Objectif Express 2 - Unité 5 Flashcards

1
Q

Om een wil/wens uit te drukken

A

Pour exprimer une volonté/un souhait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ik zou graag willen dat u uw ervaringen met mij deelt.

A

Je souhaiterais que vous me fassiez part de vos expériences. (+ subjonctif)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ik wilde/wou terug naar huis.

A

J’ai voulu rentrer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ik wilde/wou dat deze ervaring onder de best mogelijke omstandigheden zou plaatsvinden.

A

Je voulais que cette expérience se passe dans les meilleures conditions. (+ subjonctif)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ik zou willen dat mijn bedrijf mij naar een ander land stuurde.

A

J’aimerais bien que mon entreprise m’envoie dans un autre pays. (+ subjonctif)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Om voordelen of stimulansen voor expatriëring aan te geven

A

Pour indiquer des avantages ou des motivations à l’expatriation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Werken in het buitenland is een manier om ervaring op te doen (verwerven).

A

L’international permet d’acquérir de l’expérience.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mensen uit verschillende talen en culturen ontmoeten is de beste opleiding.

A

Rencontrer des gens de langue et de culture différentes est la meilleure formation.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ik wilde mijn vaardigheden ontwikkelen.

A

Je souhaitais développer mes compétences.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Het was een grote uitdaging!

A

C’était un défi formidable!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geld verdienen of carrière maken is niet altijd dé reden tot vertrek. Het krijgen van kansen om dingen te veranderen, zich nuttig te voelen, mensen te helpen, nieuwe projecten op te zetten en zin te geven aan zijn leven is een grotere motivator.

A

Les motivations pour partir, ce n’est pas toujours de gagner de l’argent ou de faire carrière, mais de pouvoir changer les choses, d’être utile, d’aider les gens, de monter de nouveaux projets et de donner un sens à sa vie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Om aanbevelingen te doen

A

Pour faire des recommandations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

U zou hetzelfde moeten doen.

A

Vous devriez faire la même chose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als ik al een advies/raad mag geven, dan is dit zeker het tijdig inspelen op de terugkeer naar eigen land.

A

Si j’ai un conseil à donner, c’est d’anticiper le retour dans son pays.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Als ik jou was, zou ik niet aarzelen, maar ik raad je aan de situatie zorgvuldig te bestuderen om achteraf geen spijt te hebben.

A

Si j’étais vous/À votre place, je n’hésiterais pas mais je vous recommande de bien étudier la situation pour ne pas avoir de regrets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Om het doel van een actie tot uitdrukking te brengen

A

Pour exprimer le but d’une action

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Ik geef tips en advies om mensen te helpen.

A

Je propose des pistes et des conseils pour aider les gens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Delegeer uw dossiers zodat u niet overspoeld wordt met werk bij uw terugkomst.

A

Déléguez vos dossiers de manière à ne pas être débordé à votre retour.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Stel automatische antwoordmails in zodat mensen weten met wie ze contact moeten opnemen tijdens uw afwezigheid.

A

Mettez en place des mails de réponses automatiques d’absence pour que les gens sachent qui contacter en votre absence.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Maak een online map aan om (teneinde) daarin alle specifieke documenten voor uw verblijf op te slaan.

A

Créez un dossier en ligne afin de sauvegarder tous les documents propres à votre séjour.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Het is belangrijk om informatie in te winnen over de lokale gebruiken om/teneinde zo uw interesse en respect aan te tonen.

A

Il est important de vous renseigner sur les coutumes locales de façon à montrer votre intérêt et votre respect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Om stappen aan te geven

A

Pour indiquer des étapes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Zodra u uw ticket heeft en uw hotelreservering is gemaakt, is het opstellen van een planning het eerste wat u moet doen.

A

Dès que vous avez votre billet et que votre réservation d’hôtel est faite, la première chose à faire, c’est de faire un planning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Zodra de reis is gepland, kunt u zich ontspannen.

A

Une fois que le voyage est planifié, on est tranquille.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Om een aanpak te verduidelijken

A

Pour préciser la manière de faire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Informeer uw collega’s over uw afwezigheid door die te noteren in uw gedeelde agenda.

A

Prévenez vos collègues de votre absence en l’inscrivant dans votre agenda partagé.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Stel automatische antwoordmails in waarin u het e- mailadres van een van uw medewerkers opgeeft/vermeldt.

