AOC5 MH Preventie Flashcards

Hoe ziet de opbouw van een beweeg/preventie programma er uit

1
Q

Hoe ziet de opbouw van een beweeg/preventie programma er uit

A
  1. Intake/fitheidtest
  2. Theoretische bijeenkomst (1x)
  3. Praktische bijeenkomsten (meestal gedurende 12 weken)
  4. Outtake
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorbeelden exclusieciteria COPD & DMII

A
  • Er zijn positieve bevindingen op het risicoinventariserend deel van het intakeformulier
  • Er is sprake van comorbiditeit (die deelname aan een beweegprogramma onmogelijk maakt)
  • Er is sprake van virale infectie of koorts, open wonden, ulcera of algehele malaise.
  • Er is sprake van cognitief disfunctioneren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het hoofddoel van het intakegesprek

A

• Hoofddoel = in- of uitsluiten of de cliënt mag deelnemen aan een preventie-/beweegprogramma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er bedoeld met de MET waarde

A

• METabolic equivalent en is een maat voor stofwisselingsprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de Beweegnormen volgens KNGF standaard

A
  • Ned Norm Gezond Bewegen (NNGB): 30 minuten per dag tenminste matig intensieve lichaamsbeweging op tenminste 5 dagen van de week
  • Fitnorm: minimaal 3x/week 20 minuten intensieve lichaamsbeweging
  • Combinorm: voldoet aan NNGB en/of fitnorm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is comorbiditeit

A

Comorbiditeit is het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij een patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is ulcera

A

Uitwendige ontsteking van huid- en/of slijmvliesweefsel, die weinig of geen neiging tot herstel vertoont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geïndiceerde preventie heeft tot doel:

A

het ontstaan van ziekte of verdere gezondheidsschade te voorkomen door een interventie bij een individu met een gedefinieerd verhoogd risico op die ziekte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zorggerelateerde preventie is gericht op:

A

het ondersteunen van het individu met bestaande gezondheidsproblemen om de ziektelast te reduceren, complicaties tegen te gaan en zelfredzaamheid te ondersteunen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem drie soorten lijsten die gebruikt kunnen worden bij het intake gesprek
antwoord:

A

• PAR-Q (PHYSICAL ACTIVITY READINESS QUESTIONNAIRE)
Doelstelling: Geeft de PAR-Q aan wanneer u uw arts voor aanvang moet consulteren. (binnen de leeftijd van 15 en 69 jaar)
• RAND-36
Doelstelling: De RAND-36/SF-36 is momenteel veruit de meest gebruikte vragenlijst voor het meten van ervaren gezondheid of gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven
• NNGB (stroomschema bron: beweegprogramma –bijlage 2 osteoporose)
Doelstelling: classificeren binnen welke beweegnorm de patiënt valt en inventarisatie of er beweegbarrières aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Stappen in de preventie indeling

A

Universele Preventie
Selectieve Preventie
Geïndideerde preventie
Zorggerelateerde Preventie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly