Objectif Express 2 - Unité 4 Flashcards

1
Q

Om vragen te stellen over het gebruik van een voorwerp / een apparaat

A

Pour interroger à propos des usages d’un objet / d’un appareil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk computerapparatuur bezit u?

A

Quel(s) équipement(s) informatique(s) possédez-vous?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvoor dient uw computer?

A

À quoi votre ordinateur vous sert-il?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doet u wanneer uw computer defect is?

A

Que faites-vous quand votre ordinateur est / tombe en panne?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke soorten informaticaproblemen heeft u ondervonden met uw computer?

A

Quels types de problèmes informatiques avez-vous rencontrés avec votre ordinateur?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Om doelstellingen op te sommen

A

Pour indiquer des objectifs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De interesse van de respondenten voor een dienst(verlening) evalueren.

A

Évaluer l’intérêt des répondants pour un service

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De koopgewoonten kennen van bezitters van informaticamateriaal

A

Connaître les habitudes d’achat des possesseurs de matériel informatique

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Identificeren van de belangrijkste informaticaproblemen waarmee de respondenten werden geconfronteerd

A

Identifier les principaux problèmes informatiques recontrés par les répondants

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Weten welke prijs de respondenten bereid zijn om te betalen

A

Savoir quel est le prix que les répondants sont prêts à payer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ik word geconfronteerd met veiligheids-, verbindings-, sychronisatie-, e-mail- en bewaarproblemen

A

Je rencontre des problèmes de sécurité, de connexion, de synchronisation, de messagerie, de sauvegarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Mijn computer is stuk

A

Mon ordinateur est (tombé) en panne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ik ondervind problemen in verband met de randapparatuur

A

J’ai des problèmes liés aux périphériques

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ik doe beroep op een professionele pechservice / een hersteller / een reparateur.

A

Je fais appel à un professionnel du dépannage / un dépanneur / un réparateur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Om aan te sporen / te overtuigen

A

Pour inciter / convaincre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Weet u, onze uurroosters zijn zeer flexibel

A

Vous savez, nos horaires sont très souples

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Het is perfect aangepast aan uw situatie / uw noden / behoeften

A

C’est parfaitement adapté à votre situation / à vos besoins

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Het is werkelijk goed om de sport te hervatten

A

C’est vraiment bien pour reprendre le sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Het is een goede gelegenheid om onze club te testen

A

C’est une bonne occasion de tester notre club

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

U beschikt over zalen met ultramoderne uitrusting

A

Vous avez à votre disposition des salles dont les équipements sont ultra modernes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

U beschikt over een zwembad waarvan u het ganse jaar kan genieten

A

Vous disposez d’une piscine dont vous pourrez profiter toute l’année

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Ik stel u voor om van een uitzonderlijk aanbod te genieten

A

Je vous propose de profiter d’une offre exceptionnelle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Indien u zich vandaag abonneert, geniet u van 15% op ons jaarabonnement

A

Si vous vous abonnez aujourd’hui vous bénéficiez de 15% sur notre abonnement annuel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Indien u het verkiest, kan u opteren voor een
abonnement van 29,90 € per maand.

A

Vous avez également la possibilité de choisir un
abonnement de 29,90 € par mois si vous
préférez.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Ik kan u laten genieten van een gratis sessie.

A

Je peux vous faire bénéficier d’une séance
gratuite.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Om terughoudendheid / aarzeling te uiten

A

Pour formuler des réticences

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Dat interesseert me niet.

A

Cela ne m’intéresse pas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Dat is veel te duur voor mijn budget.

A

C’est beaucoup trop cher pour mon budget.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Dat is vandaag geen prioriteit voor mij

A

Ce n’est pas ma priorité aujourd’hui.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Om weerstand (tegenstand) / een bezwaar uit
te drukken

A

Pour exprimer une opposition / une
objection

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Om te reageren (een antwoord te geven) op
bezwaren

A

Pour répondre à des objections

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Ik versta u maar onze werktijden zijn flexibel.

A

Je vous comprends mais nos horaires sont
souples.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Het zou spijtig zijn om niet van onze promotie te
genieten.

A

Ce serait dommage de ne pas profiter de notre
promotion.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Dat verbindt u tot niets

A

Cela ne vous engage à rien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Om een beslissing uit te stellen

A

Pour reporter une décision

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Dat is vriendelijk van u maar ik wil nadenken

A

C’est gentil à vous mais je veux réfléchir.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Ik twijfel… ik zal u terugbellen als mijn besluit
genomen is.

