Moderne problemen van psychoanalytische benaderingen Flashcards

1
Q

freuds ideen zijn achterhaald in de neoanalytische beweging

onbewust geheugen - ?

onderdrukking - ?

prebewuste verwerking - ?

ego - ?

ego-bescherming - ?

A

onbewust geheugen - impliciet geheugen

onderdrukking - cognitieve vermijding

prebewuste - preaandachtige verwerking

ego - central executive

ego-bescherming - verdedigende attributie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

uitleg: foutieve herinnering

welk factoren kunnen bijdragen aan dit fenomeen? (3)

in verband met het herinneren van traumatische gebeurtenissen die niet hebben plaatsgevonden

A

herinneringen die niet kloppen; dingen herinneren die niet hebben plaatsgevonden

  1. moderne drukpers: door veel aandacht te besteden aan zelfhulp denken mensen dat ze de hulp ook nodig hebben
  2. therapeuten: gebruik van bv. hypnose
  3. imagination inflation effect/confirmatory bias
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

uitleg: imagination inflation effect

A

het verwarren van een ingebeelde gebeurtenis met werkelijke gebeurtenissen ( als een deel van de herinnering mist wordt het opgevuld met fantasie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

uitleg: subliminale waarneming

in verband met priming

A

informatie van opgeslagen worden in het geheugen zonder dat het bewust verwerkt wordt

mensen kunnen dus onbewust priming plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

foutieve herinnering: wat zijn “spreading activation” en “constructive memory”

A

spreading activation: mentale objecten worden in associatie met elkaar opgeslagen (bv. slapen, bed, rust etc), als een van de objecten geactiveerd wordt raken verbonden objecten ook geactiveerd

constructive memory: herinneringen zijn vatbaar voor fouten, ontbrekende herinneringen worden door onnauwkeurige technieken opgevuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

uitleg: ego-psychologie

Erik Erikson

A

functie van het ego: efficient met omgeving omgaan, doelen bereiken en het ontwikkelen van een identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

uitleg: acht-fasen-ontwikkelingsmodel

Erik Erikson

A

8 fasen worden gedurend het hele leven doorlopen

in elke fase zit een psycholsociale conflict, als die niet wordt opgelost blijft de mens het hele leven bezig met dit conflict

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

uitleg:

fase van identiteit vs rolverwarring

(adolescentie)

A

meeste mensen: periode van identiteitsverwarring - niet weten wie ze zijn

sommige culturen: rite of passage - kind wordt ingewijd als volwassene

identity foreclosure: geen identieteiscrisis, identiteit van ouders overnemen of geen alternatieves ontdekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitleg: moratorium

A

proces: zich eerst de tijd nemen om alternatieven te belijken en vervolgens een keuze maken wie men graag wil zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat vindt Karen Horney van penissen?

A

penis gezien als een symbool voor sociale macht

-> vrouwen hebben geen “penisnijd”, maar nijd op de sociale machtpositie van mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

uitleg: fear of success

A

bangheid van vrouwen om bij succes vrienden te verliezen

daardoor angst voor succes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

uitleg: narcistische paradox

A

hoewel een narcist zeker van zichzelf overkomt heeft hij continu waardering, geruststelling en aandacht van anderen nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitleg: object relaties theorie

2 assumpties

hoe manifesteren vroeg gevormde sociale relaties zich op latere leeftijd

A

nadruk op het ontstaan van sociale relaties tijdens de kindertijd

  1. de relaties die het kind met anderen ontwikkeld zijn belangrijker dan interne verlangens en driften
  2. anderen (vooral moeder) worden geinternaliseerd

het wordt een mentale representatie gevormd

op basis van dese representaties worden op latere leeftijd relaties gevormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

uitleg: strange situation procedure

A

experiment om hechtingsstijl te onderzoeken: moeder verlaat kamer, kind alleen met vreemd persoon, moeder komt terug -> reactie van kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly