Neuropsychologie 19. Flashcards

Neuropsychologie 19

1
Q

Wat is Alzheimer?

A

Een ziekte die zorgt voor dementie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem 3 kenmerken van dementie?

A

Progressieve achteruitgang van het cognitief functioneren, klachten zijn zo ernstig dat er sprake is van een beperking in het dagelijks leven en de cognitieve stoornis doet zich niet voor als in een delier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan dementie op basis van Alzheimer worden vastgesteld?

A

Sluipend begin en einde, stoornissen in gemiddeld 2 cognitieve domeinen en cognitieve stoornissen kunnen niet door iets anders worden verklaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan Alzheimer worden vastgesteld middels MRI/CT of een PET-scan?

A

Door hersenvocht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een MCI en wat zijn de kenmerken daarvan? Lichte cognitieve stoornissen.

A

Aanwijzingen voor lichte cognitieve achteruitgang, stoornis lijdt niet tot ernstige beperkingen en de cognitieve stoornis doet zich niet enkel voor in een delier en kunnen niet door andere psychische stoornissen verklaard worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is MCI (lichte cognitieve stoornissen) vaak een voorteken van dementie?

A

Ja.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kan de neuropathalogie van Alzheimer omschreven worden?

A

Plaques van eiwitten tussen de hersencellen, die leiden tot hersensterfte en hersenkrimp of vasculaire schade door hypertensie/ overgewicht. Deze twee vullen elkaar aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is Alzheimer altijd erfelijk?

A

Nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de eerste klinische kenmerken bij Alzheimer?

A

Stoornissen in het episodisch geheugen (nieuwe informatie aanleren gaat moeilijk), woordvindproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan er gezien worden op een eeg bij mensen met Alzheimer?

A

Een vertraging in het dominante ritme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kan een normaal eeg de ziekte van Alzheimer uitsluiten?

A

Nee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wordt een pet-scan vaak gebruikt om de diagnose van Alzheimer te stellen?

A

Nee, soms bij jonge mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de meestgebruikte methode om Alzheimer vast te stellen?

A

MRI of CT.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een profiel van iemand als je kijkt naar Alzheimer?

A

Verlaagd amyloid-beta en verhoogf tau en P-tau. In de vroege stadia van Alzheimer komt het amyloid-beta echter vaker in lagere concentraties voor in het hersenvocht, omdat het zich ophoopt in de hersenen en daardoor minder in het CSV aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is posterieure corticale atrofie?

A

Soort van Alzheimer, stoornissen in de visueel-ruimtelijke functies staan op de voorgrond. Geheugen blijft relatief lang gespaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar vindt de schade plaats bij de ziekte van Alzheimer dat voor geheugenverlies zorgt?

A

Mediotemporaalkwab.

17
Q

Wat is logopene afasie?

A

Vorm van Alzheimer die begint met taalstoornissen.

18
Q

Waar is de schade bij logopene afasie?

A

Linkertemporaalkwab.

19
Q

Wat is disexecutieve variant?

A

Een vorm van Alzheimer, gedragsveranderingen en stoornissen in de executieve functies.

20
Q

Waar is de schade bij de disexecutieve variant van Alzheimer?

A

Frontaalkwab.

21
Q

Waarom is de diagnose stellen bij jonge mensen met Alzheimer lastig?

A

A-typische klachten en bij klachten worden vaak aan psychiatrische stoornissen gedacht.

22
Q

Hoe lang duurt het gemiddeld voor een jong persoon met dementie om de diagnose te krijgen?

A

4 jaar.