OAC 2 FS weefselaanpassing door training Flashcards
master Kennis over de musculatuur en trainingseffecten.
Welke typen weefsel zijn er?
- Bindweefsel
- Epitheelweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel

Wat is allemaal bindweefsel?
- Pezen
- Kapsel
- Ligamenten
- Kraakbeen
- Huid
- Bot
Noem de drie typen spierweefsel
- Dwarsgestreept (skeletspierweefsel, beinvloedbaar door de wil)
- Glad (autonoom zenuwstelsel, niet beinvloedbaar door de wil)
- Hartspierweefsel (allen het hart, niet benvloedbaar door de wil)
Beschrijf de opbouw van een skeletspier van groot naar klein
- Spier
- spiervezelbundel (fasiculus)
- Spiervezel (ook wel spiercel)
- Myofibril
- Sarcomeer
- Myofilamenten
- Actine
- Myosine
Hoe het bindweefsel wat om de spiervezel heen ligt?
Het endomysium
Hoe heet het bindweefsel dat om de fasiculi heen ligt?
Het perimysium
Hoe heet het bindweefsel dat om de spier heen ligt?
Het epimysium
Welke typen skeletspierweefsel zijn er?
Type I en Type II
Noem de kenmerken van type I spierweefsel
- Rood
- Langzaam
- Geringe vermoeibaarheid
- voor Handhaven houding, lichte inspanning
- Aeroob
- Veel mitochondriën
- Vooral vetzuren als brandstof
- Veel capillarisatie
- Hoog myoglobinegehalte (daarom rood)
- Veel aërobe enzymen
- Lage contractiesnelheid
- Laag ATP verbruik
Noem de kenmerken van type II spierweefsel
- Wit
- Snel
- Snel vermoeid
- Voor forse tot maximale inspanning
- Overwegend anaerobe processen
- Weinig mitochondriën
- Glucose als brandstof
- Lage capillarisatie
- Laag myoglobinegehalte (daarom wit)
- Weinig aërobe enzymen
- Hoge contractiesnelheid
- Hoog ATP verbruik
Benoem de onderdelen


Myofibrillen bestaan uit:
sarcomeren
Sarcomeren bestaan uit:
Myofilamenten
Noem alle myofilamenten
actine en myosine
noem de kenmerken van actine
Buitenkant v/d sarcomeer
noem de kenmerken van myosine
binnenkant van de sarcomeer
grijp”haakjes” om de sarcomeer te kunnen verkorten door aangrijpen v/d actine

Wat gebeurt er bij spierpijn?