Neuropsychologie 19. Flashcards
Neuropsychologie 19
Wat is Alzheimer?
Een ziekte die zorgt voor dementie.
Noem 3 kenmerken van dementie?
Progressieve achteruitgang van het cognitief functioneren, klachten zijn zo ernstig dat er sprake is van een beperking in het dagelijks leven en de cognitieve stoornis doet zich niet voor als in een delier.
Hoe kan dementie op basis van Alzheimer worden vastgesteld?
Sluipend begin en einde, stoornissen in gemiddeld 2 cognitieve domeinen en cognitieve stoornissen kunnen niet door iets anders worden verklaard.
Hoe kan Alzheimer worden vastgesteld middels MRI/CT of een PET-scan?
Door hersenvocht.
Wat is een MCI en wat zijn de kenmerken daarvan? Lichte cognitieve stoornissen.
Aanwijzingen voor lichte cognitieve achteruitgang, stoornis lijdt niet tot ernstige beperkingen en de cognitieve stoornis doet zich niet enkel voor in een delier en kunnen niet door andere psychische stoornissen verklaard worden.
Is MCI (lichte cognitieve stoornissen) vaak een voorteken van dementie?
Ja.
Hoe kan de neuropathalogie van Alzheimer omschreven worden?
Plaques van eiwitten tussen de hersencellen, die leiden tot hersensterfte en hersenkrimp of vasculaire schade door hypertensie/ overgewicht. Deze twee vullen elkaar aan.
Is Alzheimer altijd erfelijk?
Nee.
Wat zijn de eerste klinische kenmerken bij Alzheimer?
Stoornissen in het episodisch geheugen (nieuwe informatie aanleren gaat moeilijk), woordvindproblemen.
Wat kan er gezien worden op een eeg bij mensen met Alzheimer?
Een vertraging in het dominante ritme.
Kan een normaal eeg de ziekte van Alzheimer uitsluiten?
Nee.
Wordt een pet-scan vaak gebruikt om de diagnose van Alzheimer te stellen?
Nee, soms bij jonge mensen.
Wat is de meestgebruikte methode om Alzheimer vast te stellen?
MRI of CT.
Wat is een profiel van iemand als je kijkt naar Alzheimer?
Verlaagd amyloid-beta en verhoogf tau en P-tau. In de vroege stadia van Alzheimer komt het amyloid-beta echter vaker in lagere concentraties voor in het hersenvocht, omdat het zich ophoopt in de hersenen en daardoor minder in het CSV aanwezig is.
Wat is posterieure corticale atrofie?
Soort van Alzheimer, stoornissen in de visueel-ruimtelijke functies staan op de voorgrond. Geheugen blijft relatief lang gespaard.