A

Mettez en place des mails de réponses automatiques d’absence en précisant l’adresse mail d’un de vos collaborateurs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

U kunt uw bestanden opvragen door via een andere computer naar internet te gaan.

A

Vous pourrez récupérer vos dossiers en allant sur Internet à partir d’un autre ordinateur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Om zijn goedkeuring uit te spreken

A

Pour exprimer son approbation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Dat is inderdaad een goed advies!

A

C’est un bon conseil en effet!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Het is waar dat nieuwe technologieën vandaag de dag van groot nut zijn.

A

C’est vrai (Il est vrai) que les nouvelles technologies sont d’une grande aide aujourd’hui.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Dat is inderdaad verstandig!

A

C’est sage en effet!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Om hypothetische/mogelijke situaties aan te geven

A

Pour indiquer des situations hypothétiques/possibles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Ik raad u aan om uw professionele presentatie online op te slaan voor het geval u een probleem heeft/krijgt.

A

Je vous recommande de sauvegarder en ligne votre présentation professionnelle au cas où vous auriez un problème.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Mocht u uw computer ooit kwijtraken, kunt u ingeval van nood uw bestanden altijd terugvinden door via een andere computer op het internet te gaan.

A

Si jamais vous n’avez plus votre ordinateur, vous pourrez toujours récupérer vos dossiers en cas de besoin en allant sur Internet à partir d’un autre ordinateur.

36
Q

Om zijn ongenoegen aan te geven

A

Pour indiquer son mécontentement

37
Q

Ik wil hier mijn ontevredenheid/ongenoegen onder woorden brengen.

A

Je tiens à vous faire part de mon mécontentement.

38
Q

Tot mijn spijt moet ik u mijn zeer grote ontevredenheid melden/meedelen.

A

J’ai le regret de vous faire part de ma très grande insatisfaction.

39
Q

Om gevolgen te beschrijven

A

Pour décrire des conséquences

40
Q

De vlucht werd geannuleerd en ik kreeg dan een nieuwe vlucht aangeboden.

A

Le vol a été annulé alors on m’a proposé un autre vol.

41
Q

Als gevolg daarvan moest ik het zonder mijn persoonlijke bezittingen stellen.

A

Résultat, je me suis retrouvée sans mes effets personnels.

42
Q

Daarom/Bijgevolg vraag ik u om alle gemaakte kosten te vergoeden/terug te betalen.

A

Par conséquent / En conséquence, je vous demande le remboursement de tous les frais engagés.

43
Q

Ik heb mijn aansluiting gemist waardoor ik een belangrijke afspraak niet gehaald heb.

A

J’ai raté ma correspondance si bien que j’ai manqué un rendez-vous important.

44
Q

Ik moest dus een hotelkamer regelen.

A

J’ai donc dû prendre une chambre d’hôtel.

45
Q

Om het over vergoedingen te hebben

A

Pour parler d’indemnisation

46
Q

Men heeft mij wel een vergoeding uitbetaald.

A

On m’a bien versé une indemnité.

47
Q

Ik vraag u mij alle kosten terug te betalen en een commercieel gebaar te maken om mij de geleden schade te vergoeden.

A

Je vous demande de me rembourser la totalité des frais et de faire un geste commercial pour me dédommager du préjudice subi.

48
Q

Ik vraag u alle gemaakte kosten te vergoeden.

A

Je vous demande le remboursement de tous les frais engagés.

49
Q

Om problemen op zakenreis te beschrijven

A

Pour décrire des problèmes en déplacement

50
Q

De vlucht werd geannuleerd.

A

Le vol a été annulé.

51
Q

Toen ik in Jakarta aankwam/Bij mijn aankomst in Jakarta, ontbrak mijn koffer.

A

À l’arrivée à Jakarta, ma valise était manquante.

52
Q

Ik kwam zonder mijn persoonlijke bezittingen te zitten/Ik moest het stellen zonder mijn persoonlijke bezittingen.

A

Je me suis retrouvée sans mes effets personnels.

53
Q

Deze vlucht vertrok meer dan drie en een half uur te laat.

A

Ce vol est parti avec plus de trois heures et demie de retard.

54
Q

Ik miste mijn aansluiting.

