
Aspecifieke lagerugpijn
wnr diagnose aspecifieke LRP stellen?
bij pijn in het gebied tss de onderste ribben en de bilplooien indien een specifieke oorzaak onwaarschijnlijk is.
Aspecifieke lagerugpijn
beleid
STAPPENPLAN (gericht op bevorderen van bewegen en het oppakken of continueren van activiteiten (inclusief werk); nr volgende stap bij onvold verbetering):
1. Voorlichting en advies:
Aspec LRP gt meestal vanzelf binnen aantal weken over.
In beweging blijven. Dagelijkse activiteiten tot zover klachten toelaten. Bewegen veroorzaakt geen schade.
Beeldvormende diagnostiek niet zinvol (geen relatie tss afwijkingen en ervaren klachten, geen invloed op beleid).
Bij chronische klachten ligt nadruk vd beh op omgaan met klachten en ADL, niet op verdwijnen vd pijn.
2. Opbouw van activiteiten (klachtenduur ca. 3-4w)
3. Oefentherapie (klachtenduur ca. 6w): fysio- of oefentherapeut
4. Gedragsmatige beh (klachtenduur ca. 12w): psychosomatisch fysio- of oefentherapeut voor cognitief-gedragstherapeutische behandeling (verhoging vh activiteitenniveau, verandering disfunctionele gedachten, aanleren copingvaardigheden)
5. Multidisciplinaire revalidatie: bij chronische klachten, indien pt nog niet is teruggekeerd ih arbeidsproces, hoge ziektelast h en psychosociale factoren de klachten vermoedelijk in stand houden -> gespecialiseerd behandel-/revalidatiecentrum
Schrijf alleen analgetica voor ter ondersteuning van het activerende beleid!
Aspecifieke lagerugpijn
Wnr controle raadpleging?
- sterke toename van pijn of disfunctioneren
- aanhoudende ernstige pijn (na 1 week)
- na start van nieuwe behandeling en niet verbeteren vh disfunctioneren (na 3 weken)
opm: blijf alert op aanwijzingen vr specifieke oorzaak vd klachten, bij onvoldoende verbetering ook herstelbelemmerde factoren nagaan
Aspecifieke lagerugpijn
wat ook nagaan in anamnese bij klachtenduur ≥ 3w of bij frequent recidiveren?
herstelbelemmerende factoren
=> zoals
* in toenemende mate ervaren van functionele beperkingen
* angst voor pijn/letsel bij bewegen, vermijdingsgedrag
* fixatie op een mogelijk ernstige lichamelijke afwijking als verklaring van de klachten
* veelvuldige behandelingen zonder effect of met veel neveneffecten
* werkverzuim, werkloosheid, lage werktevredenheid
Aspecifieke lagerugpijn
naar wie verwijzen bij vermoeden van specifieke oorzaak LRP?
internist-oncoloog of orthopedisch chirurg (binnen één week):
* pt met maligniteit in VG + een niet-bekende en onbegrepen rugpijn
* vermoeden metastase zonder bekende maligniteit
reumatoloog:
* vermoeden van axiale spondyloartritis
orthopedisch chirurg:
* vermoeden van een andere specifieke oorzaak (°)
(°) bij vermoeden lumbosacraal radiculair syndroom -> cfr infra
Aspecifieke lagerugpijn
naar wie verwijzen bij werkgerelateerde klachten of (dreigend) arbeidsverzuim ?
