Fysiologische benaderingen van persoonlijkheid (Week5) Flashcards
verband van neurotransmitters/hormones en persoonlijkheid
- testosteron
- cortisol
- monoamine oxidase
- hoge dosis testosteron -> agressief, dominant en risocovol gedrag
- veel cortisol - veel stress en angst
- veel monoamine oxidase -> dopamine verdwijnt snel uit synaps -> sensatiezucht
invloed van het sympathisch zenuwstelsel op persoonlijkheid
actief zs?
sensitief zs?
sensitief zenuwstelsel -> introvert persoon, gevoelig voor geluid en stress
zenuwstelsel altijd actief -> hoog op neuroticisme en angst
invloed van hersenengebieden op persoonlijkheid (6)
- extravertie - verhoogd activiteit van mediale orbitofrontale cortex en frontale kwab bijj positief informatie
- neuroticisme - verhoogd activiteit in hippocampus,basale ganglia en frontale kwab bij negatief informatie
- verdraagzaamheid staat in verband met de posterior cingulate cortex
- conscientieusheid staat in verband met de lateral prefrontale cortex
- zelfdirectie (emotionele stabiliteit etc) correleert negatief met activiteit in de amygdala
- ontbreken van een deel van frontale kwab -> problemen met impulscontrole, agressief en stemmingswisselingen
uitleg: cardiac reactiviteit
hoge reactiviteit -> sneller omhoog gaan van de hartslag en bloeddruk bij stressopwekkende taak
staat in verband met type A persoonlijkheid ( ongeduld, competitie en vijandigheid)
uitleg: electrodermale activiteit
skin conductance - bij activatie van sympathische zenuwstelsel zweet op huid
meten hoeveel iemand zweet door elektrische geleiding van huid te meten
hoge voltpercentage = hoge activatie sympathische zenuwstelsel
2 staten bloeddruk
- systolisch (maximale druk)
- diastolisch (rustdruk tussen hardcontracties)
2 manieren om breinactiviteit te meten
- electroencephalography (EEG) - meten van breingolven door middel van elektroden
- functional magnetic resonance imaging (fMRI) - verhoogde activiteit in een gebied
- > meer bloed in dit gebied
- > verandering in magnetisch eigenschappen meten
2 soorten biochemische analyses
- speksel - informatie over het immuunsysteem en levels van testosteron en cortisol
- bloed - informatie over hoeveelheid bv MAO
uitleg: ascendig reticulair activating system (ARAS)
verschil introvertie/extrovertie
wat zegt Eysenck?
ARAS reguleert de hoeveelheid stimulus die het hersenen binnenkomt
bij extrovert wordt weinig stimulus binnen gelaten -> meer stimulus nodig om optimale level arousal te bereiken
introvert wordt juist meer stimulus binnen gelaten -> minder stimulus nodig
Eysenck: breinactiviteit van introverte en extraverte mensen verschilt -> klopt niet! bv als ze slapen
2 theorieen over het optimale level van arousal
(eysenck, zuckerman)
eysenck: need for sensory input - mensen hebben een individuele hoeveelheid prikkels nodig om hun optimale level van arousal te bereiken
zuckerman: sensatiezucht door lage mate MAOI
weinig monoamineoxidaseremmer -> veel neurotransmitter in synaps -> weinig inhibitie van zenuwstelsel -> weinig controle over gedrag gedachten etc
dus MAOi als rem
uitleg: Cloninger: tridimensionele persoonlijkheidsmodel
3 PSE staan in verband met 3 verschillenden neurotransmitters
- dopamine - novelty seeking (zoeken naar nieuwe opwindende stimuli)
- serotonine - harm avoidance (vermijden van pijn)
- norepinephrine(noradrenaline) - reward dependence (zoeken naar beloning)
1 en 3 : lage mate neurotransmitter - sterke PSE
twee verschillende functies van serotoninemetabolisme (met betrekking op cloninger)
acute functie: op kortetermijn als reactie op stress of angst, op langetermijn als bescherming voor overreactie op stress - dit gebeurt waarschijnlijk door desensitisatie voor het stressgerelateerde vrijlaten van serotonine
functie op lange termijn: verlagen van serotonine levels over levensduur in verband met lage harm avoidance
wat is der verband tussen persoonlijkheid, erfelijkheid en neurotransmitters?
hoe het systeem van neurotransmitters functioneert wordt bepaald door genen
bv. DRD4 dopamine receptor in verband met novelty seeking
en neurotransmitters spelen en grote rol in hoe een individu zich gedraagd
eigenschappen ochtendmens
kortere circadiaanse ritme (<24 uren)
lichaamstemperatuur piekt vroeg
worden dus snel en makkelijk wakker maar gaan ook snel weer slapen
mannen: hoge neuroticisme
vrouwen: lage neuroticisme
eigenschappen avondmens
langere circadiaanse ritme ( >24 uren)
lichaamstemperatuur piekt later
worden dus moeilijk wakker maar kunnen savonds langer wakker blijven en presteren
vrouwen: scoren hoger op agressie-vijandigheid, impulsiviteit en sensatiezucht