Neuropsychologie 8. Flashcards
Neuropsychologie 8.
Wat is het structuralisme?
Een samensmelting van wat taal is en de psychologie.
Waaruit bestaat het taalvermogen?
De taal en de spraak.
Wat betekent de signifiant?
De betekenaar.
Wat betekent een signifie?
De betekenis.
Wat is universele grammatica volgens Chomsky?
Chomsky stelde dat het menselijk brein over een taalverwervingsmechanisme beschikt waarmee kinderen moeiteloos grammaticaal correcte zinnen kunnen leren en genereren, ondanks de beperkte input die ze krijgen tijdens de cruciale periode van taalontwikkeling.
Wat is de psycholinguistische blauwdruk van Levelt?
Linguistische modaliteiten zijn onder te verdelen in: betekenis, klankleer, woordstructuur, zinstructuur en relatie tussen taaluitdrukkingen en specifieke situaties.
Wat is de mentale lexicon?
Deel van het lange termijn geheugen en een soort mentale bibliotheek waarin gekende woorden en alles wat we weten wordt opgeslagen.
Hoeveel woorden zijn er opgeslagen in het mentale lexicon?
Dertigduizend.
Wat is een ander woord voor betekenis?
Semantiek.
Wat is een ander woord voor woordklanken?
Fonologie/ fonemen.
Wat is een ander woord voor letter?
Grafeem.
Wat is spoonerism?
Woorden waarbij klanken per ongeluk worden verwisseld bij spraak.
Wat is een ander woord voor woordstructuur?
Morfologie.
Wat is een ander woord voor zinsstructuur?
Syntaxis.
Wat is pragmatiek?
Staat voor de relatie tussen taaluitdrukkingen en specifieke situaties.
Uit welke 3 fases bestaat het overbrengen van een boodschap?
Conceptualisator (idee wordt gevormd) daarna formulator (idee wordt omgezet in taal) en tot slot articulator (brengt de taal over).
Wat is afasie?
Taal en communicatie stoornis.
Wat is de meestvoorkomende plek van hersenschade bij afasie?
Linkerhersenhelft.