Extra Bacteriën Eigenschappen Flashcards

1
Q

Staphylococcus aureus

A

Gram-positieve kok, coagulase-positief. Kan huidinfecties, sepsis, endocarditis en toxine-geassocieerde syndromen veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Staphylococcus epidermidis

A

Gram-positieve kok, coagulase-negatief. Veroorzaakt infecties bij protheses en intraveneuze katheters.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Staphylococcus saprophyticus

A

Gram-positieve kok, coagulase-negatief. Belangrijkste oorzaak van urineweginfecties bij jonge vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Streptococcus pyogenes (groep A, β-hemolytisch)

A

Gram-positieve kok. Veroorzaakt faryngitis, cellulitis, en postinfectieuze complicaties zoals reumatische koorts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Streptococcus agalactiae (groep B, β-hemolytisch)

A

Gram-positieve kok. Veroorzaakt neonatale meningitis, sepsis en pneumonie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Streptococcus viridans

A

Gram-positieve kok. Veroorzaakt subacute bacteriële endocarditis, vaak geassocieerd met tandheelkundige procedures.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Peptostreptococcus

A

Gram-positieve anaerobe kok. Betrokken bij polymicrobiële infecties zoals abcessen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Streptococcus pneumoniae (pneumokok)

A

Gram-positieve kok. Veroorzaakt pneumonie, meningitis, en sinusitis. Vaccins beschikbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Enterococcus species

A

Gram-positieve kok. Kan urinestelsel- en wondinfecties veroorzaken. Sommige stammen zijn vancomycineresistent (VRE).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neisseria gonorrhoeae (gonokok)

A

Gram-negatieve kok. Veroorzaakt gonorroe en complicaties zoals PID.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neisseria meningitidis (meningokok)

A

Gram-negatieve kok. Veroorzaakt meningitis en sepsis. Vaccins beschikbaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Moraxella catarrhalis

A

Gram-negatieve kok. Veroorzaakt sinusitis, otitis media, en luchtweginfecties bij COPD-patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bacillus anthracis

A

Gram-positieve staaf, aerobe. Veroorzaakt anthrax. Vormt sporen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Corynebacterium diphtheriae

A

Gram-positieve staaf, aerobe. Veroorzaakt difterie, toxine-geassocieerde schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Listeria monocytogenes

A

Gram-positieve staaf, aerobe. Veroorzaakt neonatale sepsis, meningitis en gastro-enteritis bij immuungecompromitteerden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Clostridioides difficile

A

Gram-positieve staaf, anaerobe. Veroorzaakt antibiotica-geassocieerde diarree en colitis.

17
Q

Clostridium perfringens

A

Gram-positieve staaf, anaerobe. Veroorzaakt gasgangreen en voedselvergiftiging.

18
Q

Clostridium tetani

A

Gram-positieve staaf, anaerobe. Veroorzaakt tetanus door neurotoxineproductie.

19
Q

Escherichia coli

A

Gram-negatieve staaf. Veroorzaakt urinestelsel- en darminfecties. Sommige stammen produceren shiga-toxine.

20
Q

Klebsiella pneumoniae

A

Gram-negatieve staaf. Geassocieerd met pneumonie, UWI’s en leverabcessen.

21
Q

Salmonella Typhi

A

Gram-negatieve staaf. Veroorzaakt buiktyfus. Vaccins beschikbaar.

22
Q

Pseudomonas aeruginosa

A

Gram-negatieve staaf. Multiresistente pathogeen, geassocieerd met brandwonden, UWI’s en longinfecties bij CF.

23
Q

Haemophilus influenzae

A

Gram-negatieve staaf. Veroorzaakt meningitis, otitis media en sinusitis. Vaccins beschikbaar.

24
Q

Helicobacter pylori

A

Gram-negatieve staaf. Geassocieerd met maagzweren en gastritis.

25
Vibrio cholerae
Gram-negatieve staaf. Veroorzaakt cholera met ernstige diarree en dehydratie.
26
Bacteroides fragilis
Gram-negatieve staaf, strikt anaerobe. Belangrijk in polymicrobiële abcessen en intra-abdominale infecties.
27
Mycobacterium tuberculosis
Zuurvaste staaf. Veroorzaakt tuberculose. Langdurige antibiotische therapie nodig.
28
Mycobacterium leprae
Zuurvaste staaf. Veroorzaakt lepra (ziekte van Hansen).
29
Candida albicans
Gist. Kan candidiasis veroorzaken, waaronder orale spruw en vaginale infecties.
30
Aspergillus species
Schimmel. Veroorzaakt aspergillose, vooral bij immuungecompromitteerde patiënten.
31
Cryptococcus neoformans
Gist. Veroorzaakt meningitis bij immuungecompromitteerden, zoals HIV-patiënten.
32
Borrelia burgdorferi
Spirocheet. Veroorzaakt de ziekte van Lyme, overgedragen door teken.
33
Treponema pallidum
Spirocheet. Veroorzaakt syfilis.
34
Chlamydia trachomatis
Veroorzaakt seksueel overdraagbare infecties zoals cervicitis en trachoom (oogziekte). Intracellulaire bacterie lymphogranuloma venereum
35
Chlamydophila pneumoniae
Geassocieerd met luchtweginfecties, inclusief atypische pneumonie.
36
Coxiella
Q - koorts gramnegatieve en aeroob, intracellulair
37
Spoorvormende bacterie
Clostridium: difficile, perfringens, tetani, botulinum Bacillus - antrax
38
Rickettsia
(Vlek) Tyfus