Reizigers Diarree Flashcards

1
Q
  1. Wat is reizigersdiarree (TD)?
A

Definitie: Minstens 3 losse ontlastingen in 24 uur, vaak met symptomen zoals misselijkheid, buikpijn, braken, koorts, en aandrang.
Incidentie: 10-40% risico tijdens een reis van 2 weken, afhankelijk van bestemming, type reis, en gastheer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Wat zijn de korte- en langetermijngevolgen van reizigersdiarree?
A

Kortetermijn: Functionele beperking, economische impact, en morbiditeit.
Langetermijn: PI-IBS (post-infectieuze prikkelbaredarmsyndroom), chronische gastro-intestinale ziekten, en extra-intestinale complicaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
  1. Wat zijn de oorzaken van reizigersdiarree?
A

Acute TD: 90% bacterieel (vaak E. coli, Salmonella, Shigella, Campylobacter), soms viraal of door parasieten.
Chronische/persisterende TD: Vaak veroorzaakt door unicellulaire parasieten zoals Giardia lamblia.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
  1. Wanneer is de exacte oorzaak van TD belangrijk?
A

Belangrijk bij ernstige pathologieën zoals:
Amebische colitis
Bacillaire dysenterie (Shigella)
Cholera
Buiktyfus (Salmonella Typhi)
Malaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. Hoe wordt reizigersdiarree beoordeeld op basis van ernst?
A

Criteria voor behandeling:
Koorts
Dysenterie (bloederige diarree)
Slechte algemene toestand
Opmerking: Symptoomduur of de aanwezigheid van slijm is niet doorslaggevend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Wat zijn de behandelingsopties voor TD?
A

Milde gevallen: Rehydratatie (mondelinge rehydratatiezouten), soms loperamide.
Ernstige gevallen: Antibiotica (bijv. azithromycine) voor ernstige bacteriële infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. Wat is buiktyfus?
A

Oorzaak: Salmonella Typhi (humane reservoir).
Symptomen: Koorts, hoofdpijn, buikklachten, hepatosplenomegalie, roseola (huiduitslag).
Diagnose: Bloed-, urine- of feceskweek.
Behandeling: Ceftriaxon of azithromycine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
  1. Wat zijn risicofactoren voor antimicrobiële resistentie (AMR)?
A

Veelgebruikte antibiotica hebben geleid tot resistentie:
Ampicilline, chloramfenicol, ciprofloxacine.
Wereldwijde uitdagingen: MDR (multidrug-resistente) Salmonella en Shigella.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
  1. Wat zijn de preventieve maatregelen voor reizigersdiarree?
A

Goede hygiëne (handen wassen, veilig water drinken).
Profylaxe in hoge-risicosituaties.
Vermijden van rauw voedsel en ijsblokjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. Wat zijn de belangrijkste aspecten van chronische diarree?
A

Oorzaken: Vaak parasieten zoals Giardia lamblia, Cryptosporidium parvum.
Behandeling: Diagnostiek via ontlastingsonderzoek, gerichte therapie tegen specifieke pathogenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
  1. Wat is de impact van Shiga-toxine producerende E. coli (STEC)?
A

Risico’s: Hemolytisch-uremisch syndroom (HUS), vooral bij kinderen.
Belang behandeling: Vroegtijdige herkenning en zorgvuldige monitoring.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  1. Hoe wordt dysenterie behandeld?
A

Bij ernstige gevallen van bloederige diarree:
Antibiotica zoals ceftriaxon of azithromycine.
Rehydratatie blijft cruciaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  1. Wat is de rol van bloedkweken bij tyfusdiagnostiek?
A

Doel: Bevestigen van systemische infectie.
Belang: Onbehandelde tyfus heeft een mortaliteit van 10-30%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
  1. Wat zijn de uitdagingen bij antimicrobiële behandeling van tyfus?
A

Resistente stammen bemoeilijken behandeling.
Toekomstige opties omvatten carbapenems en nieuwe combinatietherapieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
  1. Wat is de conclusie over reizigersdiarree?
A

Acute TD: Meestal mild, geen antibiotica nodig.
Chronische TD: Vaak parasitair, vereist specifieke diagnostiek en therapie.
Antibiotica: Beperkt tot ernstige infecties om resistentie te minimaliseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly