OAC 1 AN algemene artrologie Flashcards
master Vlakken, assen en anatomische termen
Vlakken:
Benoem de anatomische vlakken
- Os frontale; Frontaal vlak, verdeelt lichaam in voor en achter. (vooraanzicht of achteraanzicht)
- Sagittale vlak: verdeeld lichaam in een linker- en rechterhelft (Loopt van voor naar achteren / achteren naar voren) (Sagitta = pijl)
- Transversale vlak: Verdeelt lichaam in onder en boven. (horizontaal vlak)
- Mediane vlak: Verdeelt het lichaam gelijk in links en rechts (als sagittaal, maar dan exact door midden)
Benoem de assen
- Transversale as : Recht op het sagittale/mediane vlak (li/re, re/li)
- Sagittale as: recht op het os frontale (voor/achter, achter/voor)
- Longitudinale as: Recht op het transversale vlak (onder/boven, boven/onder)
Welke bewegingen zijn mogelijk in het frontale vlak en om welke as lopen deze?
Abductie / adductie
(adductie is naar lichaam toe, “to add”)
sagittale as.
Welke bewegingen zijn mogelijk in het sagittale vlak en om welke as lopen deze?
Flexie / extensie
Retroflexie / anteflexie
om de transversale as
Welke bewegingen zijn mogelijk in het transversale vlak en om welke as lopen deze?
Endorotatie / exorotatie
om de longitudinale as
Welke bewegingen zijn mogelijk in het schoudergewricht?
- Abductie, adductie. (os frontale, sagittale as)
- retroflexie, anteflexie (Sagittale vlak, transversale as)
- horizontale adductie, horizontale abductie (transversale vlak, longitudinale as)
Wat betekent “dorsaal”
Rugzijde
Wat betekent “Ventraal”
Buikzijde
Beschrijf proximaal en distaal
Proximaal: Naar de romp toe
Distaal: Van de romp af
(extremiteiten)
Beschrijf Mediaal en lateraal
Mediaal: Aan de binnenzijde
Lateraal: Aan de buitenzijde
Beschrijf Craniaal en caudaal
Craniaal: Naar de kant van de schedel
Caudaal: Naar het stuitje (cauda = staart)
Beschrijf Superior en inferior
Superior: Aan de bovenkant
Inferior: Aan de onderkant
Beschrijf Dextra en sinistra
Dextra: Rechts
Sinistra: Links
Beschrijf Palmair en plantair
Palmair: Handpalm zijde
Plantair: Voetzoolzijde
(bovenkant hand / voet = dorsaal)
Beschrijf radiaal en ulnair
Radiaal: Aan de kant van de radius (spaakbeen)
(duimzijde)
Ulnair: Aan de kant van de ulna (ellepijp)
(pinkzijde)