bedrijfsarts
Aspecifieke lagerugpijn
SPECIFIEKE oorzaken van LRP
- Maligniteit (wervelmeta’s of leptomeningeale meta’s)
- Wervelfractuur (traumatisch of spontaan)
- Axiale spondyloartritis
- Spondylolisthesis
- Spondylodiscitis/epiduraal abces
- Spinaal epiduraal hematoom
Aspecifieke lagerugpijn
Maligniteit (wervelmetastasen of leptomeningeale metastasen): RF/kenmerken
- Maligniteit in VG (vooral mamma-, prostaat- en longcarcinoom)
- lft > 50 jaar
- Continue pijn, onafh van houding of bewegen
- Op de voorgrond staande rugpijn
- Nachtelijke verergering pijn
- Neurologische uitvalsverschijnselen, vaak bilateraal
- Algehele malaise, nachtzweten
- onverklaard gewichtsverlies
Aspecifieke lagerugpijn
Wervelfractuur (traumatisch of spontaan): RF/kenmerken
- lft > 65 jaar
- Vrouwelijk geslacht
- Klachten na hoogenergetisch trauma
- Langdurig gebruik corticosteroïden
- Postuurverandering (versterkte thoracale kyfose)
- Lengtevermindering
- Plotseling ontstaan klachten
- Laag lichaamsgewicht
- Heupfracturen bij ouders
Aspecifieke lagerugpijn
Axiale spondyloartritis: RF/kenmerken
- Ontstaan LRP < 45j
- Klachtenduur > 3m (bijna dagelijks)
- Geleidelijk ontstaan klachten
- Nachtelijke pijn (verbetering na opstaan)
- Minder pijn en stijfheid bij bewegen
- Geen verbetering in rust; ochtendstijfheid
- Sterke verbetering pijn na gebruik NSAID’s
- Verstreken lumbale lordose (klachtenduur > 10 jaar), toegenomen thoracale kyfose in combinatie met verminderde beweeglijkheid wervelkolom
- VG/positieve familieanamnese: uveïtis anterior, psoriasis vulgaris, onverklaarde perifere artritis of enthesitis, dactylitis, inflammatoire darmaandoening
Aspecifieke lagerugpijn
Spondylolisthesis: RF/kenmerken
- Begin LRP< 20j
- Palpabel trapje in verloop van processi spinosi laag lumbaal
- Neurologische uitvalsverschijnselen
Aspecifieke lagerugpijn
Spondylodiscitis/epiduraal abces: RF/kenmerken
- Onvoldoende reactie op (hoog gedoseerde) pijnmedicatie
- Op de voorgrond staande rugpijn
- Snel progressieve neurologische uitval
- Koorts, koude rillingen, nachtzweten
- Onverklaard gewichtsverlies
- IV drugsgebruik
- Comorbiditeit: immuuncompromitterende aandoeningen
- Recente rugoperatie, epidurale injectie, lumbaalpunctie of zenuwwortelblokkade
Aspecifieke lagerugpijn
Spinaal epiduraal hematoom: RF/kenmerken
- Stollingsstoornis of gebruik orale anticoagulantia
- Snel progressieve neurologische uitvalsverschijnselen
- Recente rugoperatie, epidurale injectie, lumbaalpunctie of zenuwwortelblokkade
Lumbosacraal radiculair syndroom
Lumbosacraal radiculair syndroom (LRS) =
uitstralende pijn in één bil of been,
al dan niet met andere prikkelingsverschijnselen (paresthesieën) en neurologische uitvalsverschijnselen (hypesthesie/hypalgesie, parese, verlaagde reflexen),
die suggestief is voor prikkeling van één (soms twee) specifieke lumbosacrale zenuwwortel(s),
meestal als gevolg van een discushernia.
=> opm: diagnose LRS = obv anamnese en lichamelijk onderzoek
Lumbosacraal radiculair syndroom
Cauda-equinasyndroom =
(uni- of bilaterale) motorische of sensibele uitval (rijbroekanesthesie),
al dan niet in combinatie met hevige radiculaire pijn, urineretentie, incontinentie voor urine en/of feces
als gevolg van compressie van meerdere sacrale zenuwwortels.
Lumbosacraal radiculair syndroom
Ernstige parese =
beweging die geen weerstand overwint
Lumbosacraal radiculair syndroom
klachten te bevragen in anamnese die kunnen wijzen op een ernstig beloop van een LRS
- krachtsverlies
- mictiestoornissen (incontinentie of retentie)
- sensibiliteitsstoornis in het rijbroekgebied
(cauda-equinasyndroom of een ernstige / snel progressieve parese)
Lumbosacraal radiculair syndroom
wat nagaan bij hevige pijn, een maligniteit in VG en/of een recente ingreep aan de wervelkolom?
of er aanwijzingen z voor een ernstige of zeldzame oorzaak (bv. maligniteit, spondylodiscitis, radiculitis):
- algehele malaise, onverklaard gewichtsverlies, koorts
- voorafgaande tekenbeet, erythema migrans, hersenzenuwuitval, artritis
Lumbosacraal radiculair syndroom
gekruiste proef van Lasègue
De gekruiste proef van Lasègue wordt uitgevoerd door bij een patiënt in rugligging het contralaterale been op te tillen.