A

J’hésite… Je vous rapellerai si je me décide.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Om een online verkoopproces te beschrijven

A

Pour décrire un processus de vente en ligne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Om een bestelling te plaatsen, moet de koper…

A

Pour passer commande, l’acheteur doit…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Een gevalideerde bestelling kan niet meer
worden geannuleerd.

A

Une commande validée ne peut plus être
annulée.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

De klant zal een bevestigingsmail krijgen.

A

Le client recevra un e-mail de confirmation.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Een andere mail zal worden verstuurd om te bevestigen dat de bestelling is verzonden

A

Un autre e-mail sera envoyé pour confirmer que la commande a été expédiée.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

De klant moet de goederen controleren bij de ontvangst van het pakket (pakje).

A

Le client doit vérifier les marchandises à la
réception du colis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

De artikelen die besteld zijn in de onlinewinkel
kunnen binnen … worden teruggestuurd.

A

Les articles commandés sur la boutique en ligne
peuvent être retournés dans un délai de…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Om een belofte / een verbintenis te formuleren

A

Pour formuler une promesse / un engagement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Ardéco garandeert dat de producten overeenstemmen met de beschrijving op de
site.

A

Ardéco garantit que les produits sont conformes
à la description faite sur le site

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Ardéco verbindt er zich toe de koopwaar (artikelen/artikels) te leveren binnen de 2 à 4 werkdagen.

A

Ardéco s’engage à livrer les articles dans les 2 à 4 jours ouvrables.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Alle producten verkocht door Ardéco genieten van de wettelijke garantie van overeenstemming en van de garantie voor verborgen gebreken.

A

Tous les produits vendus par Ardéco bénéficient de la garantie légale de conformité et de la garantie de vices cachés.

49
Q

Om vragen te stellen over de online verkoopvoorwaarden

A

Pour interroger sur des conditions de vente en
ligne

50
Q

Blijven mijn bankgegevens en mijn persoonlijke gegevens wel vertrouwelijk?

A

Est-ce que mes informations bancaires et mes données personnelles restent bien confidentielles?

51
Q

Kan ik mijn bestelling annuleren?

A

Je peux annuler ma commande?

52
Q

Moet ik bijkomende (extra) kosten betalen?

A

J’ai des frais supplémentaires à payer?

53
Q

Ik wil weten wanneer ik de koopwaar zal
ontvangen.

A

Je veux savoir quand je recevrai les articles.

54
Q

Is de levering gratis?

A

Est-ce que la livraison est gratuite?

55
Q

Hoe weet ik dat mijn bestelling goed
geregistreerd is?

A

Comment je sais que ma commande a bien été
enregistrée?

56
Q

Vragen om terug te bellen

A

Pour demander un rappel téléphonique

57
Q

Ik wacht op uw telefoonoproep (telefoontje) / uw antwoord.

A

J’attends votre appel / votre réponse.

58
Q

Kan u me (spoedig) terugbellen, aub? Dank u.

A

Pouvez- vous me rappeler (rapidement), s’il vous
plaît? Merci.

59
Q

Dank om mij terug te bellen op 07 54 63 41 09.

A

Merci de me rappeler au 07 54 63 41 09.

60
Q

Om problemen in verband met de koopwaar (artikels / artikelen) te signaleren

A

Pour signaler des problèmes concernant les
articles

61
Q

In geval van ontbrekende koopwaar, niet overeenstemmende (niet conforme) of defecte [koopwaar (artikels / artikelen)]…

A

En cas d’articles manquants, non conformes ou défectueux…

62
Q

De lamp werkt niet meer.

A

La lampe ne fonctionne plus.

63
Q

Er zijn drie gebroken borden.

A

Il y a trois assiettes cassées.

64
Q

De verkoop

65
Q

Een artikel / een (koop)waar / een product

A

Un article / une marchandise / un produit

66
Q

Een bestelling / bestellen / een bestelling plaatsen

A

Une commande / commander / passer une commande

67
Q

Een (online) boetiek (winkel)

A

Une boutique (en ligne)

68
Q

Een pakket (pakje) / een verpakking

A

Un colis / un emballage

69
Q

Een bestelling bevestigen / annuleren

A

Confirmer / annuler une commande

70
Q

Een ruil (wisseling) / ruilen (wisselen)

A

Un échange / échanger

71
Q

Een verzending / een levering / verzenden / leveren

A

Une expédition / une livraison / expédier / livrer

72
Q

Een factuur / een facturatie / factureren

A

Une facture / une facturation / facturer

73
Q

Leveringskosten / verwerkingskosten

A

Des frais de livraison / de traitement

74
Q

Een garantie / een garantiebon / garanderen

A

Une garantie / un bon de garantie / garantir

75
Q

Een betaling / betalen

A

Une paiement / payer

76
Q

Een prijs

77
Q

Een ontvangst van bestelling / van levering / in ontvangst nemen en controleren (van goederen)

