FMH Flashcards
Benoem de 7 competentiegebieden uit het beroepsprofiel van de fysiotherapeut.
- Fysiotherapeutisch handelen
- Communiceren
- Samenwerken
- Kennisdelen en wetenschap beoefenen
- Maatschappelijk handelen
- Organiseren
- Professioneel handelen
Benoem de 4 sleutelcompetenties van de competentie fysiotherapeutisch handelen
- Doelgericht
- Bewustheid
- Systematiek
- Procesmatigheid.
Beschrijf doelgericht
wordt verstaan dat de zorgverlener weet welk doel hij wil bereiken en zich in zijn handelen laat leiden door een concrete voorstelling van het resultaat dat met handelen moet worden bereikt.
Beschrijf bewustheid
wil aangeven dat de zorgverlener zich bewust is van wat er omgaat in hemzelf en in de patiënt, en wat er gebeurt in de behandelsituatie, en dat hij zich in zijn handelen bewust is van de mogelijke gevolgen. Belangrijk is dat de fysiotherapeut zich tevens bewust is van het feit dat zijn handelen kan leiden tot niet bedoelde maar wel gewenste effecten, maar ook tot onbedoelde en ook ongewenste effecten.
Beschrijf systematiek
wil zeggen dat de zorgverlener handelt volgens een logische ordening van te nemen stappen., gerelateerd aan de doelen. Hij gebruikt daarbij bepaalde regels of werkwijze, waarbij wordt uitgegaan van een samenhangend geheel van opvattingen en uitgangspunten.
Beschrijf procesmatig
wordt bedoeld dat de zorgverlener zicht heeft op de ontwikkelingen in de tijd en zijn handelen mede daarop baseert. Dit betekent dat uitkomsten en gegevens uit de voorgaande fase en taxaties van het toekomstige verloop bepalen wat de volgende stap in het proces zal zijn.
benoem de definitie van competentie op basis van het beroepsprofiel.
De fysiotherapeut biedt op methodische wijze expliciet, gewetensvol en oordeelkundig hulp aan cliënten met een probleem met bewegen. De competentie ‘fysiotherapeutisch handelen’ vormt het centrale competentiegebied dat gebruikmaakt van alle overige competenties. Fysiotherapeutisch handelen in enge zin is gericht op vakmatige expertise.
Wat wordt er bedoelt met universele preventie?
is gericht op de gehele bevolking (kans op het ontstaan van ziekte of risicofactoren te verminderen en gezondheid te bevorderen)
Wat wordt er bedoelt met selectieve preventie?
is gericht op de identificatie van specifieke hoog risico groepen (preventie programma’s gericht op gezondheidsbevordering)
Wat wordt bedoelt met geïndiceerde preventie?
heeft tot doel het ontstaan van ziekte van of verdere gezondheidsschade te voorkomen bij een individuele patiënt met een verhoogd risico
Wat wordt er bedoelt met zorggerelateerde preventie?
is gericht op het ondersteunen van een individuele patiënt met bestaande gezondheidsproblemen (ziektelast reduceren, complicaties tegen gaan, zelfredzaamheid ondersteunen)
Wat is de opbouw van een preventie-/ beweegprogramma?
- intake/fitheidstest
- theoretische bijeenkomst (1x)
- praktische bijeenkomsten (meestal gedurende 12 weken)
- outtake
Wat houdt de NNGB in?
Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen =
30 minuten per dag tenminste matig intensieve lichaamsbeweging op tenminste 5 dagen van de week
Wat is de Fitnorm?
minimaal 3 x per week 20 minuten intensieve lichaamsbeweging
Wat is de combinorm?
voldoet aan NNGB en/of Fitnorm
Wat is de MET waarde voor rust?
1,0
Wat is de MET waarde voor autorijden, piano spelen, computeren, typen?
2,0
Wat is de MET waarde voor wandelen 4km/h?
3,0
Wat is de MET waarde voor wandelen 5 km/h?
4,0
Wat is de MET waarde voor fietsen 10-12 km/h?
5,0
Wat is de MET waarde voor fietsen 16 km/h?
6,5
Wat is de MET waarde voor zwemmen (crawl) 3 km/h?
20,0
Wat is het hoofddoel van het intakegesprek binnen THIM?
in- of uitsluiten of de client mag deelnemen aan een preventie- / beweegprogramma