- De proef is positief als het heffen van het contralaterale been gepaard gaat met een pijnreactie in het aangedane been volgens hetzelfde patroon als bij de gewone proef van Lasègue
Lumbosacraal radiculair syndroom
Aanvraag van beeldvormende diagnostiek door de huisarts bij vermoeden van een LRS?
wordt ontraden
//
Indicatie beeldvormende diagnostiek (CT of MRI) bij:
* aanwijzingen voor ernstige oorzaak van LRS
* cauda-equinasyndroom
* mogelijk in aanmerking voor HK
=> Verwijs de pt voor de aanvraag van beeldvormende diagnostiek naar de neuroloog
Lumbosacraal radiculair syndroom
aandoeningen die gepaard kunnen gaan met een LRS
=> Stel vast of er een vermoeden is van een ernstige of zeldzame oorzaak van het LRS
- Maligniteit (wervelmetastasen of leptomeningealemetastasen)
- Wervelfractuur
- Spondylodiscitis/epiduraal abces
- Epiduraal hematoom
- Radiculitis (bv. door B. Burgdorferi of H. Zoster)
Lumbosacraal radiculair syndroom
Radiculitis (bv. door B. Burgdorferi of H. Zoster): RF/kenmerken
- Algehele malaise
- Uitval verschillende zenuwwortels (polyradiculopathie)
- Comorbiditeit: immuuncompromitterende aandoeningen
- Recente tekenbeet, erythema migrans, hersenzenuwuitval, artritis, koorts
Lumbosacraal radiculair syndroom
Stroomschema beleid LRS
LRS
a) Spoedverwijsindicaties:
* aanwijzingen cauda-equina syndr? -> directe verwijzing neurologie
* erstige parese? VG maligniteit? -> verwijzing neurologie (voorkeur dezelfde dag, zeker < 3d)
* vermoeden zz of ernstige oorzaak? -> verwijzing neurologie (evt overleg over termijn beoordeling)
b) Geen aanwijzingen voor spoedindicatie:
=> conservatieve beh:
* voorlichting
* activerende benadering + op indicatie oefentherapie
* pijnmedicatie
* alertheid op afwijkend beloop / spoedverwijsindicaties
=> Controletermijn
* hevige pijn: na 1-2d
* overige pt’en: na 2-4d, vervolgens 1x/2w
c) hevige pijn ondanks voldoende hoog gedoseerde pijnmedicatie? -> verwijzing neurologie binnen enkele dagen
d) totale klachtenduur > 6-8w + onvoldoende afname pijn en/of uitvalsverschijnselen? -> bespreek voorzetten conservatieve beh vs reguliere verwijzing neuro (indicatie HK?)
e) telkens ‘nee’ op vorige vragen: voortzetten conservatieve beh
Lumbosacraal radiculair syndroom
voorlichting
- prikkeling van zenuwwortel in de rug, meestal door uitpuilende tussenwervelschijf
- 75% herstelt spontaan in eerste 3m
- in beweging blijven, door gaan met ADL voor zover klachten dit toelaten
- als klachten na 6-8w onvoldoende verbeterd: bespreken verderzetten conservatieve beh vs verwijzing operatieve beh (HK zelf > 12w) => afwegingen pro en contra: zie tabel NHG
- pt direct contact laten opnemen bij: zadelanesthesie, ongewild verlies urine/ontlasting, niet ku plassen, toenemend verlies spierkracht in de benen
Lumbosacraal radiculair syndroom
fysiotherapeut?
verwijzing te overwegen na enkele weken, indien een intensievere activerende begeleiding nodig is
Lumbosacraal radiculair syndroom
medicamenteuze beh
adequate pijnstilling
* tijdcontingent: medicatie op vaste tijden voorschrijven
* voldoende hoog gedoseerd: hoog de medicatie zo nodig op (op geleide vd pijn)
Overweeg bij hevige pijn en/of CI voor NSAID’s: direct te starten met (zwakwerkende) opiaten, in combinatie met pcm en NSAID’s (tenzij gecontra-indiceerd).
