Persoonlijkheidstrekken en -taxonomieen (Week1) Flashcards
2 basisformuleringen van een persoonlijkheidstrek
- persoonlijkheidstrek als interne causale eigenschap: persoonlijkheidstrekken altijd aanwezig, ook al wordt er geen bepaald gedrag vertoond
- persoonlijkheidstrek als puur beschrijvende samenvatting: gebruikt om sammenvattend de algemene trend in iemands gedrag te beschrijven, oorzaak van gedrag wordt niet beoordeeld.
uitleg: actiefrequentie benadering
hoe vaak iemand gedrag vertoont wat in verband staat met een bepaalde persoonlijkheidstrek
hoe vaker gedrag vertoond, hoe sterker persoonlijkheidstrek voorhanden
3 sleutelelemente van de actiefrequentie benadering
- actienominatie - welk handeling behoort bij welk persoonlijkheidstrek
- prototypische beoordeling - welk handeling het meest “typisch” voor persoonlijkheidstrek
- actie- uitvoering - hoeveel voert iemand handeling uit
3 fundamentele benaderingen om persoonlijkheidstrekken te identificeren
- lexicale benadering
- statistische benadering
- theoretische benadering
uitleg: lexicale benadering
alle persoonlijkheidstrekken die genoteerd staan in woordenboeken zijn de basis om verschillen tussen individuen te beschrijven
wat zegt de lexicale hypothese?
Alle belangrijke individuele verschillen tussen individuen zijn gecodeert in taal.
2 criteria van lexicale benadering
- synoniemfrequentie: hoe meer synoniemen een woord heeft, des te belangrijker voor beschrijven van persoonlijkheid
- crossculturele universaliteit - woord komt voor in meer landen/talen -> belangrijker voor beschrijven van persoonlijkheid
uitleg: statistische benadering
gebruik van factoranalyse (of andere statistische procedures) om grote persoonlijkheidstrekken te identificeren
uitleg: theoretische benadering
reeds bestaande theorien worden gebruikt om persoonlijkheidstrekken te vinden
VB: socioseksuele orientatie: 2 strategieen
- monogame relatie kiezen en in kinderen investeren
- veel van partner wisselen en niet in kinderen investeren
uitleg: taxonomieen van persoonlijkheid
hierarchisch opgebouwd systeem om objectklassen (persoonlijkheidstrekken in dit geval) te defineren en de onderline relaties te bepalen
3 hoofdtrekken van Hans Eysenck
- Extraversie - Introversie
- Neuroticisme - Emotionele stabiliteit
- Psychotisme
4 lagen in totaal
Jerry Wiggins: circumplexe taxonomieen van persoonlijkheid
2 sleuteldimensies
3 soorten relaties
focus op interpersoonlijke persoonlijkheidstrekken
sleuteldimensies: status (dominantie) en liefde (verdraagzaamheid)
relaties: aangrenzendheid - hoe dicht trekken bij elkaar liggen in het model
bipolariteit - trekken tegenovergesteld aan elkaar (negatieve correlatie)
loodrechtheid - trekken in een hoek van 90 graden (geen correlatie)
kritiek aan het vijffactoren model (big five)
Het model is niet goed om psychologische processen te begrijpen of te verklaren.