Neuropsychologie 13. Flashcards

Neuropsychologie 13.

1
Q

Waar bestaat de ernstige vasculaire impairment uit?

A

Post stroke dementia, subcorticale ischemische vasculaire dementie, multi-infarctdementie en gemengde demenite. In de praktijk ook wel gesproken van ernstige cognitieve stoornissen, als gevolg van een beroerte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er bij een beroerte?

A

Een deel van de hersenen krijgen geen zuurstof doordat er iets misgaat bij de doorbloedingen. Overkoepeling van herseninfarcten en hersenbloedingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurt er bij een herseninfarct?

A

Een stolsel sluit een bloedvat in de hersenen af of slibt een hersenbloedvat dicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan een herseninfarct kunnen worden gelokalliseerd?

A

Door een CT-scan zonder contrast, en vervolgens met een CT scan met contrast om de locatie van het bloedvat vast te stellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan een bloedstolsel worden weggehaald bij een herseninfarct?

A

Via de lies, of middels medicijnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een TIA?

A

Tijdelijk vermindering van de doorbloeding van een klein deel van de hersenen, deze neurologische uitvalsverschijnselen verdwijnen vaak binnen 24 uur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een lacunair infarct?

A

Een lacunair infarct is een type beroerte dat optreedt in de kleine bloedvaten in de hersenen. Het woord “lacunair” verwijst naar kleine holtes of “lacunes” die ontstaan in het hersenweefsel na een verstopping van een klein bloedvat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke locaties is een lacunair infarct goed te merken?

A

De thalamus of pons, dit kan leiden tot motorische uitvallen, gevoelsverlies of dysartie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een hersenbloeding?

A

Een bloedvat scheurt af in de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de symptomen van een hersenbloeding?

A

Laag bewustzijn, verwardheid en desorientatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een behandeling in de acute fase tijdens een hersenbloeding?

A

Het verlagen van de bloeddruk en hierdoor de druk van de hersenen, verder wachten tot de bloeding stopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een SAB? subarachnoidale bloeding?

A

Een ernstige medische aandoening waarbij er bloed in de subarachnoïdale ruimte terechtkomt. Deze ruimte bevindt zich tussen twee hersenvliezen: de arachnoïdea en de pia mater, die de hersenen omhullen en beschermen. De subarachnoïdale ruimte bevat normaal gesproken hersenvocht (CSF), maar bij een bloeding komt er bloed in deze ruimte, wat druk op de hersenen kan uitoefenen en ernstige schade kan veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar komt een SAB meestal door?

A

Een scheur in een aneurysma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van een SAB?

A

Hoofdpijn, nekstijfheid en bewustzijnsverlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kan er voor behandeling worden gegeven als er sprake is van SAB door een aneurysma?

A

Het aneurysma kan worden afgesloten met behulp van coilen of stentplaatsing. Of het aneurysma kan worden afgesloten met een metalen clip (clipping).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een belangrijk risico voor het krijgen van een hersenbloeding?

A

Hypertensie.

17
Q

Wat is de voornaamste reden voor bloedingen dieper gelegen in de hersenen?

A

Cardiovasculaire risicofactoren.

18
Q

Waar zijn bloedingen buiten het hersenweefsel vaak het risico van?

A

Cerebrale amyloid angiopathie. Eiwitklontering, dit veroorzaakt schade aan de bloedvaten van de hersenen.

19
Q

Wat is een subduraal hematoom?

A

Een bloeduitstorting in de hersenen, door een val.

20
Q

Wat is het verschil tussen herseninfarcten en hersenbloedingen kijkend naar de cognitieve stoornissen?

A

Bij hersenbloedingen zijn veelal gerelateerd aan de grote van de bloeding en niet zozeer aan de locatie, terwijl de locatie van een herseninfarct wel meer invloed kan hebben op de specifieke stoornissen.

21
Q

Hoe kan cerebral small vessel disease worden aangetoond?

A

Schade aan de witte stof banen.

22
Q

Waar hangen wittestofafwijkingen mee samen?

A

Cognitieve stoornissen in het geheugen, snelheid en informatieverwerking.

23
Q

Wat zijn typerende klachten van cognitieve stoornissen?

A

Stoornissen in tempo, aandacht, werkgeheugen en executieve functies.

24
Q

Wat is diaschisis?

A

Functieverlies aan andere delen van de hersenen door beschadigingen in de verbindingsbanen.

25
Q

Wat is anterograde amnesie en wanneer komt het voor?

A

Tijdens de acute fase van een herseninfarct en hierdoor is het aanleren van nieuwe informatie verstoord.

26
Q

Wat is afasie en wanneer komt het vaak voor?

A

In de acute fase van een herseninfarct, het betekent dat iemand niet meer kan zeggen wat hij wil. Hij kan de taal minder goed gebruiken dan voorheen.

27
Q

Wat is een thalamusinfarct?

A

Een thalamus infarct is een type beroerte dat optreedt in de thalamus, een deel van de hersenen dat zich diep in de hersenen bevindt en een belangrijke rol speelt in de verwerking van zintuiglijke informatie en het doorgeven van signalen naar andere delen van de hersenen. De thalamus is betrokken bij veel functies, zoals beweging, gevoel, pijn, slaap en aandacht.

28
Q

Wat is dde arteria cerebi media? ACM?

A

De grootste arterie en voorziet de frontale, temporale en partiele delen van de hersenen van bloed, alsmede de dieper gelegen delen zoals de thalamus.

29
Q

Wat gebeurt er vaak met schade aan de linkerkant van het ACM stroomgebied?

A

Taalstoornissen.

30
Q

Wat gebeurt er met schade aan de rechterkant van het ACM stroomgebied?

A

Aandachtsstoornissen (neglect) Tegen deurpost oplopen bijvoorbeeld.

31
Q

Wat is de arteria cerebri posterior? PCA?

A

De achterste hersenslagader.

32
Q

Wat is een gevolg van een infarct in het stroomgebied van de PCA?

A

Homonieme hemianopsie, linker of rechter hersenhelft valt uit, en prosopagnosie (onvermogen om gezichten te herkennen).

33
Q

Wat doet de ACA arteria cerebi anterior?

A

De ACA voorziet voornamelijk de mediale (binnenkant) delen van de frontale en pariëtale kwabben van bloed, taalfunctiestoornissen kunnen ontstaan na een infarct, het niet kunnen plannen en sociaal ongeremd gedrag.

34
Q

Wat is corticaal?

A

De hersenschors.

35
Q

Wat betekent subcorticaal?

A

Onder de hersenschors.

36
Q

Moet er sprake zijn van een progressief verloop om te spreken van vasculaire dementie?

A

Nee.

37
Q

In welk bloedvat vinden de meeste infarcten plaats?

A

ACM arteria cerebri media.