A

J’ai raté ma correspondance.

55
Q

Ik heb een belangrijke afspraak gemist.

A

J’ai manqué un rendez-vous important.

56
Q

Ik heb nog een vliegticket moeten kopen want ik kon niet dezelfde dag vertrekken.

A

J’ai dû acheter un autre billet d’avion puisque je n’ai pas pu repartir le jour même.

57
Q

Om verslag uit te brengen over gebeurtenissen uit het verleden

A

Pour relater des faits passés

58
Q

U vroeg om me te zien/om langs te komen zodra ik terugkwam van mijn missie/dienstreis. Ik ben hier net aangekomen.

A

Vous aviez demandé à me voir à mon retour de mission. Je viens juste d’arriver.

59
Q

Vele delegaties waren aanwezig (verplaatsten zich).

A

De nombreuses délégations s’étaient déplacées.

60
Q

We hebben talrijke/tal van interessante contacten kunnen leggen omdat er veel mensen aanwezig waren.

A

Nous avons pu prendre de nombreux contacts très intéressants parce qu’il y avait beaucoup de monde.

61
Q

Om verslag uit te brengen over gebeurtenissen uit het verleden

A

Pour relater des faits passés

62
Q

U vroeg om me te zien/om langs te komen zodra ik terugkwam van mijn missie/dienstreis. Ik ben hier net aangekomen.

A

Vous aviez demandé à me voir à mon retour de mission. Je viens juste d’arriver.

63
Q

Vele delegaties waren aanwezig (verplaatsten zich).

A

De nombreuses délégations s’étaient déplacées.

64
Q

We hebben talrijke/tal van interessante contacten kunnen leggen omdat er veel mensen aanwezig waren.

A

Nous avons pu prendre de nombreux contacts très intéressants parce qu’il y avait beaucoup de monde.

65
Q

Om een succes te beschrijven

A

Pour décrire un succès

66
Q

Het is prima verlopen.

A

Ça (Cela) s’est très bien passé.

67
Q

Alles liep volgens plan.

A

Tout s’est déroulé comme nous l’avions prévu.

68
Q

We zijn zeer succesvol geweest/We hebben veel succes geboekt.

A

Nous avons eu beaucoup de succès.

69
Q

Om iemand te feliciteren / om zijn tevredenheid uit te drukken

A

Pour féliciter / exprimer sa satisfaction

70
Q

Gefeliciteerd! / Goed gedaan!

A

Félicitations ! / Bravo !

71
Q

Uitstekend !

A

Parfait !

72
Q

U hebt er goed aan gedaan !

A

Vous avez très bien fait !

73
Q

Om eensgezindheid uit te drukken

A

Pour exprimer une convergence d’opinions / d’idées

74
Q

Het is waar; Het klopt / Inderdaad; Dat klopt; Het is juist !

A

C’est vrai / exact !

75
Q

Ik ben het volledig met u eens.

A

Je suis (tout à fait) d’accord avec vous.

76
Q

Ik ben het met u eens. / Dat vind ik ook. / Ik sluit me daarbij aan.

A

Je suis de votre avis.

77
Q

U hebt gelijk.

A

Vous avez raison.

78
Q

Om meningsverschillen uit te drukken

A

Pour exprimer une divergence d’opinions / d’idées

79
Q

Ik ben het (absoluut) niet met u eens.

A

Je ne suis (absolument) pas d’accord / de votre avis.

80
Q

Ik ben tegen uw voorstel.

A

Je suis contre votre proposition.

81
Q

Om aan te dringen

A

Pour insister

82
Q

Ik denk dat we onze verkoopsvoorwaarden echt moeten herzien.

A

Je pense qu’il faut vraiment revoir nos conditions de vente.

83
Q

Het is essentieel dat we meer communiceren over onze producten.

A

Il faut absolument que nous communiquions davantage sur nos produits. (+ subjonctif)

84
Q

Om op de hoogte gesteld te worden

A

Pour être mis au courant

85
Q

Heeft hij u niets anders verteld?

A

Il ne vous a rien dit d’autre?

86
Q

Hou mij op de hoogte. Laat het me weten,

A

Tenez-moi au courant / informé.

87
Q

Gelieve me op de hoogte te houden.

A

Merci de me tenir au courant / informé.