A

Une réception de commande / de livraison /
réceptionner

78
Q

Een vermindering (korting) / een vermindering (korting) / een korting / een korting (een vermindering)

A

Une réduction / une remise / un escompte / un rabais

79
Q

Een terugbetaling / terugbetalen

A

Un remboursement / rembourser

80
Q

Het terugsturen / terugsturen

A

Un retour / retourner

81
Q

Een intrekking (herroeping) / een herroepingsformulier –een formulier voor herroeping / zich terugtrekken [uit een overeenkomst] – [een overeenkomst] herroepen

A

Une rétractation / un formulaire de rétractation
/ se rétracter

82
Q

Een korting

A

Une ristourne

83
Q

Een belasting (een heffing) / incl. alle heffingen (incl. BTW) / een belasting op de toegevoegde waarde / douanerechten

A

Une taxe / toutes taxes comprises / une taxe sur
la valeur ajoutée / des droits de douane

84
Q

Een verborgen gebrek

A

Un vice caché

85
Q

Om de specifieke kenmerken /eigenschappen van producten aan te prijzen:

A

Pour vanter les caractéristiques spécifiques des
produits:

86
Q

Het is nodig om de aandacht van de consument te trekken met / dankzij:

A

Il faut capter l’attention du consommateur avec /
grâce à:

87
Q

een efficiënte (doeltreffende) verpakking

A

un emballage efficace

88
Q

een aantrekkelijke kleur

A

une couleur attrayante

89
Q

een onverwacht materiaal

A

un matériau inattendu

90
Q

een ongewone vorm

A

une forme inhabituelle

91
Q

een product uit het hoogste segment
(uit de topklasse)

A

un produit haut de gamme / original

92
Q

Om behoeften uit te drukken:

A

Pour exprimer des nécessités:

93
Q

Het is belangrijk dat u de verpakkingen van uw concurrenten analyseert.

A

Il est important que vous analysiez les emballages de vos concurrents.

94
Q

De verpakking moet onmiddellijk indruk maken op de consument.

A

Il faut que l’emballage ait un impact immédiat sur le consommateur.

95
Q

Het is noodzakelijk dat de test onder dezelfde omstandigheden wordt uitgevoerd als in een luidruchtige (lawaaierige) en propvolle supermarkt.

A

Il est nécessaire que ce test se fasse dans les mêmes conditions que dans une grande surface bruyante et bondée.

96
Q

Om acties te verduidelijken:

A

Pour préciser des actions:

97
Q

De consument gaat onmiddellijk naar zijn lievelingsmerken om snel zijn karretje (boodschappenwagentje) te vullen

A

Le consommateur va directement vers ses
marques favorites pour remplir son caddie
rapidement.

98
Q

Ziehier (Hier zijn) de te kennen marketingregels om efficiënt uw producten te verpakken.

A

Voici les règles de marketing à connaître pour emballer efficacement vos produits.

99
Q

De marketing

A

Le marketing / la mercatique

100
Q

Een product analyseren / positioneren

A

Analyser / positionner un produit

101
Q

De aandacht van de klant trekken

A

Capter l’attention du client

102
Q

Een boodschap overbrengen

A

Faire passer un message

103
Q

Een product ingang doen vinden

A

Imposer un produit

104
Q

Een product op de markt brengen (lanceren) /
testen

A

Lancer / tester un produit

105
Q

Veelbetekenende (relevante, significante)
resultaten verkrijgen (behalen)

A

Obtenir des résultats significatifs

106
Q

Een dienst aanbieden

A

Offrir un service

107
Q

Nieuwe ideeën voorstellen

A

Proposer des idées nouvelles

108
Q

Een steekproef van consumenten selecteren

A

Sélectionner un échantillon de consommateurs

109
Q

De verkoop in supermarkten

A

La grande distribution

110
Q

Een karretje (in supermarkt)
(boodschappenwagentje)

111
Q

Een consument

A

Un consommateur / une consommatrice

112
Q

Een verpakking

A

Un emballage

113
Q

Een assortiment

114
Q

Hypermarkt (supermarkt) / een grote supermarkt

A

Un hypermarché / une grande surface

115
Q

Een merk

A

Une marque

116
Q

Een product

A

Un produit

117
Q

Een schap (rek); een afdeling (in een winkel)

118
Q

Een referentie

A

Une référence