* Hoog de medicatie bij hevige pijn snel op
Lumbosacraal radiculair syndroom
Verwijs alleen naar de neuroloog voor aanvullende diagnostiek bij aanwijzingen voor een ernstige oorzaak van LRS, bij vermoeden van een cauda-equinasyndroom, een ernstige parese of wanneer een operatie wordt overwogen.
klopt
Lumbosacraal radiculair syndroom
Operatieve behandeling bij onvoldoende verbetering van de klachten na circa 12 weken leidt tot een sneller herstel dan een in opzet voortgezette conservatieve behandeling. Na 1 jaar is er geen verschil in effectiviteit tussen de 2 behandelopties.
klopt
Lumbosacraal radiculair syndroom
Onderscheid radiculair syndroom en niet-radiculaire pijn: obv lokalisatie pijn
Radiculair syndroom
* Pijn in been volgens patroon dermatoom
* pijn in been op voorgrond
* lokalisatie vd pijn is goed aan te geven
Niet-radiculaire uitstralende pijn
* Pijn in rug op voorgrond
* soms gepaard gaande met meer diffuse uitstraling in 1 of beide benen
Lumbosacraal radiculair syndroom
Onderscheid radiculair syndroom en niet-radiculaire pijn: obv karakter pijn
Radiculair syndroom
* scherp, brandend
Niet-radiculaire uitstralende pijn
* dof, zeurend
Lumbosacraal radiculair syndroom
Onderscheid radiculair syndroom en niet-radiculaire pijn: obv provocatie
Radiculair syndroom
* Drukverhogende momenten (hoesten, niezen en persen)
* zitten en staan
* anteflexie
* wortelprikkelingstesten
Niet-radiculaire uitstralende pijn
* Lokale druk, houdingsverandering
Lumbosacraal radiculair syndroom
Onderscheid radiculair syndroom en niet-radiculaire pijn: obv bijkomende factoren
Radiculair syndroom
* sensibiliteitsstoornis volgens dermatomaal patroon
* krachtverlies volgens myotoom
* reflexafwijkingen
Niet-radiculaire uitstralende pijn: /
Lumbosacraal radiculair syndroom
Neurogene claudicatio intermittens
Uitstralende pijn /vermoeid gevoel,
in 1 of beide (meestal) benen en/of het rijbroekgebied,
evt met dove gevoelens/tintelingen/krachtverlies
- die optreden bij: staan of lopen
- die verdwijnen bij: zitten of vooroverbuigen (binnen 15 min)
opmerkingen:
* De radiculaire provocatietesten z over het algemeen negatief en ook bij het overige lichamelijk onderzoek w meestal geen afwijkingen gevonden
* Overweeg bij afwezige perifere arteriële pulsaties en afname van de klachten bij staan, de diagnose perifeer arterieel vaatlijden
* neurogene claudicatio intermittens (syndroom van Verbiest) tgv lumbale wervelkanaalstenose
* DD arteriële claudicatio intermittens: zie NHG
Lumbosacraal radiculair syndroom
Wervelkanaalstenose =
Vernauwingen vh wervelkanaal,
meestal (bij 80%) tgv degeneratieve veranderingen vd benige en weke delen vd wervelkolom
* bv. discushernia of hypertrofie vd facetgewrichten en/of het ligamentum flavum
(in ongv 20% sprake van congenitale stenose of ontwikkelingsST)
=> (Geforceerde) extensie vd wervelkolom (bv tijdens lopen) leidt tot verdere vernauwing vh wervelkanaal -> kan tot compressie van 1 of meer zenuwwortels leiden
Lumbosacraal radiculair syndroom
welke zenuwworstels zijn meestal aangedaan?
meestal zenuwworstels van L5 en S1
* pijn tot ih onderbeen en de voet
Indien uitstralende pijn beperkt blijft tot gluteaalstreek / bovenbeen / lies -> kan er sprake z van compressie vd zenuwwortels L2, L3 of L4.
opm: bij een LRS komt frequent ook lagerugpijn voor, de beenklachten staan echter op de voorgrond.
Lumbosacraal radiculair syndroom
DD Lumbosacraal radiculair syndroom & Neurogene claudicatio intermittens
Leeftijd
* LRS: 30-64 jaar
* NCI: > 60 jaar
Beloop
* LRS: (Sub)acuut begin, 75% herstel < 12 weken
* NCI: Geleidelijk ontstaan; chronisch beloop
Karakter pijn
* LRS: Scherpe, brandende pijn
* NCI: Brandende, doffe pijn, zwaar/moe gevoel
Lokalisatie klachten
* LRS: Meestal eenzijdig
* NCI: Meestal beide benen
Uitlokkende factoren
* LRS: Drukverhogende momenten, staan, lopen
* NCI: Staan en lopen, vooral met gestrekte rug
Verlichtende factoren
* LRS: Liggen
* NCI: Fietsen, zitten, vooroverbuigen
Lichamelijk onderzoek
* LRS: Motorische/sensibele uitval, radiculaire provocatietesten vaak positief
* NCI: Meestal geen afwijkingen
Lumbosacraal radiculair syndroom
Prikkeling van een lumbale of sacrale zenuwwortel kan leiden tot uitstralende pijn in het gebied van de bil of het been dat geïnnerveerd wordt door deze zenuwwortel. Soms gaat de pijn ook gepaard met uitvalsverschijnselen: een sensibiliteitsstoornis, parese en/of verlaging van de reflexen.
Ook bij aspecifieke lagerugpijn straalt de pijn soms uit in het been, maar dit staat minder op de voorgrond dan de rugpijn en heeft niet het karakter van radiculaire pijn. In de praktijk is het onderscheid tussen LRS en radiculaire pijnklachten soms lastig te maken
klopt
Lumbosacraal radiculair syndroom
Vooral bij een centrale discushernia is betrokkenheid van een lagere zenuwwortel mogelijk.
klopt
Lumbosacraal radiculair syndroom
niveau discushernia L3-L4 -> compressie zenuwwortel L4: klinische kenmerken?
=> minder voorkomend
pijn
* laterale zijde bovenbeen
* naar voorzijde onderbeen
sensibiliteitsST
* voorzijde bovenbeen
* mediale zijde onderbeen
parese
* extensie knie (been strekken)
* eigen opm: zorgt L3 normaal niet voor knie-extensie en L4 voor dorsiflexie van de voet? (kracht)
reflex
* kniepeesreflex verlaagd
* eigen opm: patellareflex = L3?
Lumbosacraal radiculair syndroom
niveau discushernia L4-L5 -> compressie zenuwwortel L5: klinische kenmerken?
pijn
* over de bil
* naar het achterste deel vd zijkant vd dij
* en naar buitenkant (lat) vh onderbeen
* dan naar de bovenkant vd voet
* tot aan de grote teen
sensibiliteitsST
* buitenkant scheenbeen
* bovenkant voet
* grote teen
parese
* dorsiflexie dig 1 en voet (oa m tib ant)
* => test hielstand
reflex
* geen reflexverschil
Lumbosacraal radiculair syndroom
niveau discushernia L5-S1 -> compressie zenuwwortel S1: klinische kenmerken?
pijn
* over de bil
* over achterzijde bovenbeen
* naar achterzijde onderbeen
* laterale zijde/onderzijde voet
sensibiliteitsST
* kuit
* buitenzijde voet
parese
* plantairflexie
* => test teenstand
reflex
* achillespeesreflex verlaagd
zie cursus fysische gnk voor meer details over rugpijn (bv discoduraal conflict met evt pseudoradiculaire uitstraling, …)
ok
Artritis
Aanvullend onderzoek bij vermoeden bacteriële artritis
géén aanvullend onderzoek
(spoedverwijzing geïndiceerd)
Artritis
Aanvullend onderzoek bij vermoeden jichtartritis
bepaal urinezuurgehalte
* om waarschijnlijkheid diagnose in te schatten
* bij aanhoudende twijfel: onderzoek gewrichtsvloeistof (zie verwijzing)
Artritis
Aanvullend onderzoek bij vermoeden reactieve artritis
laboratoriumonderzoek indien nodig voor behandeling primaire infectie (zoals chlamydia of gonorroe)
consulteer/verwijs vr aanvullend onderzoek bij vermoeden artritis door lymeziekte
Artritis
Aanvullend onderzoek bij vermoeden van reumatoïde artritis
geen indicatie voor aanvullend onderzoek
Artritis
klinisch beeld artritis
pijn, zwelling, bewegingsbeperking van een gewricht;
vaak warmte en/of roodheid
Artritis
artritis van één gewricht mét koorts -> denk aan:
Bacteriële artritis